woensdag 22 november 2023

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “Villagers”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly. De in 1866 geboren Amerikaanse Elizabeth J. Magie (overleden in 1948) bedacht het spel als The Landlord's Game, om de politiek-economische theorie van het Georgisme uit te leggen. Uiteindelijk kan niemand zich meer een plaats op het speelbord veroorloven, als gevolg van de monopolisering van private grond- en gebouw eigendommen, met als gevolg dat al het opgebouwde kapitaal letterlijk en figuurlijk monopolygeld wordt. Volgens Magie zou het kapitalisme daartoe leiden, een niet duurzame wereld. In haar eigen woorden: “In a short time, I hope a very short time, men and women will discover that they are poor because Carnegie and Rockefeller, maybe, have more than they know what to do with” (Pilon, 2015). Magie bracht tegelijkertijd met The Landlord's Game het anti-monopoly spel Prosperity uit, dat een systeem beschreef van gemeenschappelijke welvaart in harmonie met mens en natuur. Het cynische is dat het negatief (Monopoly) een wereldhit werd, en het positief (Prosperity) volstrekt onbekend bleef. 


De ironie wil dat Magie met haar spel het omgekeerde bereikte van waar ze op had gehoopt. Parker Brothers bracht het op de markt en monopoliseerde de rechten. Magie verdiende er niets aan en werd bekend door haar uitvindingen voor papierdoorloop in typemachines. Haar spel bereikte in de bordspellenwereld een monopoly status, het slechte voorbeeld was aantrekkelijk, het goede voorbeeld verdween in de vergetelheid.

De aantrekkingskracht voor rupsjes Nooit-genoeg op weg naar Never-ever-land is de collectieve grootheidswaan die ons doet dromen om van krantenjongen tot mediamagnaat uit te groeien, of van zanger onder de douche tot wereldster. Feitelijk beschrijft dit wat er met de wereld gebeurt, we gaan door met rijkdom vergaren – technologieën uitvinden en met man en macht van grondstoffen voorzien zodat ze in de lucht komen en blijven – totdat er een kaalgeplukte aarde achterblijft. Al in 2050 zal naar schatting alle mensgemaakte massa 2 keer de massa zijn van al het leven op de planeet. De rekening van dit alles, schuiven we door naar het nageslacht. Ieder jaar eerder, dit jaar eind juli/begin augustus, hebben we wereldwijd alle grondstoffen opgebruikt die de planeet in 1 jaar kan regenereren. We nemen dan dus de “reserves” die steeds verder slinken, zodat ons nageslacht niets meer zal hebben aan al die “fantastische” rijkdommen die wij verzamelden. Maatschappelijke opbrengsten van al deze investeringen, waaronder welzijn, lopen nog steeds steevast omlaag.

Bij het inkopen van diensten vanuit de gemeenschap, is het dus heel belangrijk Monopoly te verlaten en op dat andere speelbord te komen, dat waar Social Return of Investments bovenaan staat. Want net als bij Monopoly betekent nog rijker worden in onze “rijke” westerse wereld dat straks niemand zich meer een plek op het speelbord kan veroorloven, en dat al onze rijkdommen (technologieën) uit de lucht zullen vallen. Het mooie van de SROI gedachte is, dat je hele nieuwe patronen ziet als je gaat kijken wat de opbrengsten zijn voor de maatschappij en de ecologie.  

In feite is zwaar vervuilend en/of de planeet belastend industrieel ondernemen zwaar “gesubsidieerd”, want verval van biodiversiteit, natuur en lucht, bodem en waterkwaliteit, wordt niet in rekening gebracht. Ze wordt dus betaald door, of doorgeschoven naar het nageslacht, of de natuur (verlies aan natuur, biodiversiteit, etc.). Autowegen, datacentra, maakindustrie, industriële teelt, ze zijn allemaal gesubsidieerd met hypotheken op de toekomst, zonder zelfs maar een begin van afspraken hoe die afgelost gaan worden.  Of toch? De overheid mag aflossen. Op de site van de gemeente Nijmegen lezen we “De gemeente Nijmegen koopt asfaltcentrale APN aan de Energieweg en de fabriek gaat dus na 50 jaar weg uit de stad”. Pieter Derks stelt dat APN wordt betaald om elders de lucht te verontreinigen. Zelf biedt hij zijn vervuilende grasmaaier aan, die de gemeente ook voor een mooi prijsje over mag nemen! SROI van de neglect!

