vrijdag 12 april 2019

Is IQ psychononsens?

Met verbazing heb ik het in mijn nabije omgeving nu een paar keer binnen een paar maanden tijd meegemaakt: geschiktheidsonderzoek. Nu dacht ik altijd dat - veel wetenschappelijke evidentie ten spijt, daarover later meer - men in de wereld van recruitment- en assessmentbureaus nog altijd een heilig geloof had in een aangeboren intelligentie en persoonlijkheidsstructuur. Maar mijn vrienden kregen een paar weken voor hun assessment als advies om maar vast te gaan oefenen op cijferreeksen, analogieën etc. Ze kregen een paar webadressen mee, waar je een kortlopend abonnement kon afsluiten, met als geruststelling dat het helemaal goed zou komen als ze elke dag een uurtje zouden oefenen en dan vooral ook achteraf goed de uitleg zouden bestuderen bij wat er fout ging.

Waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Toen er van alle kanten boekjes in de boekenwinkels verschenen waarin hulp werd geboden om beter uit intelligentieonderzoek te komen, was ik stiekem verheugd. Ik heb namelijk nooit geloofd in volledig aangeboren deugden, intelligentie en persoonlijkheid. Toen ik jong was, geloofden mensen steevast dat ze met een specifiek IQ geboren waren, en dat er hooguit een paar punten af of bij konden als je tijdens de test je dag niet of juist wel had. Ja, natuurlijk snap ik dat je een leeuw niet moet vragen om prooien om te ruilen voor grazige weiden. Net zo min zal een schaap een inbreker voor je grijpen, of een muis of rat verscheuren. Maar recent nog toonde Johnson, Riis & Noble (2016) aan dat armoede meer dan om het even welke andere variabele (ras, geslacht, kom af) bepaalt of een kind cognitief goed ontwikkelt of niet.

Op zich niets nieuws. In Oost Groningen, bijvoorbeeld, leefden gedurende eeuwen hele families onder de meest armoedige omstandigheden als landarbeiders. Met soms wel 10 of meer kinderen, moesten vader en moeder de hele dag op het land zwoegen. Niet voor niets ontstond hier het eerste communistische bolwerk in Nederland. Maar toen in de vorige eeuw onderwijs ook voor de arme landarbeiderskinderen beschikbaar kwam, bleken er buitengewoon knappe koppen te zitten onder hen. Bovendien was de motivatie groot om aan de armoede te ontsnappen en om de wereld te laten zien dat "men" ongelijk had. Eugenetica ofwel de leer van de goede geboorte was in die tijd ongehoord populair en onderwijs aan het "gepeupel" werd door de eugenetische academici als pure geld en tijdverkwisting gezien. Hoewel sommige kinderen van landarbeiders meemaakten dat ze na de lagere school niet mochten doorleren, of naar het lager "technisch" onderwijs moesten terwijl ze veel betere cijfers haalden dan bijvoorbeeld het zoontje van de dokter, die wel naar de hbs mocht, weten we ondertussen dat er grote geleerden, ondernemers en kunstenaars uit hun nageslacht zijn gekomen.

Wat wel nieuw was in het onderzoek van Riis en Noble, was dat men aantoonde dat als een kind de eerste levensjaren in de grootste armoede doorbrengt, het brein significant achterblijft in ontwikkeling, structureel. De redenen waarom zijn onduidelijk: voeding, minder ervaring met taal, minder tijd en ruimte om onbevangen met het kind te spelen? Maar de harde lijn van onderzoek is: armoede --> ervaring --> verminderde breinontwikkeling --> leren op school blijft achter. IQ is niet aangeboren, het brein volgt ervaring. IQ is ontwikkelbaar, maar ervaringen in de eerste jaren zetten wel bepaalde kaders. Wat is dan de zin (betekenis) van oefenen voor testen?

It's hard to predict, especially the future, for the future isn't what it used to be... Wie had kunnen voorspellen dat psychologen hun IQ testen niet zouden opgeven, nu deze testen overal vrij toegankelijk zijn geworden? In plaats van het idee van een vaste intelligentie op te geven, hebben ze zich als dè professie van de examinatoren van het "intelligentie-examen" opgeworpen. En met succes! Lekker een paar weken oefenen, en je haalt vast een goede score. En als de opdrachtgever de kandidaat toch niet wilt, ondanks een goede score, dan halen we wel wat mismatches uit het persoonlijkheid-profiel. Je moet weten aan welke kant je boterham is gesmeerd, toch? Maar waar is onze academische integriteit? Mensen ontwikkelen, kunnen leren, en zijn net als de toekomst in het algemeen veel minder voorspelbaar dan we maar al te graag willen geloven!

Johnson, S. B., Riis, J. L., & Noble, K. G. (2016). State of the art review: poverty and the developing brain. Pediatrics137(4), 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...