vrijdag 25 april 2025

Anders

Goed in iets zijn, of juist slecht, handig of onhandig zijn, sportief of onsportief, muzikaal of a-muzikaal, slim of dom, het betreft telkens bedachte schalen waarlangs we een individu kunnen evalueren. Of preciezer gesteld, één of een reeks aspecten van dat individu. Het behoeft nauwelijks betoog, dat de aspecten die we kunnen benoemen op zijn best een eindig (telbaar) aantal betreft, gestold uit een oneindig aantal (continuüm) van mogelijke aspecten. Voordat we het schrift hadden, zou bijvoorbeeld het talent om prachtig sierlijk te leren schrijven onopgemerkt blijven. Voor de uitvinding van de rekenkunst (of breder, wiskunde) zou een wiskundig genie hooguit opvallen omdat hij of zij iets heel anders slecht of juist goed kon, bijvoorbeeld dansen rond de totempaal, of zonderling of juist zorgzaam zijn.

Ieder mens is ergens het beste in van de hele wereld, maar voor praktisch iedereen is dat iets dat (nog) niet als belangrijk aspect is gestold uit het continuüm van mogelijke aspecten, dat nog geen denkbeeldige schaal is toebedeeld van slecht naar goed... Behalve, op zichzelf lijken. Als ik een willekeurig iemand uitkies en probeer op die persoon te gaan lijken, zal ik steeds meer respect krijgen voor die ander, en hoe goed ik op die ander ook op ga lijken, in mijn gedrag, reacties en zelfs denken, ik zal uiteindelijk verzuchten dat ik beperkt ben. Beperkt in een specifiek aspect – gaan lijken op de door mij gekozen ander – en ik zal steeds meer mezelf uit het oog verliezen.

Dit is waar ik een paar weken geleden over schreef, dat we in onszelf de ander opbouwen, als een sociaal maatschappelijk gewenste aangepaste versie van onszelf. Vorige week noemde ik de ander die we zelf construeren het resultaat van de grote gelijkmakers, waarvan er vele in onze samenleving zijn: school, educatie, (sociale) media, generatieve AI. Hierdoor sneeuwt wie we wezenlijk zijn gemakkelijk onder. Het bewogen, nieuwsgierige en speelse kind, wordt in de ander een gehoorzame (of activistische, of rebellerende) burger (ander), die ontdekt in alles in het algemeen toch minder aangepast te zijn dan de gemiddelde modelburger (template). Ook hier geldt, elke stap dichter bij de template van de ander, bevestigt onze eigen onvolmaaktheid en ons wezen raakt verder uit zicht. Vorige week schreef ik over verschilmakers, tegenover de prominente maatschappelijke aandacht en vanzelfsprekendheid van gelijkmakers (de term is van voormalig minister Dijkgraaf, die onderwijs beschreef als de grote gelijkmaker, in positieve zin, als zorgdrager voor emancipatie van vrouw en man, arm en rijk, etc.).

Sommige mensen zijn zo anders in hun eigenheid, authenticiteit, dat ze onmogelijk kunnen acteren binnen de lijntjes die de grote gelijkmakers dicteren. Ze vallen bv buiten het schoolsysteem, of hebben een andere beleving van hun gender identiteit. Of ze hebben een andere prikkelverwerking, veel gevoeliger, of juist veel globaler en meer associatief, of ze bezitten een combinatie van twee of meer van deze “afwijkende” andersheden tegelijk, bijvoorbeeld meer gevoelig en detailgericht en tegelijkertijd meer globaal en associatief. Voor deze mensen is het opbouwen van de ander in het zelf niet simpelweg een kwestie van naar school gaan, sociale media volgen (en meer recent, profiteren van het één vinger druk op de prompt systeem dat onder meer ChatGPT biedt om teksten te schrijven, plaatjes te maken, of muziek te generen). 

