vrijdag 29 juni 2018

Muziek en technologie

Afgelopen weekend ben ik samen met mijn vriend Hero naar Roger Waters (Pink Floyd) geweest. In de trein naar Amersfoort, vanwaar we per auto verder zijn gereden naar Amsterdam, ving ik een gesprek op tussen twee paar ouders die beide een kind hadden die naar de Rock Academy van een conservatorium wilde. De ene zoon, een drummer, was net afgewezen en hoefde ook niet meer terug te komen. Wat nu, drummen was zijn lust en zijn leven? De dochter van het andere stel zong, maar zou na haar Vwo eerst de vooropleiding doen en dat gaf dan weer "geen enkele garantie op toelating"...

Aangekomen in de Ziggodome, banen Hero en ik ons een weg naar de voorste rij van het balkon. Capaciteit 17.000 man, 4 dagen op rij uitverkocht. Roger Waters wordt dit jaar 75. Ik bedenk dat deze mannen nooit een conservatorium nodig hebben gehad.  De oude rockers zijn de inspiratie dat er überhaupt Rock Academies gekomen zijn. En kennelijk inspireren ze nog steeds! In hetzelfde weekend ging het filmpje Carpool Karaoke Paul McCartney (76 jaar) viraal en werd in enkele uren een paar miljoen keer bekeken.

Hoewel het vrije tijd was - ik heb enorm van de avond genoten - had het onverwacht meer met Brain & Technology te maken dan ik had verwacht. Eerst de technology. In de zaal was ter grootte van een paar aaneengeschakelde huiskamers een volledige "machinekamer" ingericht. Vanaf het balkon hadden we mooi zicht op talloze computers en beeldschermen en een legertje technici, net niet in laboratorium jassen. Tegen Hero grapte ik: "hadden ze nu maar wel al een Rock Academy gehad en gevolgd, dan konden ze het gewoon met een soundengineer achter een mengtafel af". Hero, die veel beter op de hoogte is met Pink Floyd en hun shows, verzekerde dat het spectaculair zou worden met kwadrafonische geluidseffecten, rondvliegende drones, lazershows en nog veel meer. Hij had niets te veel gezegd! Ik heb mijn ogen uitgekeken. Tegelijkertijd heb ik diep respect voor de (oude) mannen: dit is Healthy Ageing! 

Dan nu de Brain component. Tot aan the Wall was het gezellig: goed op elkaar ingespeelde popmusici brachten hun klassiekers met een zekere nonchalance, terwijl de licht- en geluid-show eromheen tot op de milliseconde was geprogrammeerd. Een ontroerend contrast tussen techniek en het af en toe zeker niet perfect "strak" musiceren op het podium, dat de human factor juist accentueerde. Vanaf "the Wall" werd dit ook de expliciete boodschap; de lading werd politiek: weersta de technocratie. "Resist" kwam met bloedletters op de schermen vergezeld met beelden van oorlog en strijd. Explosies waren rondom hoorbaar, we zaten midden in een slagveld, waarin beesten (pigs) "onze" menselijkheid probeerden te vernietigen. 

Na de pauze werd onder meer Trump vergeleken met het varken dat in Animal Farm (Orwell) de macht had overgenomen. Een groot varken zweefde door de zaal. Humaniteit moest de beestachtigheid overwinnen, met op de schermen: "fuck the pigs". AI is gevaarlijk, maakt doden op afstand mogelijk, en een paar kwade genussen zijn de oorzaak. 

Maar dieren maken geen oorlog en techniek. Gaat het devies "be human" niet juist precies de verkeerde kant op? Zoveel naïviteit had ik niet verwacht van een groep ervaren mannen die rockgoden geworden zijn juist doordat ze op het juiste moment op de juiste plaats waren. Zowel Trump als Waters en andere (pop)sterren danken hun faam aan de uitversterking die door techniek en massamedia mogelijk werd. Gelukkig eindigde de show met een prachtig liefdesliedje (Wait For Her).

