vrijdag 27 oktober 2023

Zonder schroom!

 

Zolang we overal en ook nog zonder schroom kunnen lezen dat technologie de manier waarop we leren, leven en liefhebben blijvend nog meer zal veranderen, is er weinig hoop. Zolang mensen gestigmatiseerd worden als conservatief, of patiënten met technologieangst, als ze weerstand voelen tegen het rücksichtslos gelijkstellen van technologische innovatie met “vooruitgang”, valt er nog veel te winnen. Een wereld, of planeet, wel te verstaan. Zodra ik op LinkedIn kom, bijvoorbeeld, worden de gesponsorde posts (ja, ik heb een gratis account) op mijn netvlies gebombardeerd van Tech-bedrijven, die nog snellere en betere in-cloud-oplossingen beloven, of met de nieuwste AI technieken beloftes doen die mij, mijn werk, brand of whatever, onsterfelijke populariteit zal brengen. 8 miljard sneeuwwitjes kunnen makkelijk door technologie uit hun slaap gekust worden tot evenzoveel goden, toch?

Ongelofelijk, maar het kan echt anders! Het zou echt mogelijk zijn dat bedrijven serieus technologieontwikkeling inzetten om af te bouwen. Detech technology, terug naar een schaal waar iedereen zelf mee verder kan. Om ons daarmee weer onze eigen – regionale – mogelijkheden terug in handen te geven, om ons aan te passen aan de lokale (en communale) omstandigheden. Niet 24/7 en 12 maanden overal hetzelfde klimaat, dezelfde temperatuur, dezelfde lichtval, en overal dezelfde volledig gestandaardiseerde muziek uit de devices, die uiteraard 24/7 als houvast biedende (fop)spenen ons gevoel van (schijn)veiligheid bieden. Ook zou het perfect denkbaar zijn, dat de vrije journalistiek niet perse op de eerste rij zit om de dwaasheid te beschrijven van het exploiteren van de ruimte, de diepte, of de maan (of verder), om daarmee grondstoffen aan te vullen die onze uitgeputte planeet niet meer kan ophoesten. Ook denkbaar is dat we niet met z’n allen geen tijd meer hebben om voor onze kinderen en ouderen te zorgen, omdat het "echte" leven in onze illusoire wereld vooral achter beeldschermen plaatsvindt.

Het kan anders, maar als ik dan bijvoorbeeld de protestborden van BBB in de weilanden zie, met daarop de bewering dat met deze partij “elke dag beter” zal worden, besef ik dat er nog veel te doen is. Nog meer monocultuur, industriële veeteelt? Hoe blind kan je zijn? Elke dag als we wakker worden, zijn er een aantal hectaren bos verdwenen, en zijn er een aantal hectaren woestijn bijgekomen. En dat gaat al vele decennia zo. Of bedoelen ze met beter nog meer economische groei?

Gelukkig is er een flink aantal mensen dat zich verzet tegen het onmogelijke economische imperatief van oneindige groei uit eindige middelen. Mooi, er is een flinke beweging bezig met vechten tegen de heersende economische modellen. Maar in mijn ogen blijven deze modellen bijeffecten, schimmen, zolang de feitelijke crisisveroorzaker – de gerealiseerde veel te grote planetaire voetafdruk: technologie –  niet zelf wordt aangepakt. De abstracties daarachter zijn geduldig, buigen wat mee, maar we moeten echt stoppen met heel veel zaken die we normaal zijn gaan vinden, van iedereen een eigen auto tot overal snelwegen, van internet tot AI, en van volledig data-driven zorg, tot robotica. Tegelijkertijd snap ik ook wel dat ik op Don Quichot lijk, die de strijd aangaat tegen de dingen zelf. Waarschijnlijk een strijd tegen windmolens. Wijzen naar politiek of economie als oorzaak van de polycrises, houdt het gerealiseerde monster buiten schot, op wat speldenprikjes na tegen fossiele brandstoffen. Hoewel wellicht makkelijker te strijden tegen de vermeende economie, hebzucht of politiek waarmee de materialen over de hele planeet verhandeld worden, geloof ik niet dat deze abstracte zaken bedacht zijn. Ze emergeren, als bijproducten van onze innovatiedrift, die welbeschouwd vaak voortkomen uit de beste intenties om het leven voor velen een beetje makkelijker te maken. 