Klik op het plaatje om de song Why I care (Different) te zien/horen, op mijn nieuwe album I've chosen love.

De gezondheidszorg vormt geen uitzondering, ook  zij probeert bv "neurodiverse" mensen in categorieën aan elkaar gelijk te maken. Gelijkmaken is nu eenmaal waar de professionele wereld en de economie op draait. Maar alle labels – neurodivers, autistisch, ADD, ADHD, dyslectisch, dyscalculie – zeggen iets over hoe wij (vaak meer de ander in ons dan ons wezen) ons verhouden tot de algemeen als belangrijk geaccepteerde bedachte aspecten, waar ik in de eerste alinea over sprak. Voor mij is het nu de hoogste tijd om me van “mijn” label autisme te ontdoen. Dat label is hooguit de ander in mij, en die staat mijn wezenlijke menswording in de weg. We zijn allemaal in potentie verschilmakers. Op mijn nieuwe album staat Different, een rocksong, waarin ik de frustratie van het gelabeld worden bezing, en de bevrijding: we zijn allemaal anders, en als verschilmakers kunnen we de mensheid redden. Alleen gelijkmakers accepteren, is de ondergang van onze soort!


vrijdag 18 april 2025

Als parachutespringen, nothing translates for later

Paulo Coulho beschrijft in zijn roman 'Aan de oever van de Piedra huilde ik' twee geliefden. Het liefste wat zij bezit, is haar prachtige lange zwarte haar, en zijn grote trots is een prachtig gouden horloge, al generaties in de familie en nu in zijn bezit. Ze gunnen elkaar de wereld, maar zijn arm. Hij besluit het horloge te verkopen om voor haar een gouden haarclip te kopen. Zij verkoopt haar haar, om een gouden houder voor zijn horloge te kopen.

In de liefde lopen we allemaal het risico dat we om haar te behouden (of te behagen; je wilt dat ze blijft) datgene weggeven, dat voor ons het meest onderscheidend is. In Coulho's metaforische verhaal, geven beide geliefden hun talent weg om voor de ander goed te zijn, terwijl dat goede juist en precies hierdoor bij de ander geen adres meer heeft. Eigenlijk is dit ook een metafoor voor onze samenleving. We worden allemaal geboren met speciale talenten, iedereen is bijvoorbeeld beter dan ieder ander op de hele planeet in zichzelf zijn, maar leren op school – volgens voormalig minister Dijkgraaf “de grote gelijkmaker” – al snel om vooral op een ander te gaan lijken. Zoals mijn lief zegt transformeren we daarbij van de grote verschilmaker die we in potentie allen zijn, tot de grote gelijkmaker die scholing en maatschappelijke positie ons toebedeeld. We gaan daarbij niet lijken op onszelf in het bijzonder, maar op iedereen in het algemeen. Als het dan heel toevallig zo uitkomt, en onze speciale talenten niemand echt in de weg staan, mogen we misschien daar wel iets mee doen, maar, uiteraard binnen de nauw gedefinieerde lijnen van onze complexe samenleving.

Natuurlijk is gelijkmaken niet alleen slecht, het is ook noodzaak, bijvoorbeeld als mensen op kleur, geslacht, seksuele geaardheid, of atypisch zijn structureel achtergesteld worden en geen of minder kansen krijgen. Ook als mensen op een gevaarlijke of antisociale wijze hun grote gaven inzetten om alleen voor eigen gewin te gaan, is gelijkmaken noodzakelijk. Dit doen we overigens lang niet op alle fronten, we bejubelen bv mensen die binnen de wet blijvend zichzelf enorm weten te verrijken. 

