vrijdag 27 mei 2022

Toegepaste psychologie (3): Schaamte, schuld en zonde! (1)

“Gisteren kwam ik klaar! Eh … dat bedoel ik niet ….” Ken je dat, dat je iets zegt, en dat je plotseling beseft dat dit gemakkelijk heel anders kan worden uitgelegd? Bij mij komt het schaamrood dan direct op mijn kaken. Deze keer ga ik in de korte serie van blogs over fundamenteel psychologische grootheden vanuit een toegepast psychologisch perspectief, in op schaamte, schuld en zonde. Schaamte, schuld en zonde delen met elkaar dat ze alle drie sterke motivatoren zijn tot gedragsverandering. Ook zijn ze alle drie niet zonder meer gewenst, we kunnen er heel uiteenlopend op reageren. Diep schuldgevoel kan aanleiding vormen tot gedragsverandering, verbetering, maar ook tot wegredeneren of (complot) theoretiseren (dat zie je bijvoorbeeld bij sommige klimaatontkenners). Hoe zit dat?

Echte schaamte overkomt je. Je voelt je betrapt, volkomen transparant (naakt) ten opzichte van de ander(en). Je bewaart een geheim (je bent bv heimelijk verliefd), en dan doe of zeg je iets dat deze verborgen gevoelens of kennis volkomen zichtbaar maakt. Dan overkomt je de schaamte. Het is iets van jezelf, want het is heel goed mogelijk dat de ander(en) jouw “geheim” helemaal niet zien, maar juist jouw schaamte opmerken (je blozen, of schrik), of dat ze helemaal niets doorhebben. Schaamte is niet bedacht of gecontroleerd, maar heel lichamelijk (een blosje op je wangen, een gevoel in je buik) sterk embodied, zoals dat in de psychologie heet.

Schuld is rationeler. Als je zegt dat je met het schaamrood op je kaken iets niet weet (wat je wel zou moeten weten), heb je het psychologisch gezien niet meer over schaamte, maar over schuld(gevoel), of zonde, heel andere emoties. Schuld en zonde hebben met elkaar gemeen dat ze allebei verwijzen naar een discrepantie tussen hoe iets zou moeten zijn en hoe het feitelijk is. Het is bijvoorbeeld zonde dat het de hele dag regent op de dag van het jaarlijkse teamuitje in de buitenlucht. In de ideale wereld was het op deze dag droog en zonnig, in de feitelijke wereld is het zo nat, dat de georganiseerde activiteiten afgelast worden. Deze discrepantie duiden we aan met zonde, want niemand kan er iets aan doen. Bij schuld heeft een discrepantie wel een oorzaak (adres), bijvoorbeeld als de organisator van de teamdag deze juist midden in het regenseizoen heeft georganiseerd (met bv 70% kans op veel regen), zonder een plan B (met binnenactiviteiten).

Schuld proberen we te vermijden, door dingen goed te doen, maar natuurlijk lopen zaken soms slecht af, nemen we soms een gok(je), bijvoorbeeld als we aan het verkeer deelnemen, waar de enorme versterking van onze eigen krachten altijd desastreus kan uitpakken, bv als we even afgeleid zijn, of als op een fataal moment ons vervoersmiddel een mankement vertoont. Dat kan dan weer onze schuld zijn omdat we slecht onderhoud hebben (laten) plegen, bijvoorbeeld omdat we te weinig geld hadden. Maar het is ook onze collectieve schuld, omdat we in een gemachineerde wereld leven, waarin we overal letterlijk en figuurlijk boven onze stand en krachten leven. We nemen collectief meer van onze planeet dan we geven, en daarmee zijn we dan bij het thema van de vorige twee blogs en tevens bij een nog onbesproken variant van schuld en zonde: erfzonde.