We moeten af van dit "neglect“; gezonde voeding uit de eigen regio is vaak duurder dan voeding van ver, of uit (dier- en mensonwaardige) industriële veeteelt en landbouw. Het collectieve - openbaar vervoer - moet winstgevend zijn, terwijl het monopolyspel autobezit (vereist enorm veel vierkante kilometers asfalt) volkomen door de overheden wordt bekostigd.

Milieu (klimaat) en natuur dienen nummer 1 te zijn, anders kan uiteindelijk niemand zich een plaats op het Monopolie bord veroorloven. Dank Elizabeth Magie, voor uw les in SROI, die helaas vooralsnog onbegrepen is gebleven!

Pilon, M. (2015). Monopoly was designed to teach the 99% about income inequality. Smithsonian Magazine.

woensdag 15 november 2023

SROI deel1: Kaartenhuis

In deze donkere dagen voor kerst is het heerlijk om met het gezin in de avonden een bordspel te spelen. Van het weekend speelden we voor het eerst het spel Villagers. Het spel speelt zich af in het verleden. Na een pestepidemie moet je proberen opnieuw jouw dorp welvarend te maken. Van het grootste belang is natuurlijk dat er gegeten kan worden, daarvoor moeten bijvoorbeeld kippen gehouden worden, of moet er tarwe gezaaid worden. Voor een kippenren heb je een timmerman nodig, om metalen gereedschappen te maken een smid, maar die zijn beide weer afhankelijk van een houthakker en iemand die erts kan delven (een miner). Dit spel sluit perfect aan bij de blog die ik wilde gaan schrijven, over Social Return of Investment (SROI). Waarom? 

In een wereld zoals die in het spel wordt geschetst, is direct de meerwaarde zichtbaar van een ambacht dat zich vestigt of verbind aan het op te bouwen dorp. Feitelijk hebben alle beroepen elkaar nodig, maar de keten van afhankelijkheden moeten zowel zichtbaar blijven, als dat ze niet te lang worden. De timmerman is direct afhankelijk van de houthakker. De wagenmaker is enerzijds afhankelijk van de wielenmaker, die van de timmerman afhankelijk is, en die weer van de houthakker. Anderzijds is de wagenmaker ook van de smid afhankelijk, die weer van de miner afhankelijk is. Monniken zijn heel handig in het spel, want ze kunnen alles, terwijl smokkelaars en handelaars wellicht meer risicovol zijn: ze kunnen snel rijkdom brengen, maar even snel afnemen.

Het leerzame van een spel als Villagers is dat je direct ziet hoe ketens van afhankelijkheid ontstaan en hoe belangrijk het is deze afhankelijkheden zichtbaar te houden. In onze echte wereld, is alles van alles afhankelijk, maar deze afhankelijkheden zijn volstrekt aan het zicht van ons allemaal onttrokken. Als we in een leuk foldertje een leuk truitje zien, drukken we op een paar (virtuele) knoppen op onze telefoon, en vaak binnen 24 uur wordt het kledingstuk in een veel te grote verpakking aan je deur afgeleverd. De complete keten is aan het zicht onttrokken, de maatschappelijke opbrengsten (SROI) van onze investering zijn compleet buiten beeld. Kinderarbeid, slavernij, zeer vervuilende productietechnieken, duizenden kilometers verplaatsing, lekkende olietanker, sponsoring van oorlogen? We hebben geen idee…

Wat we wel weten, is dat we bij de pogingen om de maatschappelijke gevolgen van ons koopgedrag in kaart te brengen, meestal veel te smal kijken. Mijn vrouw en ik stapten over op een elektrische auto, met het idee dat we dan duurzaam veel op de weg konden zijn. Maar de energievoorziening van automobiliteit is slechts het – op zich niet onbelangrijke, dat is waar – topje van een ijsberg. Kilometers asfalt (zeer ongezond om te produceren) en staal (vangrails) en pvc (afwatering), zand en grind, beton (funderingen) etc. laten we buiten de vergelijking, net zoals de (sociale- en gezondheids-) risico’s, enzovoort, enzovoort.

Terug naar het spel. Als er één technologie is, die met kop en schouders boven andere technologieën uitsteekt met betrekking tot afhankelijkheid van lange en vooral onzichtbare ketens, dan is het wel digitale technologie. Velen van ons (inclusief ikzelf) doen ons werk achter een beeldscherm. Daarvoor zijn programma’s nodig, die weer gebouwd zijn op programma’s, vaak ook weer op programma’s, in ketens die niemand meer kan overzien, om geweldige machines met schakelaars die aan of uit kunnen staan controleren, gebruikmakend van elektriciteit. En “iemand” zo abstract, dat het net zo goed en veel waarschijnlijker in werkelijkheid “niemand” is, vindt dit alles zozeer de moeite waard, dat we allen vol ijver bezig zijn dit kaartenhuis steeds verder uit te breiden. Social Return of Investment? Roept u maar! Gok: Nihil… Polycrises?