Echter, nu is het tijd voor schroom, we hebben teveel betrokkenheid op de directe omstandigheden – de ecologie – van teveel mensen afgenomen, zeker in de rijke wereld. Hierdoor zijn we, op ademhalen na, ongeveer alles gaan uitbesteden aan devices die het beter zouden kunnen dan wijzelf. Ik durf te stellen, dat we beter af zijn, als we weer veel meer de handen uit de mouwen gaan steken, elkaar de hand toereiken en omhelzen, zonder schroom!

woensdag 18 oktober 2023

Onverenigbaar

Afgelopen weekend heb ik onze piano, waarvan steeds meer toetsen na aanslag traag terugveerden, helemaal uit elkaar gehaald, schoongemaakt en weer in elkaar gezet, met als gevolg weer een heerlijk spelende top piano (het is een instrument uit het topsegment). Hoewel het een hele zaterdagmiddag heeft gekost, geeft het een heerlijke voldoening, om zo te kunnen doen waar wij als mens – technische soort, ik schrijf er regelmatig over – goed in zijn: onze omgeving aanpassen aan onze behoeften. De voldoening van actief aan je eigen omgeving bouwen en innoveren, is heerlijk, hoewel ik snap dat er zorg voor dragen dat we niet doodvriezen – een dak boven het hoofd maken, en/of een warme trui of jas produceren – evolutionair gezien belangrijker is dan een piano speelklaar maken.



Net nadat ik alle zaken voor het pianoavontuur had klaargelegd (bandjes, veertjes, loodjes, viltjes, stofdoek, olie en lijm), en ik mijn telefoon aan de oplader wilde leggen (batterij minder dan 15%), blijkt het ding niet meer te willen opladen. Ik herinner me de vorige (zelfde merk, eveneens zeer dun) "smart" phone, die ook aan het oplaadplugje ten onder ging (ik kreeg hem niet uit elkaar, kon er geen nieuwe plug in solderen), en besef me dat mijn antwoord tijdens een lezing op een avond vorige week, eigenlijk nog zo gek niet was. Tijdens mijn lezing vertelde ik dat we in een wereld terecht zijn gekomen waarin we vooral nog (hightech) producten consumeren, terwijl onze technologische inventiviteit, zo betoogde ik, ons als soort doet onderscheiden van (praktisch alle) andere soorten. Inventiviteit kunnen we individueel nog nauwelijks kwijt, alles is prefab en zo complex, dat we ons “ei” hierin geenszins kwijt kunnen. Iemand in de zaal vroeg me, of ik zou vinden dat we beter af zouden zijn als de mensheid terugviel naar “sticks en bones”. Hoewel ik de uitdrukking niet kende, begreep ik dat hiermee wordt bedoeld een primitiever niveau van onze omgeving aanpassen aan onze biologische beperkingen. Mijn antwoord was volmondig ja. We zouden opnieuw kunnen beginnen, in harmonie met de regionale ecologische omstandigheden zouden we hutten bouwen, inventief zijn, voedsel zoeken, en voorraden aanleggen, etc. Mijn ja kwam na een vurig betoog, over gebrek aan perspectief, zingeving, en over het al meer dan 10 jaar telkens verder dalend niveau van waargenomen welzijn onder veel leeftijdsgroepen, waaronder jongeren. Maar ergens in mijn achterhoofd sprak een stem dat ik niet werkelijk teruggeworpen zou willen worden op prehistorische omstandigheden.