Erfzonde is dat je bij geboorte eigenlijk al gedeeltelijk oorzaak bent van de discrepantie tussen de feitelijke wereld (waarin iedere burger in Europa een te grote ecologische voetafdruk heeft) en de ideale wereld (waarin de mensheid volkomen in harmonie leeft met de natuur/planeet). Erfzonde stamt uit religie, waarin mensen al “zondig” (feitelijk dus schuldig) worden geboren. Juist omdat dit ook oneerlijk lijkt - wat kan een pasgeboren kind eraan doen dat het in een wereld in disbalans is geboren – speelt het ontkennen van deze vorm van schuld een hoofdrol in onze technologische struisvogelpolitiek. Volgende week gaan we hierop verder.


vrijdag 20 mei 2022

Toegepaste psychologie (2): Aan een basisinkomen overgeleverd?

Hoe zal het zijn, als je geboren bent in een sociale omgeving, waar jouw gaven aan de samenleving er feitelijk niet toe doen? Zou je je bevrijd voelen van de drang om te moeten presteren en je waarde te moeten bewijzen? Of zou je je verloren voelen, nutteloos tussen al die anderen, waarvan sommigen wel noodzakelijk gevonden worden, of zichzelf noodzakelijk vinden om actief en/of al werkend bij te dragen aan de samenleving?

Het zijn dit soort vragen die direct gelinkt zijn aan de psychologie van geven en nemen, waar we vorige week aandacht aan besteed hebben. De beroemde geschiedkundige Yuval Harari schrijft in zijn 21 lessen voor de 21ste eeuw dat door toenemende automatisering en robotisering in de nabije toekomst grote groepen mensen op de arbeidsmarkt waarschijnlijk totaal overbodig worden. Volgens hem kan een basisinkomen dan wellicht een oplossing bieden. Maar juist de sociale media zijn zo enorm verslavend succesvol omdat ze (de illusie van) aandacht geven en krijgen voeden, en ons daardoor een gevoel geven dat we er toe doen en verbonden zijn. Het psychologisch fundament is hier de psychologie van geven en nemen.

Hoewel het virtueel verbonden zijn door posts te plaatsen en te reageren op die van anderen meer weg heeft van een fopspeen (bubbel) dan van een echte bron van voeding, draagt het wel bij aan (informatie) geven en nemen. Experimenten met basisinkomens stellen mensen (tijdelijk) vrij van de plicht tot werk, of in ieder geval van sollicitatieplicht, en vaak wordt er dan gekeken of mensen aan hun eigen ontwikkeling, ondernemerschap of creativiteit gaan werken. Zingeving is daarmee (impliciet) een doel. Een breed gedragen basisinkomen zou echter zeker op termijn volledig losgezongen raken van zingeving, het zou wellicht mensen voorzien van de mogelijkheid om betalend consument te zijn van werkers en producenten die wel weten te produceren. gechargeerd, het maakt ons met geld gevoerde Hans en Grietjes, die slechts hoeven te eten totdat … Tot wat, eigenlijk. Een bizarre toekomstdroom…

Afgelopen week gaf ik een lezing over de toekomst van werk, waar natuurlijk heel veel over gezegd kan worden, dat echter in laatste instantie nooit veel meer dan gespeculeer zal blijken te zijn (de toekomst voorspellen blijft nu eenmaal onmogelijk). Voor mijn lezing hadden de mensen naar een futuroloog geluisterd. Opgewonden liepen ze na de pauze bij mij de zaal in, met opmerkingen zoals “Spannend, de toekomst, dat straks bijna al ons werk beter door AI en machines gedaan zal worden, wat een bijzondere tijd waarin we leven”. Ik vroeg de mensen wat ze daarvan vonden? Willen jullie je werk kwijt, en hoe ga je dan je bijdrage aan de samenleving leveren? Geen antwoord, en dan voorzichtig dat ze daar hadden nog niet over nagedacht hadden. De discussie over de toekomst van werk, waaronder de inzet van "slimme" technologie, wordt nooit democratisch gevoerd. Wat betekent het bv om meer hoeven na te denken, of te werken, psychologisch voor ons, voor ons mentaal welbevinden? Het staat nooit op de agenda van futurologen, of tech-bedrijven, die met disruptieve technologieontwikkeling en implementatie miljoenen verdienen.