Als we straks met 8 miljard breinen achter onze beeldschermen aan het werk zijn, om robots de activiteiten van de villagers te laten doen zoals kleding maken, kaasmaken, huizen bouwen, karren maken en vooral kinderen opvoeden en voor de zieken en ouderen zorgen, dan weten we zeker dat we feitelijk nergens meer voor nodig zijn, en dat de SROI volledig tenietgedaan zal zijn!

donderdag 9 november 2023

Als een vuur….

Als een vuur verspreiden alle nieuwe technologieën zich, in alle richtingen, van mobiliteit tot luchtvaart, van ICT tot genetische manipulatie, en van AI tot stedenbouw. Allemaal technologieën - complexe niet organische "bestanden"- die als ze niet actief gevoed worden, snel zouden vervallen, en weer door de natuur zouden worden overwoekerd en geïncorporeerd. Wij mensen hebben er wereldwijd een 24/7 dagtaak aan, om al deze systemen van grondstoffen en energie te voorzien. Ondertussen eten deze systemen onze planeet op: de mensgemaakte massa weegt naar schatting in 2050 twee keer zoveel als alle levende organismen bij elkaar (alle planten en dieren). Dat is niet vol te houden. Wij mensen zijn geen plaag, wij voeden een plaag: het artificiële. De olifant in de kamer mag niet langer genegeerd worden! Hoe zit dat? 


Als een vuur niet gevoed wordt, dooft het uiteindelijk altijd vanzelf uit. Alle tijdelijke “bestanden”, die niet gevoed worden, doven uit. Indien het levende organismen betreft, staat uitdoven gelijk met sterven. Niet levende (anorganische) systemen zoals vuur, orkanen, weersystemen, rivieren, verdwijnen (of gaan over in iets anders) als ze niet meer gevoed worden. Een rivier zonder wateraanvoer, zal uiteindelijk opdrogen en veranderen in een dal, een vuur zonder grondstof en zuurstof in as. De complexe systemen die wij als mensheid zijn gaan bouwen, blijven slechts dan in stand, zolang wij ze onderhouden, wat is, van grondstoffen en energie voorzien. Wij voeden mensgemaakte systemen, zoals wegennetten, luchtvaart en ICT. 


Veel wordt letterlijk en figuurlijk aan de lopende band geproduceerd en dat vereist ondertussen meer grondstoffen en energie dan wij uit onze planeet kunnen ontginnen. Bovendien genereert dit tal van schadelijke gevolgen, op vele gebieden: fysisch (uitstoot, broeikasgassen, toxicologisch), psychologisch, sociologisch, cultureel, ecologisch (uitsterven van soorten, verdringing van natuur, etc.). 


Niet zozeer het aantal mensen, al zijn 8 miljard mensen er best erg veel, vormt het probleem. Het massaal actief voeden van al onze systemen, vormt het werkelijke probleem. Mensen, net als alle andere dieren, vallen met betrekking tot de omzet van energie en grondstoffen keurig binnen Kleiber’s Law. Dit houdt in dat dierlijk leven naarmate het in massa toeneemt, relatief minder grondstoffen en energie (metabolisme) nodig heeft om in leven te blijven. Energie = c.m^0,75. Een muis heeft relatief een veel sneller metabolisme dan een olifant. Deze laatste heeft een m (massa) die 100.000 keer zo groot is dan die van de muis, maar hij “slechts” gebruikt 5623 keer meer energie. Met andere woorden, de olifant ’s metabolisme is 1/18 dat van de muis.  


Anorganische systemen gedragen zich met betrekking tot energie en omvang (massa) niet volgens Kleiber’s Law. De exponent ligt vaak beduidend boven de 1 (in plaats van op 0,75). Deze systemen woeden als een vuur (windhoos, orkaan) en doven pas uit als het systeem niet meer gevoed wordt. Ook steden gebruiken bij groei exponentieel meer grondstoffen en energie. 

