Met verbazing heb ik het in mijn nabije omgeving nu
een paar keer binnen een paar maanden tijd meegemaakt: geschiktheidsonderzoek.
Nu dacht ik altijd dat - veel wetenschappelijke evidentie ten spijt, daarover
later meer - men in de wereld van recruitment- en assessmentbureaus nog altijd
een heilig geloof had in een aangeboren intelligentie en
persoonlijkheidsstructuur. Maar mijn vrienden kregen een paar weken voor hun
assessment als advies om maar vast te gaan oefenen op cijferreeksen, analogieën
etc. Ze kregen een paar webadressen mee, waar je een kortlopend abonnement kon
afsluiten, met als geruststelling dat het helemaal goed zou komen als ze elke
dag een uurtje zouden oefenen en dan vooral ook achteraf goed de uitleg zouden
bestuderen bij wat er fout ging.
Waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Toen er van alle
kanten boekjes in de boekenwinkels verschenen waarin hulp werd geboden om beter
uit intelligentieonderzoek te komen, was ik stiekem verheugd. Ik heb namelijk
nooit geloofd in volledig aangeboren deugden, intelligentie en persoonlijkheid.
Toen ik jong was, geloofden mensen steevast dat ze met een specifiek IQ geboren
waren, en dat er hooguit een paar punten af of bij konden als je tijdens de
test je dag niet of juist wel had. Ja, natuurlijk snap ik dat je een leeuw niet
moet vragen om prooien om te ruilen voor grazige weiden. Net zo min zal een
schaap een inbreker voor je grijpen, of een muis of rat verscheuren. Maar
recent nog toonde Johnson, Riis & Noble (2016) aan dat armoede meer dan om
het even welke andere variabele (ras, geslacht, kom af) bepaalt of een kind
cognitief goed ontwikkelt of niet.
Op zich niets nieuws. In Oost Groningen, bijvoorbeeld,
leefden gedurende eeuwen hele families onder de meest armoedige omstandigheden
als landarbeiders. Met soms wel 10 of meer kinderen, moesten vader en moeder de
hele dag op het land zwoegen. Niet voor niets ontstond hier het eerste
communistische bolwerk in Nederland. Maar toen in de vorige eeuw onderwijs ook
voor de arme landarbeiderskinderen beschikbaar kwam, bleken er buitengewoon
knappe koppen te zitten onder hen. Bovendien was de motivatie groot om aan de
armoede te ontsnappen en om de wereld te laten zien dat "men" ongelijk
had. Eugenetica ofwel de leer van de goede geboorte was in die tijd ongehoord
populair en onderwijs aan het "gepeupel" werd door de eugenetische
academici als pure geld en tijdverkwisting gezien. Hoewel sommige kinderen van
landarbeiders meemaakten dat ze na de lagere school niet mochten doorleren, of
naar het lager "technisch" onderwijs moesten terwijl ze veel betere
cijfers haalden dan bijvoorbeeld het zoontje van de dokter, die wel naar de hbs
mocht, weten we ondertussen dat er grote geleerden, ondernemers en kunstenaars
uit hun nageslacht zijn gekomen.
Wat wel nieuw was in het onderzoek van Riis en Noble,
was dat men aantoonde dat als een kind de eerste levensjaren in de grootste
armoede doorbrengt, het brein significant achterblijft in ontwikkeling, structureel.
De redenen waarom zijn onduidelijk: voeding, minder ervaring met taal, minder
tijd en ruimte om onbevangen met het kind te spelen? Maar de harde lijn van
onderzoek is: armoede --> ervaring --> verminderde breinontwikkeling
--> leren op school blijft achter. IQ is niet aangeboren, het brein volgt
ervaring. IQ is ontwikkelbaar, maar ervaringen in de eerste jaren zetten wel
bepaalde kaders. Wat is dan de zin (betekenis) van oefenen voor testen?
It's hard to predict,
especially the future, for the future isn't what it used to be... Wie had kunnen voorspellen dat psychologen hun IQ
testen niet zouden opgeven, nu deze testen overal vrij toegankelijk zijn
geworden? In plaats van het idee van een vaste intelligentie op te geven,
hebben ze zich als dè professie van de examinatoren van het
"intelligentie-examen" opgeworpen. En met succes! Lekker een paar
weken oefenen, en je haalt vast een goede score. En als de opdrachtgever de
kandidaat toch niet wilt, ondanks een goede score, dan halen we wel wat mismatches uit
het persoonlijkheid-profiel. Je moet weten aan welke kant je boterham is
gesmeerd, toch? Maar waar is onze academische integriteit? Mensen ontwikkelen,
kunnen leren, en zijn net als de toekomst in het algemeen veel minder
voorspelbaar dan we maar al te graag willen geloven!
Johnson, S. B., Riis, J. L., & Noble, K. G.
(2016). State of the art review: poverty and the developing brain. Pediatrics, 137(4),
Geen opmerkingen:
Een reactie posten