maandag 24 februari 2025

Winter, slapen en… ontwaken!

Slapen en ontwaken. Ieder van ons wordt elke dag wakker in een eigen universum, met eigen gedachten, ervaringen en herinneringen. Ieder individu op exact die ene plaats, waar op dat moment niemand anders kan zijn. Je ontwaakt al dan niet naast die ander, waarmee de deelverzameling 'gedeelde ervaringen', of 'gedeelde gedachten' groter is dan met vele andere tijdgenoten. Anders gezegd, onze dagelijkse ervaring begint met bewustzijn, en dat bewustzijn is gekoppeld aan ons unieke fysieke perspectief. Hoewel we allemaal bewustzijn hebben en weten wat het is, kunnen we het niet aanraken. Wellicht is het nog het meest tastbaar in … het woord. Veelbetekenend is in deze 'zin' de bijbeltekst 'in den beginne was het woord … en het woord was God' (Johannes 1:1-18. Niet vooronderstelde waarheden, of veronderstelde feiten, gaan vooraf aan ons levensverhaal. Het begint telkens weer met onze subjectiviteit: bewust zijn/worden van een subject, of het ontwaken vanuit de slaap.

                                                Dit ben ik nu, in de winter in Berlijn!

In de song Winter (waarmee ik het boekje 'In the eye of Whirling Dust, a love story' begon), contrasteerde ik begin jaren '80 dit ideologische uitgangspunt met de toen overheersende materialistische ideologie. Het was alsof wetenschap juist ging over de zaken die er voor het individu niet toe doen. Wetenschap ging (gaat) over iedereen in het algemeen, en niemand in het bijzonder. Hiermee wordt onze eigen unieke positie in onze persoonlijke leefruimte buiten spel gezet. Deze leefruimte is gevuld met persoonlijke gedachten, herinneringen en emotionele reacties op telkens nieuwe persoonlijke gebeurtenissen met anderen. Wetenschap, zo lijkt het, laat ons juist daar in de steek, waar ons bestaan haar fundament in vindt: ons subject zijn. 

Religie en kunst, daarentegen, lijken ons bestaans fundament – 'ik denk, dus ik besta' – wel te erkennen, of, beter gezegd, veel minder te 'verduisteren'. Mijn subjectieve vertrekpunt, mijn dromen en interpretaties, mogen wetenschappelijk bezien zinsbegoochelingen of illusies zijn, voor mij zijn ze de motieven, angsten en liefde waarvoor ik wakker word, waarvoor ik leef, zo zong ik begin jaren '80 in Winter. Met deze blog meegenomen, heb ik nu alle Whirling Dust '24 songs besproken. Hoe sta ik hier nu in?

 De song Winter, door op de afbeelding te klikken 'ontwaakt' de song/clip

Toen ik vorig jaar het ruim 40 jaar oude album opnieuw bewerkte (en deels opnieuw inzong), was het confronterend om te zien hoe ik aan het begin van mijn arbeidzaam leven een idealistisch (fenomenologisch) standpunt innam, terwijl ik later tijdens mijn wetenschappelijke carrière een materialistisch standpunt kreeg. Als neurowetenschapper was ik er zeker van dat ook dromen en andere niet tastbare verschijnselen te verklaren zijn als bijverschijnselen van exact te bepalen fysische processen, als het ware van opgestapelde nullen en enen. De 'wetenschapper' in mij verbande de 'poëet' in mij. De laatste 10 tot 20 jaar ben ik gaan inzien dat een paar eeuwen Verlichtingsdenken, naast inzichten en vooruitgang, ook is gaan leiden tot verschraling en zelfs verwoesting van milieu, klimaat en natuur, ook de menselijke natuur, onze eigen waardigheid en acceptatie van elkaar. Technologie heeft ons veel te zeer in haar greep, tot in alle aspecten van onze levens. Terwijl we inderdaad elke dag wakker worden, en zeker zijn van ons bestaan in onze eigen subjectieve leefwereld, met onze eigen gedachten, verlangens en angsten. Kortom, ik ben weer terug bij een ideologische visie zoals toen mijn band en ik Whirling Dust uitbrachten in 1983. Zo nam ik dus een U bocht.