In de trein terug zag ik alles nog eens terug in mijn hoofd. Ik dacht aan de ouders van het afgewezen kind en aan technologie en AI. Op de twee backing vocalisten na, zou waarschijnlijk noch Waters, noch zijn band worden toegelaten op een conservatorium. Asimov beschrijft in een van zijn boeken dat Shakespeare met een tijdmachine uit 1600 wordt opgehaald en gebracht naar een literatuurcollege over Shakespeare in de twintigste eeuw. Uitgerekend hij krijgt een vraag over wat met een bepaalde frase in een gedicht bedoeld wordt. De under cover Shakespeare antwoordt, waarop de professor hem geïrriteerd gebaart te zwijgen en hem afdoet als een dom boertje die niets van Shakespeare begrijpt. Juist in hun imperfecte skills tekenen Waters en zijn band heel humaan af tegenover de gemachineerde show. Door techniek is alles nu zo versneld, dat we geen tijdmachine meer nodig hebben: we zien het in één leven. 


Rest toch nog de vraag: zijn het de rockhelden van weleer die hun instrumentele vaardigheden niet hebben doorontwikkeld, of zijn de Rock Academies als paarden achter de wagen? Tegen de onbekende zoon en alle andere afgewezen en nog niet erkende talenten zeg ik: "laat de droom niet eindigen; Rock academie of niet, volg Waters: we don't need no education”. Just go for it, ik heb er van genoten!

vrijdag 22 juni 2018

Meer is nooit genoeg!

Afgelopen weekend heb ik de douchethermostaat kraan met douche vervangen. De keramische elementen waren stuk gegaan, waardoor de kraan was gaan lekken, en weken in een azijnbadje hielp niet meer. Vaak zetten dit soort klusjes mij aan het denken. De set die ik verving was "duurzaam", dat wil zeggen, veel zwaarder metaal en 3 keer zo duur als een goedkope set. Maar de keramische schijven gaan ook stuk, en vervanging van alleen het binnenwerk van de kraan is 2 keer zo duur als een nieuwe (minder) duurzame set. Als ik alle duurzame "gesloopte" elementen van topkwaliteit bij het afval zet, besef ik me dat duurzaam in dit geval alleen maar nog meer verspilling betekent.

Bij ons in huis staat de discussie over het verkleinen van onze ecologische voetafdruk dagelijks op het menu. Dit weekend, bijvoorbeeld, is mijn vrouw voor het hele gezin overgegaan op zeep en shampoo die niet in plastic flessen zit. Mijn jongste zoon is bezig met zijn profielwerkstuk over de milieuschade die de grootschalige vleesconsumptie met zich mee brengt. Zo blijkt bewuster vleeseten zoals onder meer werd gepromoot door de meat-free days actie (van ex-Beatle Paul McCartney) te werken: er wordt zo'n 20% minder vlees gegeten per hoofd van de bevolking dan 10 jaar geleden. Alleen worden er 10 % meer dieren voor de vleesconsumptie geslacht. Mensen willen als ze minder eten wel allemaal dat lekkere stukje, wat helaas per dier beperkt beschikbaar is. Mijn zoon is vegetariër geworden.

Vorige week donderdag had Saxion een grote tent afgehuurd op "het grootste kennisfestival van Nederland". Acht Saxion lectoren hielden samen met hun studenten een toespraak over smart Technology. Tussen de lezingen door liep ik het festivalterrein af. Wat een overdaad! In ieder hoekje en gaatje stond iemand te spreken, of zat iemand met een gitaar. Op de grote podia stonden de futurologen voor tussen de 5000 en 8000 euro hun gebakken lucht op te dienen. En weer trapte ik er in, en liep naar binnen in zo'n tent met een "hoofdact". En weer een volkomen inconsistent verhaal, waar het publiek zichtbaar van gediend was. De boodschap: "We moeten echt veranderen, want of we willen of niet, door de artificiële intelligentie zal de wereld meer veranderen dan ooit te voren, hoorde ik een publiekslieveling prediken". En hij kan het weten, want hij schrijft er elk jaar een bestseller over!

