donderdag 15 juli 2021

Vakantie 2021: To count or not to count …

Alweer is het academisch jaar voorbijgevlogen. Een bijzonder jaar, waarin ik vanuit mijn huis overal over de wereld colleges gaf en overleggen bijwoonde. Zojuist heb ik ze netjes in het repository opgeslagen, zodat mijn bazen in een oogopslag mijn werk kunnen beoordelen via een paar getallen: zoveel publicaties, zoveel lezingen, kennisproducten, gehonoreerde aangevraagde budgetten etc. Kengetallen, waarmee mijn functioneren gekend wordt. Ook buiten het werk zijn we gek op het kwantificeren. Een willekeurige greep uit de NOS Nieuwssite.

De nieuwbouw van een prestigeobject, zoals een nieuw museum, parlementsgebouw, wegknooppunt of metrolijn is weer zoveel % duurder uitgevallen dan was afgesproken. Van de mensen die vorig voorjaar Corona hadden, hebben 10.000 tot 15.000 een half jaar later nog steeds serieuze klachten, waarvan 30% tussen de 20 en de 40 is. Het aantal transplantaties in 2020 van organen die na overlijden zijn afgestaan, daalde met 4 procent ten opzichte van 2019. Meer psychologisch: Geef je leven een cijfer tussen de 1 en de 10? Hoe goed functioneer je nu in vergelijking met voordat je de aandoening had, of de therapie begon? De quantified self, ik kan pas rustig gaan slapen als mijn smartwatch me vertelt dat ik voldoende stappen heb gezet.

Ik tel dus ik ben. In dit interview uit 1958 (!) betoogt schrijver/filosoof Aldous Huxley (1894 – 1963) dat we aan een combinatie van overbevolking en ongebreidelde technologische “vooruitgang” onze vrijheid “vrijwillig” zullen gaan overdragen aan overorganisatie (“bureaucracies of big business or big governments”): een gemechaniseerde quantified world community. De twee meest gelikete reacties onder het interview op YouTube: “Remarkable that we must listen to an interview from 1958 to understand what's happening in 2021” (van TimBimJim met 1,8k likes) en “Over 60yrs ago and Huxley saw it coming. Now it’s literally happening in front of our very eyes and most people still can't see it” (Lucius Domitius, 1,4k likes). Cijfers lijken noodzakelijk om duidelijk te maken waar we het over hebben. Zijn ze niet ook, in lijn met Huxley,  een waan van feitelijkheid, waarmee we zand in de ogen strooien van hen die trachten door te denken?

Ja en nee. Ja, we verheffen cijfermatige data – inclusief het schijn-telbare, zoals een cijfer voor geluk, tevredenheid, gezondheid, sportiviteit, etc. – vaak boven elke andere vorm van data. In de hiërarchie van data, informatie, kennis, wijsheid bestaat data dan automatisch uit een cijfer. Dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend, data kan ook een kwalitatief gegeven (feit) zijn. Zelfs “feiten” zijn altijd in verandering. “Vaste” feiten zijn dat vooral omdat ze relatief aan de tijdschaal waarop wijzelf veranderen “onveranderlijk” lijken. Het aantal publicaties per jaar zegt feitelijk niets over de inhoud, het ziekteverzuimpercentage binnen je team gaat niet vanzelfsprekend over de sfeer binnen je team. We vergelijken vaak appels met peren, omdat we in de cijfers uit het oog verliezen waar ze naar verwijzen. Een publicatie in het ene wetenschapsgebied is echt iets heel anders dan in een ander vakgebied. Er zijn studies waarin praktisch iedereen of juist niemand aan de slag komt in het vak waarvoor opgeleid wordt. Er zijn studies waarin een jaar na afstuderen praktisch iedereen of niemand aan de slag komt. En 5 jaar later kan dit anders of zelfs omgekeerd zijn. 

Enkele weken geleden lazen we in de Volkskrant dat in Nederland enkele honderden tot duizend pas afgestudeerde medisch specialisten geen passend werk kunnen vinden, ondanks dat bij het UVW “slechts” 140 werkloze specialisten staan geregistreerd (verschil omdat jonge specialisten tijdelijk andere banen vervullen). Kennis van de werkelijkheid achter de cijfers leert ons dat in het organisatie/verdienmodel van ziekenhuizen de zorg wordt geleverd met structureel specialisten in opleiding. Afgestudeerde specialisten kunnen daardoor alleen instromen bij uitbreiding van de zorg, of vertrek van huidige specialisten.