 

Als mens zijn wij in de directe betekenis geen plaag. Biologisch hebben wij een kwalitatieve reproductie strategie: we planten ons heel traag voort, meestal slechts 1 kind per dracht, hebben een lange draagtijd en daarna ook nog een lange tijd om volwassen te worden. Tegenover deze kwalitatieve strategie, staat een kwantitatieve reproductie strategie. Niet alleen (corona) virussen kennen deze strategie, ook bijvoorbeeld muizen volgen zo’n kwantitatieve strategie: ze zijn al heel jong vruchtbaar, kunnen na een korte draagtijd enorm veel nageslacht produceren. Overigens is verspreiding niet waar Kleiber’s Law over gaat, maar wel waar het al dan niet een plaag zijn over gaat. 


Dus, mensen reproduceren kwalitatief. Toen kwam … het schrift, de drukpers, de massaproductie en copy-paste. Anders gezegd, via onze artificiële kinderen – de complexe systemen die wij overal om ons heen produceren, verspreiden en onderhouden – zijn wij indirect wel degelijk een plaag. Deze systemen worden door ons koste wat het kost voorzien van grondstoffen en energie, en ze vreten letterlijk en figuurlijk alles op. Dat moet en kan anders. Zodra ze niet meer gevoed worden, doven ze uit. Het ligt dus echt aan ons, aan ons gedrag. Juist hierom is dit een gedragskundige/psychologische kwestie. 


Hoe eenvoudig het ook klinkt, we zullen ons echt op onszelf, elkaar en onze ecologische omgeving moeten gaan richten, en onze technologische output moeten gaan minimaliseren. Dat begint met het inzicht dat deze output ons tot een plaag maakt. Detech technology. Dat is echter veel lastiger dan het klinkt, want juist door reproductie technologie hopen wij onze tijdelijkheid stevig te kunnen vestigen in de eeuwigheid. Het ons manifesteren via foto’s en het beschrijven van belevenissen op de sociale media, bouwt voort op deze illusoire droom. Hiermee voorzien we een hele digitale werkelijkheid, met een gigantische mondiale voetafdruk, continu van grondstoffen en energie. Zo zijn wij dealer en verslaafde tegelijk, materiaal en energieverslaafden. Positief gezegd maakt onze reproductietechnologie ons tot scheppers, waardoor we ons soms haast Goden voelen. Negatief gezegd, maakt het ons tot … een plaag. 


Hoe kunnen we afkicken? Alles onderzoeken en alleen het goede behouden? Het halve pakket is waarschijnlijk geen keus. Laten we serieus beginnen na te denken over afbouwen van technologie. Tijd om in te zien dat wij geen goden zijn, en dat we grote stappen moeten zetten naar ons opnieuw schikken in de natuur, in plaats van ons verschuilen achter onze technologie, hoe trots we daar ook op zijn. Daartoe kunnen we aan de slag met onze InnerDevelopmentGoals, desires, to become whole! 

 


donderdag 2 november 2023

Dekmantels en (zolder)trappen

Vorige week zag ik een post van Frank Landman, waarin hij stelde dat indien bomen Wifi signaal zouden kunnen doorgeven, er zoveel bomen zouden worden geplant, dat de planeet een stuk meer volhoudbaar zou worden. Maar helaas geven bomen "slechts" de zuurstof die we inademen…  

 

Een mooi beeld, dat aansluit bij de observatie dat energietransitie praktisch altijd gaat over energie voor onze apparaten, en niet over de energie voor leven op de planeet. Onze obsessie met problemen oplossen met technologie, is het grootste probleem van onze tijd. Dat kwartje wil echter nog steeds niet echt vallen. 


In plaats van in technologie, wordt de oorzaak van polycrises steevast gezocht in de veronderstelde onderliggende economische modellen. Deze in mijn ogen gevolgen (epifenomenen) spelen zeker een rol, de verschuiving van de focus van rendementen naar waarden is op zich waardevol (value-economy, betekeniseconomie). Tegelijkertijd kan het (onbedoeld) de rol van technologie in polycrises verhullen, haar zo een dekmantel bieden. Polycrises worden niet gerealiseerd door abstracties als kapitalisme, de absolute staat, communisme of (neo)liberalisme, en ook niet door het verlangen naar roem en rijkdom. De alomtegenwoordige grootschalige technologische systemen (van snelwegen tot megasteden, van bio-industrie tot slimme technologie) moeten voortdurend worden voorzien van energie en materialen om ze draaiende te houden en zich te blijven ontwikkelen. Ze
 vreten letterlijk en figuurlijk onze natuur en planeet op.  