Eén refrein klinkt door in het kennisfestival: Meer is beter dan genoeg. Mijn collega's die echt onderzoek hebben gedaan en daar in de Saxion tent met hart en ziel over vertelden, kregen natuurlijk niet de aandacht die de "bekend van televisie" persoonlijkheden met hun "windowdressing" kregen. Mensen hadden per kaartje 200 euro betaald. Dan moet je toch de grootste schreeuwer wel even bewonderen, zodat je op een volgende verjaarspartij kan zeggen dat je naar hem toe bent geweest (vergeef me het seksisme, maar het zijn alleen mannen die zo schreeuwen).

Biologisch gezien is de mens een door schaarste aangedreven soort en eet hij zoveel mogelijk omdat het onzeker is, bv over wanneer er weer voedsel zal zijn. Cultureel gezien is deze schaarste-gedreven basis uitgebreid tot andere producten dan voedsel: we zijn verzamelaars. Rationeel weten we dat we minder moeten gebruiken om een duurzame toekomst te bereiken. Maar als we duurzamere artikelen kopen en die ook bij de volgende modegolf vervangen, volgt duurzaam slechts hetzelfde refrein: meer is beter dan genoeg. En dan versnelt dit alleen onze ondergang, zoals in de titel van het Heere Heeresma boek Hip, hip, hip voor de antikrist. Dat geldt ook voor onder meer de genoemde toename in de vleesproductie en voor de duurzame douchekraan. 

In een heel klein hoekje van het festival, heel stil, stond een Tiny Houses-stand. Ik stond daar een tijdje. Het verdiende zeker veel meer aandacht. Ik stelde voor dat de mensen van Tiny Houses de volgende keer een nieuwe tijdgoeroe zouden uitnodigen, bekend van televisie en elk jaar een boek. Ze antwoordden dat ze dàt niet konden betalen! Tot slot wil ik nog even terugkomen op de enige vrouw die momenteel ook volle zalen trekt, en dan niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld: Kate Raworth. Econoom en Oxford professor, gespecialiseerd in nieuwe businessmodellen die onze toekomst echt moeten verduurzamen. Al mijn hoop is op haar gevestigd!

vrijdag 15 juni 2018

Beta talent forward (2)

Alle kandidaten van het bèta talent forward project beschikken over opmerkelijke (intellectuele) kwaliteiten. Maar in onze tijd is het steeds gebruikelijker dat in processen het intellect van de groep (stam of "tribe") wordt benut, en daar kan uiteindelijk praktisch geen enkel individu tegen op. Denk maar eens aan Wikipedia; iedereen kan een artikel schrijven of aanpassen, zonder top-down toezicht. Als iets niet (meer) klopt, zal de tribe het corrigeren. Zonder centrale redactie en zonder hoofdredacteur heeft Wikipedia alle traditionele encyclopedieën qua kwaliteit en compleetheid ver achter zich gelaten. Een ander voorbeeld van de kracht van de groep, vormt de organisatie van ziekenhuiszorg. Je krijgt niet meer te maken met het uitzonderlijke talent van één dokter of zuster Nightingale, maar met een team van perfect samenwerkende zorgverleners. ICT speelt hierin een essentiële rol. Laatst was ik bijvoorbeeld met mijn schoonouders in het ziekenhuis, en na enkele uren hadden we 16 zorgverleners gesproken en was het acute gevaar systematisch gedetecteerd, aangepakt en verdwenen. Zorgverleners hoeven elkaar niet eens bij naam te kennen! Nogmaals, het intellect van het team.