Nee. Om cijfers te begrijpen – om er mee te kunnen redeneren – heb je inzicht nodig, dan zijn ze zeker nuttig. Verbouwingen die steeds duurder uitvallen, bijvoorbeeld, zijn een gevolg van de aanbestedingsprocedures, die bouwers verleidt irreëel goedkoop te bieden, om dan als de klus eenmaal binnen is, op te plussen. Publiceren om het publiceren, opleiden om het verdienmodel, aanbestedingen winnen (wetenschap, bouw) om het winnen, het zijn allemaal voorbeelden waar het zicht op de werkelijkheid achter de cijfers verloren is gegaan. Met een gewonnen aanbesteding, heb je nog geen bouw- of onderzoeksproject gerealiseerd. Integendeel, “paren” zoals winnen en werken, publiceren en kennisontwikkeling zijn door on-inzichtelijke fixatie op cijfers uit elkaar gegroeid.

Maar nu is het bijna vakantie en genieten we van Bauke Mollema, die deze week een lastige etappe in de Tour de France won na een solo van ca 40 km. Waar elke profrenner tegenwoordig een ‘kastje’ op zijn/haar stuur heeft waarop via de joules afgelezen kan worden of iemand op de limiet rijdt, of nog meer energie kan leveren tot de finish, moet Mollema als hij fietst niets hebben van dit soort cijfers. Hij rijdt op ervaring en vooral intuïtie. Wens ik jullie allen een hele fijne vakantie, met veel intuïtie en vrijheid!  

PS na de vakantie kom ik terug met mijn blog. Graag wil ik mijn dank uitspreken aan mijn blogredactie (Gerard, Victorine, Deborah en Thorvald) en in het bijzonder de “hoofdredacteur” Gerard Kok


donderdag 8 juli 2021

Babylon voorbij?!

Als er één positief aspect is van smart technology, dan is het wel dat het grootste nadeel ook het grootste voordeel is: technologie unificeert, vooral doordat het globaliseert (of beter, koloniseert). Culturele diversiteit staat daarmee onder druk, maar doordat we wereldwijd de wereld door dezelfde streamingdiensten en sociale media apps tegemoet zijn gaan treden, spreken we meer en meer dezelfde beeld-, muziek en spreek/schrijftaal. En voor ons is die spreek/schrijftaal, het Engels, enorm dicht bij huis, want samen met het Duits en ons Nederlands vormt ze tot zeer verwante groepje West Germaanse talen. Zo krijgen wij de wereld, nog net iets minder dan de Engelstalige landen, praktisch op een presenteerblaadje. Weg Babylonische spraakverwarring!

Of het nu in Johan Cruijff termen vooral “ieder nadeel heb z’n voordeel” - technologie brengt de afname in diversiteit, met als voordeel een geünificeerde mensheid – is, of “ieder voordeel heb z’n nadeel” - technologie biedt welvaart en eenheid, met als nadeel afname in diversiteit – laten we nu in het midden. Waar je ook op de wereld komt, overal kan je je mobiele device opladen, met Engels terecht, en is dezelfde technologie in meerdere of mindere mate beschikbaar. Overal op de wereld zijn we met zonne-energie  bezig en met hoe we die kunnen opslaan, in accu’s, of als potentiële energie, die op momenten dat er geen zon is kan worden omgezet in kinetische energie en dus ook elektriciteit. We beseffen niet hoe bijzonder het is, dat jonge mensen (onder de 25 tot 30) allemaal in staat zijn Engels te begrijpen. Engels en technologie als koloniserende krachten, hebben bereikt wat voor duizenden jaren onmogelijk heeft geleken: de Babylonische spraakverwarring is goeddeels aan het verdampen, precies nu! Wat een fantastische tijd!