 

Deze week las ik een blog van de directeur van een grote in-cloud telecommunicatie onderneming, waarin hij de problemen met betrekking tot klimaat, biodiversiteit, etc. (polycrises) oprecht erkent. Hij ziet de huidige economie als oorzaak en introduceert een nieuw economisch model in zijn bedrijf, zonder beursgang en zonder grote verschillen in salarissen en eigendomsrechten. Bewonderenswaardig, maar nergens heeft hij het over de techniek, zoals “in cloud computing”, dataopslag, behalve dat hij zegt dat zijn bedrijf technisch tot de absolute top behoort. Hoe goed bedoeld ook, het wijzen naar economische modellen, gebaseerd op waarden als eerlijkheid en gelijkheid maskeert hier hetgeen waar het naar mijn idee over zou moeten gaan: ongebreidelde technologie ten koste van de planeet.

 

Het Rathenau Instituut richt zich voor de samenleving en overheid (politiek en beleid) op onderzoek en debat over de impact van wetenschap, innovatie en technologie. In haar op 26 oktober verschenen rapport over immersieve technologieën (denk aan Meta, verdere ontwikkelingen A(G)I, etc.), geven ze de overheid het advies om dit keer niet afwachtend te zijn. Volgens het rapport kunnen ook deze opkomende technologieën grote en ontregelende gevolgen hebben voor democratie, ongelijkheid, privacy, materiaal en energiegebruik.  

 

Hoe gaat men over 200 jaar ons gedrag in 2023 beoordelen? We hebben wereldwijd een veel te grote planetaire voetafdruk, zijn ondertussen 6 van de planetaire grenzen overschreden en … stapelen er gewoon nog maar weer meer technologische megasystemen bovenop. Elke dag gaan een paar hectaren bos verloren en komt er woestijngrond bij. Elk jaar nemen gevoelens van vervreemding toe, en ervaren welbevinden af. Onder inwoners onder de 30 jaar is in Nederland de meest voorkomende doodsoorzaak zelfdoding (landelijk 2400 per jaar, elke dag van het jaar zo’n 7 kinderen/jongeren!).   

 

Niet alleen bedekken verhalen over economische systemen soms de door technologie gerealiseerde grote mondiale voetafdruk, ook komen nieuwe “knuffelbare” technologieën notabene vaak onder de aandacht als oplossing van de polycrises. Op mijn sociale media kwamen de afgelopen week een aantal voorbeelden voorbij, op weg naar een groene toekomst. Zo was er een wethouder die met een elektrische autonome auto zich veilig laat verplaatsen over een industrieterrein, een leverancier die een nieuwe superdunne smartphone presenteert die nog sneller is dan zijn amper 1 jaar geleden uitgebrachte voorganger, en een drone die autonoom bomen kan planten. “Boerenbedrog”, want automobiliteit wordt bijvoorbeeld nooit schoon, drones kunnen altijd enorm veel autonoom kwaad aanrichten, om over smartphones maar te zwijgen. Opvallend is dat ze worden gepresenteerd als redding en in mijn LinkedIn-bubbel eigenlijk nooit worden ontmaskerd. Integendeel, ze worden geprezen. 

 

Natuurlijk is er relatief minder, en relatief meer kwalijke technologie. Maar de enorme schaal waarop alles verbreidt, maakt dat zelfs “goede” technologie, hooguit de (zolder)trap kan zijn in de sloopwoning; tot het allerlaatste moment blijft ze nodig, en dan kan het huis plat! 

vrijdag 27 oktober 2023

Zonder schroom!

 

Zolang we overal en ook nog zonder schroom kunnen lezen dat technologie de manier waarop we leren, leven en liefhebben blijvend nog meer zal veranderen, is er weinig hoop. Zolang mensen gestigmatiseerd worden als conservatief, of patiënten met technologieangst, als ze weerstand voelen tegen het rücksichtslos gelijkstellen van technologische innovatie met “vooruitgang”, valt er nog veel te winnen. Een wereld, of planeet, wel te verstaan. Zodra ik op LinkedIn kom, bijvoorbeeld, worden de gesponsorde posts (ja, ik heb een gratis account) op mijn netvlies gebombardeerd van Tech-bedrijven, die nog snellere en betere in-cloud-oplossingen beloven, of met de nieuwste AI technieken beloftes doen die mij, mijn werk, brand of whatever, onsterfelijke populariteit zal brengen. 8 miljard sneeuwwitjes kunnen makkelijk door technologie uit hun slaap gekust worden tot evenzoveel goden, toch?