Terug naar onze deelnemers. De moeilijkheid om aan de slag te komen, ligt er mede in dat ze perfect tot grootse intellectuele prestaties in staat zijn, maar dat ze vaak onbewust en ongewild zichzelf tegenover het intellect van de groep plaatsen. En dan kom je in een positie, of "strijd" die je steeds minder makkelijk kunt winnen. Vorige week heb ik hier in mijn blog bij stilgestaan. De vraag is nu, hoe onze autistiforme beta talent kandidaten hun krachten kunnen gebruiken als onderdeel van de "tribe", zodat ze de intelligentie van het team versterken.

Twee invalshoeken. De eerste komt uit de wetenschappelijke literatuur. De Amerikaans professor Amy Edmondson heeft onderzoek gedaan naar de condities waaraan een team moet voldoen als mensen die elkaar niet kennen direct succesvol moeten samenwerken. Te denken valt dan aan een reddingsteam. Het gaat dan om hele andere processen dan bij een perfect op elkaar ingespeeld team, dat als één machine handelt, zoals een band, orkest of voetbalteam. Nieuwe en unieke situaties vragen om unieke en vaak individuele talenten, juist zoals onze kandidaten die bezitten. De oplossing is niet op voorhand aanwezig. Autistiforme mensen kunnen bij innovatie een essentiële rol spelen (en doen dat ook vaak, zoals we weten), maar hebben zoals gesteld soms moeite met het opgaan in het team.

Volgens Edmondson komt dit omdat ieder mens geleerd heeft vanuit kennis en weten op te treden. Voor specialisten en toptalenten geldt dit nog sterker, je wordt gewaardeerd vanwege je talent. Hoe onzeker je sociale onbegrip, of "andersheid"  je ook maakt, je hebt in ieder geval je kennis. Soms beschermen we dat met het overschreeuwen van onze onzekerheid. Ieder mens is neurologisch gevormd om vanuit "kennis" (zekerheid) te handelen. Maar waar we weten, staan we niet of verminderd open om te leren. In een team is de openheid en veiligheid noodzakelijke om ook iets (nog) niet te mogen weten. Juist voor autistiforme mensen, die vaak minder op teamwork gericht zijn en dan ook minder ervaring met teams hebben, is dit extra moeilijk, ook omdat ze toch al vaak als anders worden gezien. Edmondson komt zo tot haar 3 voorwaarden om in een team te kunnen floreren: nederigheid (durven uit te gaan van je (nog) niet weten), nieuwsgierigheid  en  psychologische veiligheid. Nederigheid is hierbij niet hetzelfde als verlegenheid en zelfs niet als bescheidenheid; deze eigenschappen zijn bij onze kandidaten goed vertegenwoordigt.

De tweede invalshoek komt van mijn collega Frederieke Hermsen (antropologe) en heeft betrekking op de oxytocine niveaus: uit onderzoek komt naar voren dat mensen veel makkelijker in teams kunnen werken als het oxytocine niveau hoog genoeg is. Paul J. Zak liet zien dat oxytocine met name het vertrouwen tussen teamgenoten verhoogt. Bij onder meer knuffelen en aanraken komt oxytocine vrij, en juist deze zaken zijn bij autistiforme mensen soms minder vanzelfsprekend. Misschien, zo suggereert Frederieke met een knipoog, moeten we de kandidaten regelmatig massages aanbieden onder het mom van RSI preventie. Ook zou aan de verbinding met kunst en toneel gedacht kunnen worden. Hoe dan ook, in het project gaan we vanaf nu proberen om veel meer gericht de koppeling te maken tussen de intelligentie van de groep en de (unieke) intelligentie van de kandidaten. Laat ik zelf het goede voorbeeld geven: wie suggesties heeft hoe we dit kunnen aanpakken, mag het zeggen!

vrijdag 8 juni 2018

Beta talent forward (1)