Onderwijs is al lang niet meer de enige gelijkmaker. Er zijn wellicht veel krachtigere gelijkmakers. Denk bijvoorbeeld aan autocorrectie, die mensen die dyslectisch zijn helpt alsnog foutloos te schrijven (of denk aan de emancipatie van kracht door machines en van geweld door geweren, etc). Deze gelijkmakers zijn prachtig. Tegelijkertijd ontnemen ze specifiek de waarde van mensen die juist deze talenten hadden. Alsof we in de wereld van de geliefden waarmee we begonnen iedereen een prachtige pruik geven met lang zwart haar, of een prachtig gouden horloge. Generatieve AI maakt met één druk op de knop van iedereen een schrijver, of een muzikant, of tekenaar. Een gelijkmaker die talenten in veel richtingen nihil maakt. 

Gelijkmakers worden wellicht te gemakkelijk als verdiensten opgevat: educatie, AI, wapens. Onderwerpen waar veel over geschreven wordt... en waar zeker ook veel stuk gemaakt wordt, helaas. Hoewel dikwijls uit goede bedoelingen en vaak zelfs noodzaak geboren, kan gelijkmaken uitmonden in wat haast ultieme haat is: het vernietigen van elkaars talent, krachtig verbeeld in Coulho's geliefden van het begin.



InNothing translates for later (return, return again)”, net als de titelsong van mijn nieuwe album “I've chosen love” een lovesong, stel ik dat mijn lief juist volledig vrij moet zijn in haar kracht. Dat geldt uiteraard ook voor mij, want gelijkmakende routines zouden anders ook mijn lief en mij tot liefdeloze algemeenheden reduceren. Liefde is als parachutespringen, een verschilmaker. In de liefde mag trots heersen op wat ons bijzonder maakt, op waar we elkaar in erkennen en respecteren, en op waar we elkaar in steunen in plaats van afbreken. En dat is, zeker niet in laatste instantie, wat je zelf bent, in al je bijzonderheid. Anders maakt angst voor verlies dat we alvast beginnen onszelf af te breken. In de woorden van Oscar Wilde, prachtig gezongen door Gavin Friday: “Each man kills the thing he loves, yet each man never dies”. In termen van mijn liefdeslied: Keer terug, telkens opnieuw, naar de oorsprong van je eigenheid, want niets anders laat zich vertalen naar wat na ons komt.


woensdag 9 april 2025

Father, will you forgive me?

Freud, de vader van de psychotherapie, introduceerde het begrip Alter Ego, of superego. Het alter ego is de stem van de sociaal en maatschappelijk verantwoorde afgesplitste versie van het ego, het wezen. Het wezen is wie je ten diepste zelf bent, je zelfbewustzijn. Daarentegen is het alter ego het stemmetje in je hoofd dat spreekt wanneer je over de grens of andermans grenzen dreigt te gaan. Tijdens de ontwikkeling wordt het "de ander" die naast (en vaak in plaats van) ons wezenlijke ego bestaat. De "ander" sluipt steeds meer in ons lichaam en onze geest, zorgt ervoor dat we binnen de lijntjes kleuren en bijvoorbeeld diploma's en hypotheken verkrijgen, met als gevolg dat we verslaafd raken aan het supersysteem (maatschappij inclusief voorzieningen). Naarmate we ouder worden, wordt de berekenende, voorzichtige en angstige  afsplitsing van ons  wezen – de "ander" – steeds meer onze dominante identiteit. Terwijl ons wezen nieuwsgierig, verbonden en op zoek is naar warmte, is onze "ander" hard, want onzeker en koud, want angstig.

Als volwassenen identificeren velen van ons zich zo sterk met "de ander" dat het ons wezenlijke ego (en levenslust) volledig overstemt. In de adolescentie worden velen van ons zich bewust van de spanning tussen ons wezenlijke ego en de 'ander'. Bewust van de identiteit die de maatschappij hen oplegt (de "ander"), zoeken jongeren soms naar essentiële waarden: gender, religieuze identiteit, seksualiteit. Na de adolescentie wordt afwijken van de sociaal geaccepteerde (verwachte) versie van jezelf – de ander – echter al snel gezien als afwijkend, gestoord of zelfs pathologisch.