Ongelofelijk, maar het kan echt anders! Het zou echt mogelijk zijn dat bedrijven serieus technologieontwikkeling inzetten om af te bouwen. Detech technology, terug naar een schaal waar iedereen zelf mee verder kan. Om ons daarmee weer onze eigen – regionale – mogelijkheden terug in handen te geven, om ons aan te passen aan de lokale (en communale) omstandigheden. Niet 24/7 en 12 maanden overal hetzelfde klimaat, dezelfde temperatuur, dezelfde lichtval, en overal dezelfde volledig gestandaardiseerde muziek uit de devices, die uiteraard 24/7 als houvast biedende (fop)spenen ons gevoel van (schijn)veiligheid bieden. Ook zou het perfect denkbaar zijn, dat de vrije journalistiek niet perse op de eerste rij zit om de dwaasheid te beschrijven van het exploiteren van de ruimte, de diepte, of de maan (of verder), om daarmee grondstoffen aan te vullen die onze uitgeputte planeet niet meer kan ophoesten. Ook denkbaar is dat we niet met z’n allen geen tijd meer hebben om voor onze kinderen en ouderen te zorgen, omdat het "echte" leven in onze illusoire wereld vooral achter beeldschermen plaatsvindt.

Het kan anders, maar als ik dan bijvoorbeeld de protestborden van BBB in de weilanden zie, met daarop de bewering dat met deze partij “elke dag beter” zal worden, besef ik dat er nog veel te doen is. Nog meer monocultuur, industriële veeteelt? Hoe blind kan je zijn? Elke dag als we wakker worden, zijn er een aantal hectaren bos verdwenen, en zijn er een aantal hectaren woestijn bijgekomen. En dat gaat al vele decennia zo. Of bedoelen ze met beter nog meer economische groei?

Gelukkig is er een flink aantal mensen dat zich verzet tegen het onmogelijke economische imperatief van oneindige groei uit eindige middelen. Mooi, er is een flinke beweging bezig met vechten tegen de heersende economische modellen. Maar in mijn ogen blijven deze modellen bijeffecten, schimmen, zolang de feitelijke crisisveroorzaker – de gerealiseerde veel te grote planetaire voetafdruk: technologie –  niet zelf wordt aangepakt. De abstracties daarachter zijn geduldig, buigen wat mee, maar we moeten echt stoppen met heel veel zaken die we normaal zijn gaan vinden, van iedereen een eigen auto tot overal snelwegen, van internet tot AI, en van volledig data-driven zorg, tot robotica. Tegelijkertijd snap ik ook wel dat ik op Don Quichot lijk, die de strijd aangaat tegen de dingen zelf. Waarschijnlijk een strijd tegen windmolens. Wijzen naar politiek of economie als oorzaak van de polycrises, houdt het gerealiseerde monster buiten schot, op wat speldenprikjes na tegen fossiele brandstoffen. Hoewel wellicht makkelijker te strijden tegen de vermeende economie, hebzucht of politiek waarmee de materialen over de hele planeet verhandeld worden, geloof ik niet dat deze abstracte zaken bedacht zijn. Ze emergeren, als bijproducten van onze innovatiedrift, die welbeschouwd vaak voortkomen uit de beste intenties om het leven voor velen een beetje makkelijker te maken. 

Echter, nu is het tijd voor schroom, we hebben teveel betrokkenheid op de directe omstandigheden – de ecologie – van teveel mensen afgenomen, zeker in de rijke wereld. Hierdoor zijn we, op ademhalen na, ongeveer alles gaan uitbesteden aan devices die het beter zouden kunnen dan wijzelf. Ik durf te stellen, dat we beter af zijn, als we weer veel meer de handen uit de mouwen gaan steken, elkaar de hand toereiken en omhelzen, zonder schroom!

woensdag 18 oktober 2023

Onverenigbaar

Afgelopen weekend heb ik onze piano, waarvan steeds meer toetsen na aanslag traag terugveerden, helemaal uit elkaar gehaald, schoongemaakt en weer in elkaar gezet, met als gevolg weer een heerlijk spelende top piano (het is een instrument uit het topsegment). Hoewel het een hele zaterdagmiddag heeft gekost, geeft het een heerlijke voldoening, om zo te kunnen doen waar wij als mens – technische soort, ik schrijf er regelmatig over – goed in zijn: onze omgeving aanpassen aan onze behoeften. De voldoening van actief aan je eigen omgeving bouwen en innoveren, is heerlijk, hoewel ik snap dat er zorg voor dragen dat we niet doodvriezen – een dak boven het hoofd maken, en/of een warme trui of jas produceren – evolutionair gezien belangrijker is dan een piano speelklaar maken.



