Wie ben ik? Waar kom ik vandaan, waar ben ik op weg naar toe?
Wat ben ik wezenlijk, en wat ben ik tijdelijk, bijvoorbeeld om te voldoen aan
verwachtingen, van mezelf, of van mijn directe omgeving, of van de wereld om me
heen? Is mijn wezen materieel, of (ook/uitsluitend) immaterieel? Dit soort
vragen stellen we allemaal wel eens, en hoewel het letterlijk en figuurlijk
wezenlijke vragen zijn, ontsnappen ze (grotendeels) aan de wetenschappelijke
belangstelling. Ze zijn niet direct objectiveerbaar en daarmee niet
toegankelijk voor de wetenschappelijke methode. Maar feitelijk zijn ze juist
bij uitstek psychologisch (en filosofisch). Inner Development Goal 1 luidt Being,
in het Nederlands vertaald, Zijn. Het Engelse being is echter naast zijn,
ook worden (proces) en wezen (creatuur, schepping).
Wat ik als ik of mijn wezen beschouw, heeft meerdere bronnen.
Zo is er mijn geschiedenis, die zowel impliciet, als expliciet mijn geheugen
vormt. Impliciet via geautomatiseerde reacties, vaardigheden en duidingen van
patronen en spiegelingen uit de wereld die ik waarneem via mijn zintuigen.
Expliciet zijn er de herinneringen, die ik terug kan halen, en ook de gedachten
die ik in het hier en nu kan vormen over wat ik waarneem, herinner of over wat
ik doe of zou moeten doen. Dit is onze centrale aandacht, die we vaak aanduiden
met ik. Ik denk, ik besta… Maar ben ik dan mijn bespiegeld handelen in de
wereld? Is dan mijn Being?
Laten we daar op inzoomen. Alleen al het internet biedt via
onder meer de sociale media ontzettend veel bronnen waartoe ik me verhoud. Wat
me wordt voorgespiegeld kan ik van goedkeuren tot afkeuren, of gaan begeren of
juist vermijden. Ook vele andere spiegels kunnen me “vertellen” wie ik ben,
mijn diploma’s, titels, functies, prestatie indicatoren, vaardigheden, talenten
en beperkingen, IQ, persoonlijkheidstype, DSM5 classificaties. Allen kunnen
gaande ons leven mede bepalen wie ik ben. Maar gaan ze over wie ik wezenlijk
ben? Of vormen ze allemaal bij elkaar een soort band of sfeer om ons heen van
“spiegel” beelden, attributen, die we gaan gebruiken om onze tooi die we de
wereld (en onszelf) tonen mee op te bouwen. Net als een letterlijke spiegel,
vormen ze een spiegelsfeer, die zo echt lijkt, dat we soms bijna gaan geloven
dat wij de optelsom van alle spiegelingen zijn. Lang niet allemaal worden we,
zoals Narcissus verliefd op ons spiegelbeeld, en verdrinken we als we trachten
met de spiegel die de rivier des levens vormt proberen samen te vallen. Velen
van ons hebben feitelijk zelfs een hekel aan (delen van) hun spiegelsfeer.
Sinds het internet is deze spiegelsfeer meer in onze
persoonlijke ruimte gekomen. Op de sociale media spiegelen we ons aan “vrienden”
in schijnbaar perfecte levens en avonturen, geregisseerd om goed, avontuurlijk,
of fantastisch over te komen. Wat wij vanuit onszelf, als het ware van
binnenuit (geheugen, eigen continue leven) weten, is niet zonder meer hierop af
te stemmen. Moderne apps kunnen me een spiegel voorhouden, waarin ik real-time
een mooiere kaaklijn, of prachtige wimpers heb. Zelf weet ik beter. Ik ben niet
(of in ieder geval veel meer, of minder) dan mijn bespiegelingen. Hoewel het bijvoorbeeld
van waarde kan zijn om te leren kijken naar mijn gedrag door de data van de smartwatch
(wanneer vind ik iets spannend en gaat mijn hartslag omhoog, loop of beweeg ik
wel genoeg), en zo ingesleten ongezonde patronen kan leren veranderen (de
smartwatch als therapeuticum), gaat dit niet over mijn wezen. Ik ben
niet mijn Quantified Self.
Hoe kom ik voorbij de schijn? Volgens IDG gaat zijn
over Innerlijk Kompas, het hebben van een diep gevoel van verantwoordelijkheid
en inzet voor de waarden en bijdragen aan het welzijn van het geheel, over Integriteit
en Authenticiteit, Openheid en Leermentaliteit, Zelfbewustzijn en Aanwezigheid (in
het hier en nu kunnen zijn, zonder oordeel). Kortom, om te werken aan Zijn, wie
ik Ben en waar naartoe ik op weg ben (Worden), mijn Wezen, is het goed om
bewust te worden van de spiegelsfeer rondom ons, en daar doorheen te breken,
naar de diepere laag waar IDG1 over gaat.
Gisteren na een presentatie over de IDGs vroeg een van de studenten hoe ze haar innerlijke kompas kon vinden? Ze voegde er aan toe, waarbij je echt je eigen stem vindt zonder invloed van anderen. Een goede vraag.
BeantwoordenVerwijderenJe innerlijke kompas vinden is iets dat tijd vraagt. Je ontdekt het vooral door te doen, experimenteren en oefenen.
Een mooie Oosterse uitspraak die ik deelde "Wanneer je een paar uur voor je overlijden ontdekt wat jou rol op aarde is, dan is dat op tijd genoeg. Tot die tijd blijven oefenen."
Ik zei haar dat het mij ruim 50 jaar heeft gekost om mijn innerlijke kompas helder te krijgen. Blijf experimenteren, leren door doen en ontdekken wat bij je past en wat niet. Zo ontdek je vanzelf wat je Innerlijke kompas is. Maak je je er niet te druk over op jonge leeftijd.
Mooi, Erno, en ik ben het zeer met je eens, dat het vinden van je eigen stem, al doende, ook in interactie met anderen (en reflectie op jezelf, maar ik vind spiegelen zo'n rot woord, zo op de schijn/sluiers gericht), is waar we een leven lang mee bezig zijn... Dank voor de mooie reactie!
VerwijderenOver die 'spiegels':
BeantwoordenVerwijderenVerliefd zijn op je spiegelbeeld is niet goed, maar het verafschuwen ook niet, doe maar iets er tussen in.
Een beetje ruimte en wrijving geeft energie, inzichten, verandering.
Spiegels zijn hulpmiddelen, maar laat ze niet jouw waarheid afdekken.
Is de hoge mate van stress en burnout dat we ons nog meten.spiegelen,gedragen naar allerlei systemen/rollen/omgevingen waarvan we inmiddels een klein beetje voelen/zien dat die niet meer de goede weg zijn? Het radertje dat er achter komt dat het geen radertje is? Wat nu? Het eendje dat zichzelf eerst knap vindt, dan al minder, dat moet er nog achter komen dat ie eigenlijk een zwaan is ?
Eens, Ruud, zonder spiegelingen krijgen we onszelf slecht/niet in beeld. We mogen best een beetje van ons spiegelbeeld genieten... Maar onszelf volledig laten samenvallen met alle spiegeltjes en kraaltjes die onze complexe systeemwereld ons 24/7 teruggeeft (feitelijk op ons bombardeert), is mi het meest onwezenlijke dat we zouden willen...
Verwijderen