Na ruim een jaar ons project Bèta talent forward te overzien, valt me één eigenschap van de kandidaten sterker op dan alle andere zaken: een gebrek aan vertrouwen in het werken in teams. Het project is ingericht voor mensen binnen het autistisch spectrum met uitstekende (cognitieve) competenties, die desondanks geen baan kunnen vinden of behouden. Aanvankelijk was ik geneigd het probleem meer een probleem van de huidige samenleving te vinden en de daarbij behorende reguleringen met betrekking tot de inrichting van het werk. En dus niet een probleem van de kandidaten, hoewel het vaak originele denkers zijn die niet altijd direct bereid zijn om hun eigen denksporen te verlaten om mee te gaan in die van anderen. Tegelijkertijd is het benutten van de kracht van de groep, het collectief, in onze tijd veel sterker de norm geworden dan toen ik jong was. Samenwerken, in groepjes oplossingen zoeken, is nu al van jongsafaan onderdeel van het onderwijsprogramma. Onze kandidaten zijn vaak specialisten in zelfstandig denken en werken. Omdat dit tegenwoordig zo weinig gevraagd wordt - werken gebeurt vooral in "teams" - neigen ze stil te staan. Of te hollen, als er toch iets individueel uitdagends wordt gevraagd. Bij het ondervraagd worden doen ze niets en "lekt" de motivatie weg, en bij uitdaging weten ze van geen ophouden. Zelf hebben de meesten ondertussen uitstekend geleerd om hun "autisme" de schuld te geven van hun slechte planvaardigheden. Maar is dat wel terecht?

Hier ben ik geneigd tot een tamelijk laf antwoord: ja en nee. Eerst de nee. Indien vakmanschap op het gebied van denken (filosofie, logica, wiskunde), ontwerpen (STEM: science, technology, engineering and mathematics) en de kunsten meer zoals vroeger als individueel ontwikkelbare complexe vaardigheden zouden worden gezien, en er in overeenstemming met deze visie individuele prestaties gevraagd en gewaardeerd werden die later hiërarchisch in elkaar geschoven zouden worden, zouden de slechte planvaardigheden en bijeffecten (wisselende en regelmatig tekortschietende zelfzorg en regulatie) grotendeels als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Maar eerlijk is eerlijk, de wil/mogelijkheid om met elkaar binnen het team te delen, is soms bij de autistiforme kandidaten echt te klein. Natuurlijk zijn er altijd zonderlinge genieën die vanaf een zolderkamer volkomen "out of the blue" wereldschokkende innovaties bedenken. Maar meer dan ooit tevoren leven we nu in een netwerksamenleving. Als de kandidaten echt zouden leren hun bereidheid om samen een team te vormen te verhogen, zouden ze naar mijn verwachting enorm in succes met betrekking tot arbeids(re) integratie winnen. En als ik vanuit dit gezichtspunt naar mezelf kijk, moet ik mijn eigen neiging erkennen om alleen te werken: het schrijven van blogs, muziekalbums opnemen vaak grotendeels in mijn eentje. Terwijl ik echt het plezier zie van samenwerking, bijvoorbeeld in het beta-talent project, een van de mooiste projecten waar ik tot nu toe aan heb gewerkt. Hoe is het mogelijk dat dit zo moeilijk is voor onze kandidaten? Is er een verminderde behoefte om te delen in een team door een (te) hoge behoefte om gewaardeerd te worden?

Het is een vicieuze cirkel. Je wordt gewaardeerd vanwege je "talent", bijvoorbeeld je vermogen om problemen te formaliseren. Je hebt veel tijd en energie geïnvesteerd om op je huidige niveau te komen, en bij  deze typische "autistiforme" specialismen was dit veel tijd in isolatie, los van de wereld. In teams moet je jezelf loslaten en hopen dat het team je terugvindt. Maar veel spelers hier hebben juist geleerd om hiërarchisch goed voor zichzelf te zorgen. En jij bent onzeker, dit spel overzie je nog lang niet. Je ziet "macho" teamleden met "jouw" veren pronken en zit onzeker zwijgend in een hoekje. Totdat je schreeuwt dat de ander met jouw veren pronkt. En dat is, wederom wat laf geformuleerd, evenzeer waar, als niet waar. Maar voor het team heb je met je "meltdown" bewezen "gewoon" een nerd te zijn. En voor jezelf om het team te wantrouwen. Hoe moeten we dit doorbreken?