De 19de en 20e eeuw wiskundige/filosoof Bertrand Russell (interview door Romney Wheeler) stelde in 1952 dat oorlog overbodig zou worden indien een wereldregering alle wapens en (toen nog vooral in de wetenschap ontwikkelde) nieuwe technologie zou beheersen. Dit zou volgens hem een absolute voorwaarde vormen voor een veilig en gelukkig leven in de (toen nog) industriële samenleving. Russell: “If war is not impossible, every advance in scientific technique, means an advance in mass murder and is therefore undesirable”. Zonder zo’n absoluut machtsorgaan, zou technologische innovatie onwenselijk zijn. Om dit te bereiken zou economische gelijkheid tussen alle regio’s een voorwaarde zijn, net als een gecontroleerd (stabiel) aantal inwoners per regio. Momenteel is er voldoende voedsel voor iedere wereldburger, hoewel de distributie zeer problematisch is: er wordt jaarlijks voor 3 keer de wereldbevolking geproduceerd, maar helaas heel veel onaangeraakt doorgedraaid, waardoor er meer mensen zijn en daarmee meer honger is (!) dan ooit te voren. Technologische innovaties ontwikkelen zich steeds meer buiten de wetenschappelijke laboratoria. Ook politiek verloor terrein; Russell’s “wereldregering” werd een aantal “schaduwkabinetten”, steeds meer gekoloniseerd door BigTech en BigPharma. Maar wat met de Bijbel niet gelukt is, is technologie en het Engels wel gelukt. 

Praktisch alle menselijke culturen op de wereld zijn gekoloniseerd door zowel het Engels als wereldtaal, als door (smart) technology. Beide “kolonisten” sijpelen door in iedere menselijke ziel over de hele wereld, economisch gedreven vanuit de marketing formules van BigTech. Wat Russell niet kon vermoeden, is dat uiteindelijk de grenzen zouden vervagen, waardoor politiek bestuur zich van de frontlinie zou verplaatsen naar de achterhoede. Zo dreigt bestuur een achterhoede aangelegenheid te worden, in een wereld die steeds meer geregeerd wordt door multinationals, die de mensen al doende hebben geschoold in één wereldtaal en heel veel smart technology, die bovenmenselijk tot in de ziel van iedere wereldburger een rol speelt. Net zoals in oude tijden vrome lieden God voelden in ieder aspect van hun bestaan, dromen en leven wij (smart) technology, die niet meer weg te denken is uit ons bestaan. Ja, we zijn nu allemaal gekoloniseerd, uit een hoek die praktisch niemand verwachtte, maar die Babel’s spraakverwarring met de grond gelijk heeft gemaakt. Een BigTech Babylon herrijst; we profiteren van de multinationals en alle producten die ze serveren maar worden daarbij door hen gekoloniseerd. Zal het ooit tijd zijn voor excuses en herstelbetalingen, zoals eerder voor ons slavernijverleden? Wat een wonderlijke tijd!


donderdag 1 juli 2021

Toverstokje

Als je een auto zoekt, of een hond wilt gaan verzorgen, zijn er vele zaken waar je om zult denken. Als je bijvoorbeeld elke week je drumstel wilt meenemen naar de repetities met je band, valt een tweepersoons sportwagen af. Als je slechts geld hebt voor een derde- of vierdehands auto, valt een strakke elektrische auto af. Hetzelfde geldt voor een hond, hoe lief een Duitse Dog over het algemeen ook is, voor een 75 plusser op een klein appartementje, is een Chihuahua waarschijnlijk een praktischer keus. Met andere woorden, er is een zeer uiteenlopend aanbod, en ook aan de vraagkant is nogal wat diversiteit. Op de arbeidsmarkt is dat niet anders. Als je iemand zoekt om mensen geduldig in te checken in een hotel, is het niet nodig dat deze persoon over uitmuntende kwalificaties als hersenchirurg beschikt, net zo min als dat een liftbediende niet perse een formule 1 kampioen hoeft te zijn geweest. Maar in vacatureteksten wordt nogal eens gedaan, alsof de precieze omschrijving van de gewenste karakteristieken een halszaak is. Dat als je bijvoorbeeld een psycholoog zoekt, je er wel bij moet zeggen dat hij/zij taakvolwassenheid van de overige teamleden moet respecteren, of, nog platter, een geduldige persoon moet zijn die zelfstandig kan werken, of dat je een vrachtwagenchauffeur zoekt die zich aan de verkeersregels houdt en bovendien communicatief vaardig is.

