vrijdag 30 juni 2017

In 2050 is iedereen braindead!

De relatie tussen mens en techniek is complex. Met relatief eenvoudige techniek (een speer, schaats, of wiel) heeft de mens letterlijk en vaak ook figuurlijk veel meer grip gekregen op haar leefwereld. Maar met de toename van de complexiteit van techniek lijkt er een tweedeling te zijn ontstaan: een klein deel van de mensen omarmt en benut de enorme uitbreiding van de potentiĆ«le mogelijkheden, terwijl de "massa" een beperkte set van stereotype mogelijkheden veralgemeniseert. Een beetje als bij globalisering, waarbij zeer algemene leef aspecten breed verbreid raken, terwijl er ook voor kleine groepen liefhebbers nichemarkten ontstaan. 

Gisteren was ik bij de opening van het BioBased Kenniscentrum van de Hanzehogeschool. Een muzikant wees de aanwezigen op het gegeven dat sinds de digitalisering in de popmuziek alleen nog maar ongeveer dezelfde muziek uit zo'n beetje alle luidsprekers klinkt: muziek met een voorspelbaar deuntje (mineur of majeur schaal) en een nog voorspelbaarder (gaap...) dreuntje, een vierkwartsmaat. Hij vroeg zich af waar de walsen, de "take fives" (5/4) en muziek in andere toonschalen zijn gebleven. Vervolgens demonstreerde hij met een synthesizer en moderne computer zijn eigen muziek, met volkomen nieuwe toonschalen, afgeleid van een verbinding van het lichtspectrum met het geluidspectrum. Adembenemende mogelijkheden. Maar velen luisteren telkens weer naar ongeveer hetzelfde. Ontwikkeling in een niche, en stilstand in de massa. 

(Digitale) mechanisering leidt in praktijk vaak tot stereotypie en eenvormigheid. Wat is er aan de hand? Leidt keuzevrijheid tot inertie? De technische ontwikkeling gaat nu zo snel, is dan een meerderheid van de mensheid in 2050 braindead?


4948CBC7-1C4C-4023-B79E-55153B8A6AEC-1-2048x1536-oriented.png

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...