Tijdens mijn lezing stel ik dat een basisinkomen als armoedebestrijding naar mijn mening prima is, juist omdat uit diverse onderzoeken is gebleken dat armoede schadelijk is en bovendien onrechtvaardig, dus daar gaat mijn kritiek tegen een basisinkomen niet over. Niet (werkend) bijdragen mag echter geen default worden, dat is pas echt armoede (in termen van geven en nemen). Maar vooral gaat mijn lezing over de psychologische consequenties van future technology. Als we alleen al kijken naar de gevolgen van sociale mediaverslaving op ons leefpatroon en de verstedelijking en globalisering op onze (culturele) diversiteit, dan valt hier heel veel over te zeggen, wat vooral onbesproken lijkt. Met technologie op zich is niet per definitie iets mis. Integendeel, zonder technologie zouden we als mensheid maar een heel beperkte biotoop hebben als letterlijk naakte aap, Echter, waar technologie ons in toenemende mate ongewild is gaan voorschrijven hoe we leven, waar we ons op richten (social platforms, series en andere globale media), is technologie geruisloos overgegaan in technocratie. Technocratie ondermijnt democratie, wederom onbedoeld (ik geloof echt niet in complotten). En de zweverige onbestemdheid van slimme robotica, kunstmatige intelligentie die ons verstand en begrip te boven zal gaan, althans, dat lijken velen te geloven (ik niet!), appelleert aan een ander psychologisch fundament: religieuze verbondenheid. De koning is dood, lang leve de koning.

Na mijn lezing komen een paar mensen naar me toe. Toch wel gek, zeggen ze, dat we dit allemaal “nemen”, dat niemand meer geïnteresseerd lijkt in wat we willen geven. Zonder inzicht in de toegepaste psychologie, zijn we aan de goden – of beter – smart devices overgeleverd!


donderdag 12 mei 2022

Toegepaste psychologie: Geven en Nemen (1)

In deze tijd, waarin elke dag duidelijker wordt dat we vooral via gedragsbeïnvloeding tot een meer duurzame omgang met onze directe omgeving moeten komen, is toegepaste psychologie wellicht het belangrijkste vak dat er nu is. In de komende weken besteed ik aandacht aan psychologische basismechanisme op een toegepast psychologische wijze. De eerste is de psychologie van geven en nemen. Dit thema illustreert wat we bij veel psychologische basismechanismen zien, namelijk dat het in de toepassing zowel wordt uitgebuit, als uitgevlakt en dus een tegenstrijdige toepassing kent. Hoe zit dat?

Als mens zijn wij uitgerust met een psychologisch mechanisme dat continu taxeert of in de sociale omgang het geven en nemen wel in balans zijn. De beroemde primatoloog Frans de Waal schrijft er in veel van zijn boeken over, ook bij de andere mensapen behoort dit principe tot het psychologisch fundament. Sociale groepen zijn in principe eerlijk georganiseerd, als één van de kinderen iets krijgt, moeten de andere kinderen ook iets krijgen, tenzij? Als er speciale omstandigheden zijn (verjaardagen) of sprake is van speciale verdiensten (iemand heeft zich meer dan de anderen ergens voor ingezet) kan dit eenzijdige of ongelijke beloning rechtvaardigen. Maar de balans in de psychologie van geven en nemen is niet aangetast, zolang de gepercipieerde verhouding tussen geven en nemen door alle (of de meeste) leden van de sociale groep als eerlijk wordt erkend. Als één persoon meer krijgt dan volgens deze balans rechtvaardig is, roept dit op tot verzet en herstel van de balans (de heterarchie, ofwel gelijkwaardige platte samenleving), of tot acceptatie van dominante beloners die meer te zeggen hebben dan anderen en daarmee dus tot aanvaarding van hiërarchie (in een latere blog meer hierover).