Nu moet u weten dat ik, ondanks dat mijn blogs vaak als ethisch/filosofisch of op z’n minst psychologisch worden opgevat, het bezig zijn met techniek (bouwen, prutsen, en zoals ik het altijd in mijn gezin noem, knutselen) mijn lust en mijn leven is. Dat gaat van abstract (taal, code, wiskunde en muziek) naar heel concreet (bouwen, verbouwen). Wellicht is het juist ook hierom, dat het voor mij zo opvallend is dat de industrie steeds moeilijker aan te passen producten op de markt brengt. Kon je 2 decennia terug met gemak je eigen desktop in elkaar knutselen, tegenwoordig heeft praktisch iedereen enorm dunne laptops, waar je heel weinig nog zelf aan kunt doen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Fairphone, bijvoorbeeld, maakt smartphones die wel reparabel zijn. Het zou mooi zijn als dit soort initiatieven met een beetje “dwang” vanuit werkgevers en/of overheid zouden worden beloond. True Pricing, maar dan wel met de hele keten in ogenschouw genomen. De totale reis die alle producten op het gemiddelde bord avondeten van de gemiddelde Nederlander heeft afgelegd, zo liet SDG Nederland weten, is 30.000 kilometer.

Nu zult u zich afvragen wat dat te maken heeft met het feit dat wij onze psychologische inventiviteit niet meer productief kwijt kunnen bij het aanpassen (en repareren) van veel moderne (smart-tech) “noodzakelijkheden” die ons omringen. Ook met betrekking tot ons voedsel zijn we vooral consumenten, niet in verbinding met onze eigen bodem en omgeving. Als we de transitie willen maken van een consumptieve mensheid met een veel te grote planetaire voetafdruk, naar actieve gemeenschappen in kleine ecologisch gebieden, moeten we open staan voor wat wel verenigbaar is: maken en gebruiken, repareren en hergebruiken, geven en nemen! 

PS De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik mijn telefoon dit keer heb kunnen redden met een beetje contactspray....

vrijdag 13 oktober 2023

Olifant, waar dan?

Afgelopen 2 weken mocht ik 9 keer ongeveer dezelfde lezing geven. Negen keer een (stom) verbaasd publiek. Waarom? Telkens vraag ik me af, hoe het kan, dat we er allemaal zo omheen draaien. Ja, de meeste mensen weten ondertussen dat we zoveel grondstoffen van onze planeet omzetten in energie en producten, dat de gevolgen voor mens en natuur (en via massavernietigingswapens zelfs de planeet zelf) desastreus (kunnen) zijn, en dat de situatie elke dag erger wordt. Maar wat precies dit alles veroorzaakt, daar hebben we het niet over. Ja, ons eigen gedrag, zucht naar macht en rijkdom, onze psychologie dus. Of onze bestuurssystemen, geldzucht, economie. Als we het er al over hebben, dan isoleren we het probleem tot klimaat, of iets specifieker, (betekenis)economie, of, nog iets specifieker, fossiele brandstoffen. Durft dan niemand het gewoon te zeggen?

Sterker nog, de precieze oorzaak wordt keer op keer aangehaald als onze enige redding. Onze minister Dijkgraaf, bijvoorbeeld, een wereldbefaamd fysicus, durft openbaar te beweren dat wetenschap in de cockpit van het bestaan zit. In deze blog probeer ik het ook eens, de olifant in de kamer in niet te benoemen, maar dat is niet eenvoudig. Ik denk aan XR (Extinction Rebellion), naar de acties op de A12 tegen fossiele brandstoffen. Alsof fossiele brandstoffen niet slechts een topje van de ijsberg zijn. Alsof elektrificatie van het wagenpark automobiliteit volhoudbaar maakt. Alleen al voor het wegverkeer, zijn er zo ongelofelijk veel kilometers asfalt, fundering daaronder, met drainagesystemen, vangrails, verlichting, continue hulpdiensten enzovoort, enzovoort nodig, dat de brandstof waarmee de elementen over dit systeem zich verplaatsen, een druppel op een gloeiende plaat zijn. Met in gedachten de Jevons paradox - als een systeem of technologie efficiënter wordt, wordt de winst (op den duur zelfs meer dan) opgesoupeerd door het toegenomen gebruik – weten we dat minder energetische kosten zullen leiden tot nog meer (auto)gebruik, en daarmee onherroepelijk tot nog meer kilometers asfalt.