(Wordt vervolgd)

vrijdag 1 juni 2018

Help!

Gisteravond zat ik op Netflix samen met mijn vrouw en middelste dochter te kijken naar Sherlock Holmes, die in de Amerikaanse variant Elementary opmerkt bij een zeer ingewikkelde cases "Some problems need flexible intelligence to be solved". Een zin die me herinnerde aan het model van Jay Belsky van de "genetic differential susceptibility" met betrekking tot nurture invloeden. De gedachte is dat sommige individuen genetisch over meer potentiële mentale flexibiliteit beschikken dan anderen, en dat dat evenzeer een voordeel als een nadeel kan betekenen. Genetisch is het handig voor een soort als veel voor overleving noodzakelijke eigenschappen in de "hardware" (DNA) van de individuen zit verankerd. Echter, soorten die veel ruimte bieden voor opvoeding, zoals bij uitstek de mens, moeten over wat ik eerder noemde een hardware systeem beschikken waarop veel verschillende software ontwikkeld en afgespeeld kan worden. Het model van genetic differential susceptibility heeft als hypothese dat sommige individuen over extra flexibiliteit beschikken en dat dit, in de woorden van Belsky "for better and for worse" is.

Opvoeding en de omstandigheden daarbij zijn voor susceptibele personen extra belangrijk. Het komt als dingen fout gaan, niet zomaar goed. Maar onder gunstige omstandigheden kunnen deze personen tot de top komen. Een beetje als formule 1 wagens, er blijft aan gesleuteld worden tot het circuit, maar op het circuit zijn de prestaties ongekend (als je geluk hebt)! Maar de eerste de beste Fiat Panda is geschikter om boodschappen te doen, of een familiebezoekje af te leggen. Individuen die over extra flexibiliteit beschikken zouden emotioneel minder stabiel zijn en bijvoorbeeld gevoeliger voor verslaving, of verlegenheid, sociale afzondering etc. Ze hebben dan ook meer ondersteuning uit hun omgeving nodig om goed te kunnen ontwikkelen (net zoals de formule 1 wagens meer technici op het circuit nodig hebben). En daarmee zijn we terug bij Sherlock, die zichzelf beschrijft als een ex-verslaafde, een high-functioning sociopath, of neuro atypische persoon (Asperger), maar met een hoge mate van intellectuele plasticiteit/flexibiliteit. Om te kunnen functioneren heeft hij dr. Watson continu als "hulpje" nodig, 24 uur per dag. In de Amerikaanse versie is de doctor een vrouwelijk chirurg - Joan - die Sherlock aanvankelijk tijdens een sabbatical als buddy begeleidt na het afkicken van een verslaving. Ze structureert het leven van Sherlock en hij laat haar dan ook nooit meer gaan.

Positief aan deze hypothese vind ik dat we hiermee heel anders tegen (hoogfunctionerende) autisten en andere a-typische individuen aan kunnen kijken. Een formule 1 wagen is niet een gestoorde boodschappenwagen, maar een uiterst ontwikkelde en gevoelige high-tech machine, die om tot wasdom te komen aandacht en ondersteuning nodig heeft. Juist bij grote veranderingen voor de mensheid, stond dikwijls een radicaal anders denkende aan de basis. Formule 1 lijkt een individuele sport, maar het is een teamsport bij uitstek. Niet neurotypische mensen zijn vaak individualisten, maar hebben bij uitstek anderen en verbondenheid nodig. Van de 19 % mensen met autisme die geheel geen werk of structurele dag invulling hebben, heeft 43% een IQ boven de 115 en 21% zelfs boven de 130. Zij hebben hulp nodig om het juiste circuit te vinden, en dat begint met erkenning. Erkenning is niet hetzelfde als ontkenning, er is wel degelijk een probleem, maar er zijn ook unieke kansen, voor ieder individu!

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...