Mijn vader was anders. Hij had oog voor het samenspel tussen enerzijds wezen (inclusief Id, het oerinstinct) en anderzijds alter ego en las dan ook dikke boeken van (en over) Freud en vooral Jung. Hij geloofde dat het wezenlijke ego een belangrijke connectie kan maken met een soort universeel bewustzijn. Persoonlijkheidskenmerken en pathologieën zoals narcisme en bipolaire stemmingswisselingen behoorden volgens hem tot de "ander". Hij zag de ander als je masker, dat je in staat stelt netjes binnen de lijntjes te kleuren en bijvoorbeeld naar kantoor te gaan. Tegelijkertijd kan het de verbinding met je wezen blokkeren. Om het wezenlijke (dat volgens hem "goddelijke"/zuiver was) te bevrijden, moet de "ander" ingeperkt worden. Mijn vader werd zo een toevluchtsoord voor andersdenkenden, een grensverkenner. Ik voelde me thuis bij mijn vader, omdat mijn atypische aard alle kansen kreeg.

Als je op het plaatje drukt, kan je de clip zien en horen bij Father, will you forgive me

Nu ben ik zelf vader. Mijn jongste zoon schreef de song Father, will you forgive me? Deze song staat op zijn album 12 Questions uit 2023 (Thorvald). In de 12 vragen (songs) gaat Thorvald op zoek naar het wezenlijke zelf, tegenover het gemaskerde zelf (de ander). Wat zou mijn vader trots zijn op zijn kleinzoon! Op mijn nieuwe album (Jim Rensson, I've chosen love) speelde ik een rock cover van Thorvald's Father, want dat ben ik . Voor mij gaat het over het erkennen van je eigen wezen/spiritualiteit, over accepteren wie jij in het bijzonder bent zonder in het hokje geduwd te worden waarin iedereen in het algemeen lijkt te leven. Als we allemaal het leven van de anderen leven, zijn we dan niet slechts marionetten van de meest dominante (economische/technologische) imperatieven die het systeem definiëren? Zijn we dan in die gigantische complexe systeemwereld niet hopeloos verloren?


Op het plaatje zie je naast mij in het midden, mijn vader (links en rechts en Thorvald, links van mij....

Ruimte maken voor essentiële aspecten van het wezen​ betekent een diversiteitsbeweging mogelijk maken. Dit is een beweging van hoop en geloof in individualiteit en in het collectief. Het voorkomt de blinde opoffering van lichaam en geest  alleen maar om bij te dragen aan het in stand houden van de complexe systeemwereld. Het stelt het nastreven van oppervlakkige verlangens naar meer en snellere technologie, fastfood en  makkelijk entertainment ter discussie. Diversiteit (DEI) daagt uit wat Trump probeert te verdedigen, vandaar zijn aanval erop: het is makkelijker om een ​​gedachteloze consument (de "ander") te manipuleren dan een levend wezen. Wanneer we met ons wezen voorbij de "ander" op zoek gaan naar onze essentie, bewegen we ons automatisch in de richting van wat Freuds beroemdste student Jung het collectieve onderbewustzijn noemde, waarin al het leven één is. In Thorvald's song ontkiemt, in alle pijn, hoop en geloof in het wezen en daarmee in moeder natuur. I've chosen love!


dinsdag 1 april 2025

Haat is een last waaronder we kunnen bezwijken...

I have decided to stick with love. Hate is too great a burden to bear” heeft Martin Luther King ooit gesproken, en deze woorden zijn door velen geciteerd. Vorige week is mijn nieuwe album “I've chosen love” (Jim Rensson with Tom van Timmeren & Deborah de Graaf) uitgekomen. Van de 12 songs op het album, zijn er 10 door mij geschreven (één – Father, will you forgive me? – door zoon Thorvald en één door dochter Deborah, Tell me why). De songs schreef ik vorig jaar, ongeveer tijdens het dieptepunt van mijn burn out. Wat opvalt is dat beide componenten uit de quote van Martin Luther King – liefde en haat, of woede – in de songs naar voren komen. Boosheid op de wereld (in de song Different, over het anders voelen en denken dan de meeste mensen in je omgeving), en natuurlijk boosheid op mijzelf, dat ik het niet volhield.