Net nadat ik alle zaken voor het pianoavontuur had klaargelegd (bandjes, veertjes, loodjes, viltjes, stofdoek, olie en lijm), en ik mijn telefoon aan de oplader wilde leggen (batterij minder dan 15%), blijkt het ding niet meer te willen opladen. Ik herinner me de vorige (zelfde merk, eveneens zeer dun) "smart" phone, die ook aan het oplaadplugje ten onder ging (ik kreeg hem niet uit elkaar, kon er geen nieuwe plug in solderen), en besef me dat mijn antwoord tijdens een lezing op een avond vorige week, eigenlijk nog zo gek niet was. Tijdens mijn lezing vertelde ik dat we in een wereld terecht zijn gekomen waarin we vooral nog (hightech) producten consumeren, terwijl onze technologische inventiviteit, zo betoogde ik, ons als soort doet onderscheiden van (praktisch alle) andere soorten. Inventiviteit kunnen we individueel nog nauwelijks kwijt, alles is prefab en zo complex, dat we ons “ei” hierin geenszins kwijt kunnen. Iemand in de zaal vroeg me, of ik zou vinden dat we beter af zouden zijn als de mensheid terugviel naar “sticks en bones”. Hoewel ik de uitdrukking niet kende, begreep ik dat hiermee wordt bedoeld een primitiever niveau van onze omgeving aanpassen aan onze biologische beperkingen. Mijn antwoord was volmondig ja. We zouden opnieuw kunnen beginnen, in harmonie met de regionale ecologische omstandigheden zouden we hutten bouwen, inventief zijn, voedsel zoeken, en voorraden aanleggen, etc. Mijn ja kwam na een vurig betoog, over gebrek aan perspectief, zingeving, en over het al meer dan 10 jaar telkens verder dalend niveau van waargenomen welzijn onder veel leeftijdsgroepen, waaronder jongeren. Maar ergens in mijn achterhoofd sprak een stem dat ik niet werkelijk teruggeworpen zou willen worden op prehistorische omstandigheden.

Nu moet u weten dat ik, ondanks dat mijn blogs vaak als ethisch/filosofisch of op z’n minst psychologisch worden opgevat, het bezig zijn met techniek (bouwen, prutsen, en zoals ik het altijd in mijn gezin noem, knutselen) mijn lust en mijn leven is. Dat gaat van abstract (taal, code, wiskunde en muziek) naar heel concreet (bouwen, verbouwen). Wellicht is het juist ook hierom, dat het voor mij zo opvallend is dat de industrie steeds moeilijker aan te passen producten op de markt brengt. Kon je 2 decennia terug met gemak je eigen desktop in elkaar knutselen, tegenwoordig heeft praktisch iedereen enorm dunne laptops, waar je heel weinig nog zelf aan kunt doen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Fairphone, bijvoorbeeld, maakt smartphones die wel reparabel zijn. Het zou mooi zijn als dit soort initiatieven met een beetje “dwang” vanuit werkgevers en/of overheid zouden worden beloond. True Pricing, maar dan wel met de hele keten in ogenschouw genomen. De totale reis die alle producten op het gemiddelde bord avondeten van de gemiddelde Nederlander heeft afgelegd, zo liet SDG Nederland weten, is 30.000 kilometer.

Nu zult u zich afvragen wat dat te maken heeft met het feit dat wij onze psychologische inventiviteit niet meer productief kwijt kunnen bij het aanpassen (en repareren) van veel moderne (smart-tech) “noodzakelijkheden” die ons omringen. Ook met betrekking tot ons voedsel zijn we vooral consumenten, niet in verbinding met onze eigen bodem en omgeving. Als we de transitie willen maken van een consumptieve mensheid met een veel te grote planetaire voetafdruk, naar actieve gemeenschappen in kleine ecologisch gebieden, moeten we open staan voor wat wel verenigbaar is: maken en gebruiken, repareren en hergebruiken, geven en nemen! 

PS De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik mijn telefoon dit keer heb kunnen redden met een beetje contactspray....

vrijdag 13 oktober 2023

Olifant, waar dan?

Afgelopen 2 weken mocht ik 9 keer ongeveer dezelfde lezing geven. Negen keer een (stom) verbaasd publiek. Waarom? Telkens vraag ik me af, hoe het kan, dat we er allemaal zo omheen draaien. Ja, de meeste mensen weten ondertussen dat we zoveel grondstoffen van onze planeet omzetten in energie en producten, dat de gevolgen voor mens en natuur (en via massavernietigingswapens zelfs de planeet zelf) desastreus (kunnen) zijn, en dat de situatie elke dag erger wordt. Maar wat precies dit alles veroorzaakt, daar hebben we het niet over. Ja, ons eigen gedrag, zucht naar macht en rijkdom, onze psychologie dus. Of onze bestuurssystemen, geldzucht, economie. Als we het er al over hebben, dan isoleren we het probleem tot klimaat, of iets specifieker, (betekenis)economie, of, nog iets specifieker, fossiele brandstoffen. Durft dan niemand het gewoon te zeggen?