Natuurlijk snap ik dat een vacature een mogelijkheid biedt om reclame voor je onderneming te maken, en dat dergelijke open deuren dan de cultuur uitdragen waarmee je jouw bedrijf graag wilt afficheren. Met name de zogenaamde tijdsgebonden codewoorden – duurzaamheid, bijdragen aan maatschappelijk verdienvermogen, een transparante cultuur, om er maar een paar te noemen – mogen dan niet ontbreken. Maar het is magisch denken als je toch echt denkt dat er bijvoorbeeld andere wiskundedocenten, of onderwijsteamleiders reageren als je twee lekker klinkende opendeuren toevoegt, of juist weglaat. Geloof hechten aan een toverstokje, vind ik dan een leukere vorm van magisch denken. Dus in de vacature tekst gewoon gezocht: docent Engels, en dan met kleine letters erbij dat de kandidaat na aanname met een toverstokje zal worden ingewijd. Want laten we eerlijk zijn, je kan op papier een uitstekende kandidaat zijn, de werkelijkheid is wat mensen er met elkaar van maken. Technologie unificeert, en dat geldt ook voor methodologie (waaronder multinational/technology brands). Overal werken we met dezelfde machines of systemen, zoals Teams en Zoom. Werknemers zijn hierdoor in hun mogelijkheden om te gaan werken steeds minder begrensd, letterlijk en figuurlijk. Of juist, steeds meer technologisch begrensd, waarbij dezelfde grenzen overal gelden. C# programmeren in Nederland is niet anders dan in India, net als dat receptiewerkzaamheden van het Hilton in Amsterdam veel overeenkomsten hebben met die van het Hilton in Bandung.

Met het idee dat mensen, dingen en dieren een set “vaste” eigenschappen zijn, die zorgvuldig gekozen en geselecteerd moeten worden, gaan we voorbij aan het enorme adaptatievermogen, waarmee we nu met ons holbewonersbrein leven in een volledig getechnologiseerde wereld. Maar overal geldt “It takes two to tango”. Dus of de zojuist geselecteerde en aangenomen leidinggevende een tiran zal blijken, of een fijne faciliterende en ondersteunende manager, ligt vooral ook aan het team. Indien niemand initiatief neemt uit zichzelf, zal het initiatief steeds meer van de manager gaan komen. Immers, dat is de enige mogelijkheid om binnen deze grenzen iets gedaan te krijgen. De bazige baas wordt gecreëerd en indien succesvol, geprolongeerd. De enorme focus op vacatureteksten/recruitment maakt wellicht dat er voorbijgegaan wordt aan waar het echt om gaat: het proces van (samen) werken. Blind geloof in selectie en recruitment (zelfs met AI algoritmes) is een vorm van (zwaar verouderd) entiteitsdenken, in het verlengde van de aloude zoektocht naar de wiskundeknobbel, of de taalknobbel (knobbelkunde, ofwel frenologie). Slordig denken, waarbij de recruiter altijd gelijk heeft: indien de kandidaat succesvol blijkt, is er juist geselecteerd. Indien niet, te veel onrust! Dit lijkt op het bezweringsritueel van vogels die vanuit hun nest naast de weg iedere auto wegjagen. Met succes: de auto’s komen nooit in de boom!

Het allerbelangrijkste is dat je in de samenwerking een leuke/goede collega bent! Om vrienden te hebben, moet je een vriend zijn, om een goede collega te hebben, moet je een goede collega (medewerker/leidinggevende) zijn. Sollicitanten door een selectieringetje halen, is mooi, maar de meeste sollicitanten zullen echt wel ongeveer voldoen aan het profiel. De rest, daar gaat het om. Natuurlijk bestaan er individuele verschillen. In tegenstelling tot een Chihuahua past een volgroeide Duitse Dog niet in een rugzak. Maar na de sollicitatieprocedure is het nog maar afwachten of je met elkaar de juiste keuze hebt gemaakt. Alles kan veranderen, ik heb hier met het thuiswerken veel steun gehad aan mijn Friese Stabij, Duitse Dog en sinds kort Labrador pup, naast mijn boekenkast en collega’s via Teams op afstand. Samenwerken hangt van zoveel voorziene en onvoorziene factoren af, dat het sollicitatieproces daarmee vergeleken nogal arbitrair is. Illusie, bezwering? Dan maar liever … een toverstokje!


Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...