De boosheid is weg. Het verwijt naar anderen en in laatste instantie naar mezelf, eveneens. De essentie van haat is, zo ben ik steeds meer gaan geloven, dat je de narigheid die je zelf beleeft (en waarvan je denkt dat anderen die jou ten dele hebben aangedaan) graag doorgeeft aan anderen. Je wilt de anderen, of de wereld “iets” betaald zetten. Daarin komt haat tot leven, gaat ze rond over de wereld, net zo lang tot ze uitdooft in datgene dat groter is dan haat: liefde. Momenteel raast de haat over de wereld. Diversiteitsbeleid staat bijvoorbeeld ook in Nederland ter discussie, want de Amerikaanse overheid dreigt geen zaken te doen met Europese bedrijven die hun diversiteitsbeleid niet afschaffen. Hieraan ligt het waanbeeld ten grondslag dat er ongelukken gebeuren omdat werknemers voor bepaalde functies vanuit ideologie geselecteerd zijn in plaats van op geschiktheid. Dat dit type generalistisch denken officieel valt onder de drogredenen, lijkt volledig uit het oog verloren. Net zo zeer uit het oog verloren als dat uit onderzoek is gebleken dat diversiteit werkt, dat ze niet voor niets in de natuur regel is, boven uniformiteit, dat vaak voorkomt in afbraakprocessen, bijvoorbeeld in de vorm van kanker/woekeringen. Liefde staat hierboven/buiten, en is dan ook niet een last om te dragen.

Liefde is niet de dingen zo goed mogelijk doen, en zelfs niet de goede dingen doen. De goede dingen doen, maakt ons gemakkelijk ijdel, en arrogant. Helpen of beschermen van anderen kan goed zijn, maar is daarmee nog geen liefde. Sterker, ze kan wel degelijk ook uit haat geboren zijn (bijvoorbeeld iemand daarmee iets betaald zetten). Liefde is voor mij je overgeven aan iets dat zich niet in regels en formele beschrijvingen laat vangen. Ideeën zetten aan tot controle, beregeling, en vormen daarmee een mogelijke kiem tot verstening, fixatie en kokervisie (woekering). Liefde is openstaan voor het wonder, dat eigenlijk continu ons omringt. Maar zoals een vis wellicht niet kan geloven in water, omdat een wereld zonder water ondenkbaar is, zien wij het wonder van leven, verbondenheid en liefde vaak minder makkelijk dan de daden van schaalbaarheid, technologie en politiek.

Als we ons door liefde laten leiden, dan zien we het unieke en bijzondere in iedere mens. Als we ons door (voor) oordeel laten leiden, zien we al snel niet meer het wonder van leven in diversiteit, in veelzijdigheid, en overschatten we ons per definitie beperkte vermogen tot controle over leven en verlangens, dat we verwarren met liefde. We zijn dan een instrument van het verwerpelijke van discrimineren op huidskleur, geslacht, gender, of welke andere versteende vermeende eigenschap. Dat is een last die we moeten dragen, en die we doorgeven aan anderen. Liefhebben is je overgeven, loslaten. Hoewel geen last, is dat niet eenvoudig. Mij lukt het vaak niet. Toch volg ik Martin Luther King, en kies ik er voor. Vandaar de titel van mijn nieuwe album: “I've chosen love”!


Met generatieve AI wordt onze culturele erfenis verkwanseld!

Ok, kennelijk durven we het niet te zeggen. Met generatieve AI wordt onze culturele erfenis verkwanseld. Cultuur, wat van iedereen in het al...