Deze kennis draagt ieder mens feitelijk (on)bewust met zich mee. Ze wordt vaak onbewust, maar soms ook bewust toegepast. Als bijvoorbeeld een winkel de koffie voor ons klaar heeft staan, hoopt het daarmee de balans tussen geven en nemen een beetje scheef te zetten, in de hoop dat de klant hierdoor gemotiveerd wordt (onbewust) iets terug te willen geven, en zo de balans te herstellen en dan maar meteen iets te kopen. De kunst van de verkoper is om wel aandachtig, maar niet disproportioneel te geven, want dan voelt de klant zich letterlijk gekocht. Ook moet het geven niet al te zeer geïnstitutionaliseerd zijn, want dan gaat het vanzelfsprekendheid of zelfs als een verworven “recht” gelden. Bijvoorbeeld als een werkgever geen kerstpakket geeft, of een te weinig feestelijk kerstpakket, dan doet dat ondertussen meer kwaad dan goed. Niet geven wordt dan de verstoring, geven is de default. Er is dus telkens sprake van het creëren van een korte disbalans in de psychologie van geven en nemen, waardoor de ontvanger gemotiveerd wordt tot herstel van de balans en daarbij overgaat tot het gewenste gedrag (kopen, blijven werken bij de werkgever, etc.).

Toedekken van de balans. In een complex hiërarchisch sociaal systeem, is het onmogelijk om ieder mens evenveel recht te doen op basis van geven en nemen. Sommige mensen moeten hard werken, zodat anderen hun werkdagen kunnen nadenken (de denker moet ook wonen, eten, etc.). Versluiering van de balans gaat via verhalen (narratieven genoemd) zorgen hiervoor. Een voorbeeld van zo’n narratief: Iemand die 8 uur per dag de vloer boent, doet iets dat iedereen zonder (al te veel) scholing kan en verdient daarmee minder geld dan iemand die heel lang gestudeerd heeft (bijvoorbeeld een arts) en iets doet dat volgens de algemene opinie niet iedereen kan. Functiewaarderingssystemen zijn ook narratieven. Het probleem is echter, dat in een samenleving die vrijwel continu wordt geconfronteerd met nieuwe ontwrichtende technologie en andere bedreigingen (zoals oorlogen en pandemieën), de houdbaarheid van dergelijke narratieven steeds korter wordt. Misschien is er nu wel meer behoefte aan goede schoonmakers, dan aan academici, en waarom zou de levenstijd en inzet van schoonmakers minder waard zijn dan die van hooggeschoolden?

Het toegepast psychologische fundament geven en nemen, wordt dus zowel letterlijk gebruikt (om mensen tot gedrag te motiveren), als toegedekt (om de rust te bewaren)…. Volgende week gaan we in op haar toepassing in de digitale wereld.

donderdag 5 mei 2022

Onbezonnen

Zwaar werk, vakantie houden! Deze week zitten we in de Ardennen, in Spa, met onze tent op een camping. Heerlijk wandelen, waarbij onze 14 maand jonge zwarte Labrador Miep onbezonnen alle wandelingen minstens 3 keer doet. In het nieuws lees ik over een onderzoek van Amerikaanse snit, waarin naar voren komt dat het ras van de hond weinig bepalend is voor wat betreft de “persoonlijkheid” of het karakter van de hond. Nu is persoonlijkheid natuurlijk sowieso een antropomorf begrip, maar dat zijn al onze beschrijvingen, we kunnen onmogelijk onszelf buiten onze eigen menselijke natuur plaatsen. Tja, toegegeven, de wetenschap streeft waardevrijheid na, en laat daarmee waarheid en de kennis daarover samenvallen (systematisch, analytisch, toetsbaar, u kent de rijtjes ongetwijfeld uit het hoofd…). Het probleem is echter dat telkens weer de gezochte fusie tussen waarheid en kennis lijkt te wijken, wanneer er “beter”, of vanuit een ander perspectief wordt gekeken. 

Vanuit de heerlijke vakantiewandelingen zien we een LinkedIn post van een Afrikaanse collega professor dat in Oost Afrika het regenseizoen nog steeds geen regen heeft gebracht en dat de temperaturen nu tot 56 graden zijn opgelopen. Vele mensen sterven nu op deze schijnbaar vergeten plek waar de klimaatcrisis zich aftekent terwijl een klimaatramp zich afspeelt: 100 miljoen levens staan op het spel. Ze vraagt zich af waarom dit geen wereld nieuws is; op de mainstreammedia lezen we er niets over. Over wat we daar wel lezen, kom ik zo terug. John Lennon zong het ooit zo treffend: 

Keep you doped with religion and sex and TV 
And you think you're so clever and classless and free”
. 

