vrijdag 26 september 2025

Verliefdheid en extreem gedrag

Vanuit een ontwikkelingspsychologisch kader kan je verliefdheid zien als een noodrandsoen aan verbrekingsenergie. Als mens zijn we allen gewoontedieren, en door in vaste gewoontes terug te vallen, kunnen we met zo min mogelijk energieverspilling verzekerd zijn dat ons leven voortkabbelt. Het leven van de adolecent of (bijna) jong volwassene in het ouderlijk huis is vaak comfortabel, vaak wordt er van alles vanuit ingesleten gewoontes sinds je geboorte nog steeds voor je gedaan (denk aan was, koken, schoonmaken, etc.). In dit kader sprak men van “Hotel Mama”. Om het ouderlijk huis uiteindelijk definitief te verlaten, een comfortabele haast moeiteloos ontstante gewoonte inruilen voor het ongewisse bestaan als “zelfstandige”, is verbrekingsenergie nodig. Die energie wordt geleverd door... verliefdheid: het tot over je oren verliefd zijn op die ander, het hoofd op hol en hemel en aarde willen bewegen voor de zekerheid van aanwezigheid van die ander, die met stip op één is komen te staan als belangsrijkste mens op de planeet en bovendien jou ook tot goddelijke proporties van belangrijkheid voor hem/haar heeft verheven. Een verliefd mens heeft energie voor twee, maar beweegt ook vaak tussen hoop en wanhoop, in vreugde en angst, eenheid en jaloezie, haast als een waanzinnige. Gevoelens worden uitvergroot, voor veel mensen is de herinnering aan de periode van hevige verliefdheid (periodes van verliefdheden) gevuld met plezier maar ook enigszins aan schaamte, want uitspattingen horen daar ook bij. Maar de energie wordt vaak omgebogen in het starten van een leven op eigen benen, zelfstandig of samenwonend en zo heeft het wel degelijk een belangrijke ontogenetische functie: uit het nest, je eigen familie (of glan) starten.

Verliefd worden is niet het enige noodrantsoen aan verbrekingsenergie in de fase van adolescentie naar (jong)volwassenheid. Op de leeftijd dat uit huis gaan een rol gaat spelen, als zelfstandigheid en dus het verbreken van de comfortabele geborgenheid van het ouderlijk nest dichterbij komt, is het maatschappelijke en sociale appel op jou als wereldburger steeds luider geworden: je word gevraagd wie jij bent, wat jij de wereld te bieden hebt, waar jij voor staat. Naast en uiteindelijk in plaats van onderwijs komt arbeid, (dienst) plicht. Het gaat om jouw identiteit, politiek, religieus, vrienschappelijk, maatschappelijk. Je kon je niet langer verborgen houden achter je ouders, of gezin. Jouw perspectief dien je in overeenstemming te brengen met de maatschappelijke perspectieven, met wat jij zult gaan bijdragen aan de wereld (werk, wonen en liefde, ofwel, talenten, leefomstandigheden en gezin, hobbies, etc.).

Als we uit de eerste alinea het noodrantsoen aan “verbrekingsenergie” koppelen aan de noodzaak van perspectief uit de tweede alinea, zien we direct wat er op dit moment in onze wereld grandioos mis lijkt te gaan. Jonge mensen, vol van levensenergie in een wereld die in de zogenaamde luminale fase staat. De fase van adolescentie wordt in de ontwikkelingspsychologie ook wel een moratoriumfase genoemd, een wachtkamer. Je moet nog naar school, nog wachten met je zelfstandig te gaan vestigen (wonen en werken), terwijl je dat fysiek best zou kunnen als je een jaar of 14 bent (geslachtsrijp) bent. Vanwege de complexiteit van de samenleving gaan we op ons veertiende gemiddeld nog bijna 10 jaar naar school! Een lange tijd in de wachtkamer dus. En nu is de samenleving in het geheel in een luminale fase, een soort wachtkamer, een drempel naar het ongewisse. Veel staat op losse schroeven. Woonruimte is voor veel jongeren geen vanzelfsprekendheid. Baan en carriereperspectieven veranderen door nieuwe technologieen die uiterst aggressief overal grip op krijgen met de dag en oorlog dreigt, naast ecologische en klimaat ontregelingen.

Psychologisch en fysiologisch blijven we mensen, en juist in crisissituaties levert moeder natuur ons noodrantsoenen aan ontsnappingsenergie, om het een tijdje vol te houden. Hoe meer de huidige situatie in de wereld als een crisis wordt beleeft, hoe meer noodrantsoenen zullen worden aangebroken. Schommelingen, polariseren, tussen extreme hoop en wanhoop, liefde en woede, is hierin eerder regel dan uitzondering. In de echokamers die het internet (socialemedia gemedieerd door AI algoritmes) ons geeft, krijgen we allemaal ons gelijk, maar voelen we ons steeds minder begrepen. Zo fokken we onszelf en worden we opgefokt... Dit is een kraamkamer van exrtreem gedrag.



Op de foto een veel jongere versie van mij, met mijn geliefde hond (Duitse Dog) Sheilla 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Verliefdheid en extreem gedrag

Vanuit een ontwikkelingspsychologisch kader kan je verliefdheid zien als een noodrandsoen aan verbrekingsenergie. Als mens zijn we allen gew...