Wat is ons bestaan? Wat is onze essentie? Terwijl ik deze vragen stel, besef ik, dat ik de olifant toch al weer heb genoemd. Tegelijkertijd geloof ik, dat als we serieus ons collectief menselijke probleem op de geglobaliseerde planeet durven te benoemen, dat we vanzelf ook terecht zullen komen bij de aanleidingen van psychologische en zeker ook economische aard. Maar als een land, bijvoorbeeld, letterlijk wordt aangevallen door een vijandige natie, of een natuurramp, heeft het niet de eerste prioriteit om psychologische verhandelingen te houden over “in-crowd thinking”, of “zondebok mechanismen”, net zo min als verhandelingen houden over economische instabiliteit, of kapitalisme, of perspectiefloosheid. Wat nodig is, is hulp, handen, middelen. Achteraf zijn al deze verhandelingen wellicht alsnog nodig, om op verhaal te komen.

De koe bij de horens. Wij, mensheid, vallen onszelf aan met het omzetten van onze innovatieve inventiviteit in technologie. Technologie is de olifant. Bij het woord energietransitie, denken we aan een andere (“schonere”) vorm van energie voor … onze technologische devices! We denken niet aan betere energie voor de ecologie: de natuur, onze eigen voeding, een voedzaam klimaat voor de bossen, etc.. Alles wordt ingezet om een enorm uit de hand gelopen technologisering te voeden. Van snelwegen tot digitale snelwegen. Ze is haast letterlijk een gigantische afgod die haar grip op ons steeds meer alomvattend krijgt (“Moloch”). Als mensheid zetten wij onze planetaire voetafdruk door inzet van technologie: (landbouw) industrie, mobiliteit, vermaak en data-industrie. De gevolgen zijn materieel voor iedereen zichtbaar. Maar ook psychologisch en economisch zijn de ontluisterende gevolgen al lang niet meer te overzien, van (energie en materie) verslaving tot ongelijkheid, van eenzaamheid en perspectiefloosheid, tot massale algoritmische onderwerping aan middelmatigheid. Als iemand al heel voorzichtig vraagtekens plaats, staan we in de rij om te roepen dat technologie ook heel veel heeft gebracht…

Waarom? In moeilijke omstandigheden, zijn mensen in staat gebleken de omgeving aan te passen aan hun mogelijkheden. Beperkingen oplossen door techniek. We zijn een technische soort. Dat de omstandigheden nu moeilijk zijn, behoeft geen betoog. Dat we daarom roepen om versnelling van innovatie, tja, het is logisch. Maar als je de omgekeerde U begrijpt (zie figuur), weet je dat het nu gaat om vertragen en verbinden. Technologie? Hooguit Detech technology!



woensdag 4 oktober 2023

Meester en dienaar? (deel 2 slot)

OK, vorige week kwam aan de orde dat we twee min of meer gescheiden hersensystemen hebben, de linker- en de rechter hemisfeer. Uit spilt-brain onderzoek wordt gesuggereerd dat beide systemen een iets andere functionele relatie met onze leefomgeving hebben. Bij spit-brain patiënten is de hersenbalk doorklieft (gespleten brein), bijvoorbeeld om te voorkomen dat zwaar ontregelende epileptische activiteit vanuit de ene naar de andere hersenhelft generaliseert. Pop psychologie ging met linker en rechterbreinkennis aan de haal. Echter, op dit moment is met name door het monumentale werk (the matter with things) van Iain McGilchrist het idee van de meester (rechter brein) en haar ambassade (linker brein) weer nieuw leven ingeblazen.