Op LinkedIn lees ik vervolgens een post van lector Kees Klomp, die wijst op een ander bericht dat volgens hem wereldnieuws zou moeten zijn. Ook met hem kan ik het niet anders dan eens zijn: de 6de van de 9 planetaire grenzen is deze week overtreden, de grenzen waarbinnen de mensheid moet blijven om duurzaam van de planeet gebruik te kunnen blijven maken. Dit keer betreft het consumptiewater. Ook voor het “echte nieuws”, van o.m. de NOS is dit kennelijk niet de moeite van het vermelden waard. 

Wat lezen we wel op de MSM? Dat "wij" met z’n allen recht hebben op vliegvakanties, maar dat personeel krapte op Schiphol roet in het eten gooit. Ook worden we op diverse (amusement) nieuws platforms "getrakteerd" op ongenoegen over grensoverschrijdend seksueel gedrag van foute types als Johan Derksen, die vast niet vanwege hun onsterfelijke wijsheid (en al helemaal niet intelligentie) worden ingehuurd om de dagelijkse nieuwsfeiten te becommentariëren. Net als Ali B voldoet hij hierdoor niet meer, of toch wel, de publieke schandpaal is nog steeds amusement. Dat nieuws over het overvolle Schiphol, toont aan de managers daar niet alleen het klimaat verzieken, maar ook nog eens niet kunnen managen. Of misschien toch, de publieke opinie: nu de zaak in de soep loopt lijkt de conclusie niet te zijn dat we moeten stoppen met massaal uitvliegen, maar dat Lelystad snel een tweede luchthaven moet openen. Hoe heette die film ook weer, waar het onafwendbare op de aarde afkwam, maar de meeste mensen weigerden omhoog te kijken? Oh ja, Don’t look up!

Onze Labrador is super gezeglijk. Van het weekend, net voor de trip naar de Ardennen, kochten we via Marktplaats een paar oude deuren, voor een nieuwe werkkamer die we in de schuur aan het timmeren zijn. De verkoper had een prachtige en hele trouwe en voor hem lieve hond, een Boerboel. Groot, zelfstandig, uit Zuid-Afrika van origine, waar deze honden volkomen zelfstandig de strikte scheidingen tussen mijn en dein wisten te behoeden, soms met fatale afloop voor de “indringer”. De hond begroet ons allervriendelijkst en neemt gretig onze knuffels in ontvangst. Als ik met de door mij gekochte antieke deur het hek uit wil lopen, zegt de allervriendelijkste verkoper: "wacht, ik moet de hond weghouden, want hij heeft de buurman al een paar keer gegrepen toen die wegliep, ondanks dat de man hem de hele avond had geaaid". Persoonlijkheid is sowieso een lastig begrip, wie we zijn, hoe we reageren, het is altijd contextafhankelijk. Wij hebben onze mond vol over Johan Derksen, en over AliB van de Voice of Holland, maar kort geleden was er een documentaire van de EO waarin ernstige misstanden in de jeugdzorg (met onder meer groepsverzorgers die minderjarigen misbruikten) aan bod kwamen, zonder dat het in de MSM ook maar een rimpeling deed veroorzaken. Met een paar simpele zondebokken, of quasi-wetenschappelijke antropomorfe hondduidingen lijken we onze onrust over o.m. klimaat, milieu en seksueel wangedrag af te kopen. Waarden loos en waardeloos liggen vaak dichter bij elkaar dan we denken. Kortom, wat wel en geen nieuws is, "it’s just what we fake”. Maar hoe dan ook, ik geniet van onze vakantie, van de heerlijke ontspanning en inspanning, en van onze heerlijk jonge hond. Don’t look up

PS voor onderzoekers die tijd overhouden, volgens mij is er iets fout in het DNA van jonge Duitse grote auto’s, in vergelijking met Japanse auto’s: hier in de Ardennen remmen ze niet af voor mijn gezin en mij, wijken niet of nauwelijks uit, terwijl de Japanse auto’s dat bijna steevast wel doen. Wat is daar toch aan de hand?


Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...