Sterker nog, de precieze oorzaak wordt keer op keer aangehaald als onze enige redding. Onze minister Dijkgraaf, bijvoorbeeld, een wereldbefaamd fysicus, durft openbaar te beweren dat wetenschap in de cockpit van het bestaan zit. In deze blog probeer ik het ook eens, de olifant in de kamer in niet te benoemen, maar dat is niet eenvoudig. Ik denk aan XR (Extinction Rebellion), naar de acties op de A12 tegen fossiele brandstoffen. Alsof fossiele brandstoffen niet slechts een topje van de ijsberg zijn. Alsof elektrificatie van het wagenpark automobiliteit volhoudbaar maakt. Alleen al voor het wegverkeer, zijn er zo ongelofelijk veel kilometers asfalt, fundering daaronder, met drainagesystemen, vangrails, verlichting, continue hulpdiensten enzovoort, enzovoort nodig, dat de brandstof waarmee de elementen over dit systeem zich verplaatsen, een druppel op een gloeiende plaat zijn. Met in gedachten de Jevons paradox - als een systeem of technologie efficiënter wordt, wordt de winst (op den duur zelfs meer dan) opgesoupeerd door het toegenomen gebruik – weten we dat minder energetische kosten zullen leiden tot nog meer (auto)gebruik, en daarmee onherroepelijk tot nog meer kilometers asfalt.

Wat is ons bestaan? Wat is onze essentie? Terwijl ik deze vragen stel, besef ik, dat ik de olifant toch al weer heb genoemd. Tegelijkertijd geloof ik, dat als we serieus ons collectief menselijke probleem op de geglobaliseerde planeet durven te benoemen, dat we vanzelf ook terecht zullen komen bij de aanleidingen van psychologische en zeker ook economische aard. Maar als een land, bijvoorbeeld, letterlijk wordt aangevallen door een vijandige natie, of een natuurramp, heeft het niet de eerste prioriteit om psychologische verhandelingen te houden over “in-crowd thinking”, of “zondebok mechanismen”, net zo min als verhandelingen houden over economische instabiliteit, of kapitalisme, of perspectiefloosheid. Wat nodig is, is hulp, handen, middelen. Achteraf zijn al deze verhandelingen wellicht alsnog nodig, om op verhaal te komen.

De koe bij de horens. Wij, mensheid, vallen onszelf aan met het omzetten van onze innovatieve inventiviteit in technologie. Technologie is de olifant. Bij het woord energietransitie, denken we aan een andere (“schonere”) vorm van energie voor … onze technologische devices! We denken niet aan betere energie voor de ecologie: de natuur, onze eigen voeding, een voedzaam klimaat voor de bossen, etc.. Alles wordt ingezet om een enorm uit de hand gelopen technologisering te voeden. Van snelwegen tot digitale snelwegen. Ze is haast letterlijk een gigantische afgod die haar grip op ons steeds meer alomvattend krijgt (“Moloch”). Als mensheid zetten wij onze planetaire voetafdruk door inzet van technologie: (landbouw) industrie, mobiliteit, vermaak en data-industrie. De gevolgen zijn materieel voor iedereen zichtbaar. Maar ook psychologisch en economisch zijn de ontluisterende gevolgen al lang niet meer te overzien, van (energie en materie) verslaving tot ongelijkheid, van eenzaamheid en perspectiefloosheid, tot massale algoritmische onderwerping aan middelmatigheid. Als iemand al heel voorzichtig vraagtekens plaats, staan we in de rij om te roepen dat technologie ook heel veel heeft gebracht…

Waarom? In moeilijke omstandigheden, zijn mensen in staat gebleken de omgeving aan te passen aan hun mogelijkheden. Beperkingen oplossen door techniek. We zijn een technische soort. Dat de omstandigheden nu moeilijk zijn, behoeft geen betoog. Dat we daarom roepen om versnelling van innovatie, tja, het is logisch. Maar als je de omgekeerde U begrijpt (zie figuur), weet je dat het nu gaat om vertragen en verbinden. Technologie? Hooguit Detech technology!



Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...