Het is allemaal veel minder eenduidig dan het lijkt. Vroegere ideeën van een creatief brein (rechts) en een analytisch brein (links) zijn op grond van het ontbreken van wetenschappelijke evidentie feitelijk allemaal naar sprookjesland verdreven. Sowieso is het idee dat we zelfs maar een begin van kennis hebben hoe “brein” en “mind” (of psyche) met elkaar samenhangen, al een illusie. Wij zijn ons brein? Onzin! Wij denken met ons brein? Net zoals wij onze spijsvertering gedeeltelijk “uitbesteden” aan de potjes en de pannetjes in onze keuken, waar met koken en bakken het voor-verteren al begint, besteden we ons denken uit aan elkaar en de wereld rondom. Al pratend, lezend en aantonend krijgt ons denken vorm, en ook al onze devices vormen letterlijk en figuurlijk denkramen, ongeveer zoals de potten en pannen dat doen voor onze spijsvertering. Het idee dat we in ons brein locaties kunnen aanwijzen waar we bijvoorbeeld tellen, of liefhebben (lokalisatietheorieën), is net als de knobbelkunde (de frenologie, waarbij bijvoorbeeld een wiskundeknobbel zou kunnen worden aangewezen) al lang achterhaald.

Wel weten we dat ons brein enorm plastisch is, en dat soms mensen waarvan zelfs een hele hemisfeer ontbreekt, goed kunnen meekomen ("wijs" en "analystisch"). Linker en rechter hemisfeer lijken in veel opzichten sterk op elkaar, net als bijvoorbeeld mannen en vrouwen breinen. Onze wetenschappelijke kennis gaat niet verder dan dat bepaalde delen van de hersenen bij bepaalde processen een rol spelen. Tot dit algemene niveau gaat ook onze linker- en rechterbrein kennis. Dus leiderschap volgens het linkerbrein (micromanagement) of juist rechterbrein (wijsheid gericht op verbondenheid) is vanuit neuro-inzichten onzin.

Is het daarmee onzin om te spreken van dit soort onderscheiden? Wat mij betreft niet noodzakelijkerwijs! Het is namelijk te gemakzuchtig (en arrogant) om mensen te verketteren die met verhaalstructuren trachten de complexe wereld uit te leggen in termen van het mentale. Zolang we elkaar maar niet gaan labelen met typisch een rechts-hemisferisch persoon (kunstenaar), of juist links-hemisferisch (Asperger). “Wij” (neuropsychologen/wetenschappers) zijn namelijk nog niet in staat zijn gebleken om volgens algemeen aanvaarde consensus de samenhang tussen “neuro” en “psyche” te beschrijven (laat staan te verklaren). Een aantal jaar geleden was het enorm in om naar een training “ken je brein” te gaan, waarin “breinkennis” je zou helpen om een beter manager, leider, partner, of mens te worden. Vaak ageerde ik daartegen in mijn blog.

Nu zie ik dat ik vanuit de neurowetenschap feitelijk niets aan de grote vraagstukken van dit moment – volhoudbaarheid, waarom springen we niet zoals kikkers wel doen uit de pot die op het vuur staat – kunnen bijdragen. Blijven roepen dat het brein niet wetenschappelijk wordt betrokken in de discussies over de grote thema’s, draagt niet bij. Dit betrekken van “breinkennis” in de grote thema’s, laat zien dat deze bron van kennis (en vooral onderzoek) serieus wordt genomen. Vanuit de psyche kan wel worden bijgedragen aan de thema’s. In dit opzicht heb ik het diepste respect voor Iain McGilchrist, die ondanks dit alles toch zijn kennis als gerespecteerd neurowetenschapper inzet, om de wereld uit te leggen, de mensheid op verhaal te brengen. Ik ben er zeker van, dat onze systeemwereld wel degelijk bepaalde processen in onze hersenen veel meer activeren (en daarmee inslijten/ontwikkelen) dan andere processen, details en grijpen meer dan wijsheid en bijdragen, en daarmee is voor mij de meester en haar ambassade een onderdeel van The matter with things


Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...