Opmerkelijk is dat in de wetenschap de laatste jaren duidelijk is geworden dat veel dieren – niet alleen mensapen (waaronder Homo Sapiens), olifanten en walvissen (waaronder dolfijnen) – zelfbewustzijn tonen. Zo hebben ook sommige vissen die zichzelf regelmatig gespiegeld zien in bijvoorbeeld een aquariumruit, een beeld van hun eigen 'gezicht'. Meerdere wetenschappers, waaronder de neurowetenschapper Christof Koch in zijn nieuwe boek “Then I am myself the world”, stellen dat wellicht alle levende organismen (zelf)bewustzijn hebben. Misschien moeten we het omdraaien, zijn wij niet organismen die in onze breinen bewustzijn bouwen, maar begint al het leven (of zelfs het universum) met 'bewustzijn', dus met iets abstracts/potentieel. In dat licht krijgt de zin “in het begin was het woord...” een hele metafysische en transcendente betekenis. Tot zover mijn jeugdalbum Whirling Dust, dat we (Jim Rensson and the Crew) vorig jaar nieuw leven in bliezen: Whirling Dust '24. Dank voor uw belangstelling!


zondag 16 februari 2025

Stagioni, Rademakers' cello ode aan het leven!

Na een prachtige avond, met daarin een soloconcert van celliste Mayke Rademakers en daarna het feest van Arend Runia, de organisator van de avond, worden mijn lief en ik heerlijk lui wakker. Zondagochtend. Half nog in gedachten bij gisteravond, zie ik een bericht op LinkedIn van David Boogerd, presentator van 'De ongelooflijke podcast'. In de kop staat dat “kwantum alles gaat veranderen (over geloof en wetenschap)”. In de post wordt beweerd dat kwantum computers zoveel rekenkracht zullen hebben en daarmee zoveel sneller zijn, dat ze al onze complexe vraagstukken gaan oplossen, van klimaat tot en met gezondheid. Ik raak wat geïrriteerd. Alsof we als we niet meer ziek worden en liefst ook niet meer sterven, een minder grote last zullen leggen op moeder natuur. Alsof technologische vooruitgang en het tot norm verheffen van steeds sneller en meer, ons in een heilstaat hebben gebracht, in plaats van in een wereld met crises op praktisch elk denkbaar vlak. 

Meer van hetzelfde helpt niet. Ook in deze post wordt de gezondheidszorg weer gegijzeld, want wie kan er tegen zijn als we dankzij supercomputers nare ziekten als ALS en kanker genezen? We laten dan even buiten beschouwing dat we ons denken en ziel leven met nog meer technocratie steeds meer verlammen, en onze omgeving nog meer vervuilen met kunstmatige rotzooi (mens gemaakte materialen, die nu al meer wegen dan al het organische leven op de planeet bij elkaar) en radioactief materiaal. We doen dan wel alsof natuurkunde de enige wetenschap is, en dat dus onder meer sociale wetenschappen er niet toe doen: snellere en slimmere machines zullen door politieke stromingen, individuen, sociale lagen zonder meer eenduidig worden onthaald... Ik mopper dat dit pas religie is, maar dan wel van een naïeve en stokoude soort. Mijn lief begint spontaan Harrie Jekkers te zingen: “Er was eens een koning machtig en groot, die had slechts één vijand en dat was de dood, Waarom moest de dood toch zijn leven bederven, waarom was ie zo bang, zo bang om te sterven?”. Laat het los, roept ze, muziek!

Tijdens het ontbijt hebben we het over de mooie muzikale avond. Wat mooi, als je zoals Arend zo positief je 67ste verjaardag kan vieren, met een gave aan je familie, vrienden en collega's. Een begaafd mens heeft veel te geven. Waar je gave ligt, kan je geven, waar je gave niet ligt wordt geven gemakkelijk weggeven, vertelde Paul Edauw mij vorige week. Zo is het! Ook de celliste Mayke Rademakers gaf zichzelf in het concert vol overgave in haar eigen compositie Stagioni, 4 jaargetijden, een muzikale reis door het leven. Af en toe een knipoog naar Vivaldi, en daarmee een acceptatie van het universeel menselijke, het tijdloze. Acceptatie van het leven, inclusief de eindigheid, de schoonheid van alles dat is en voorbijgaat.

Photo by Tom Swinnen: https://www.pexels.com/photo/focal-point-photo-string-of-violin-752535/

Alle emoties kwamen in het concert voorbij. Ze wist de hele Lutherse kerk in Kampen te vullen met slechts haar (elektrische) cello. Daartoe gebruikte ze onder meer een zogenaamd loopstation, waarmee ze telkens een paar maten speelde en gelijktijdig opnam. Door deze opname direct op repeat te zetten en dan al spelend de volgende laag toe te voegen en ook weer op te nemen, groeide de muziek soms uit tot een compleet orkest, om vervolgens weer weg te ebben en heel intiem – haast eenzaam – nieuwe richtingen in te gaan, die al dan niet opnieuw konden groeien. Zo gingen we door de Lente, de Zomer, de Herfst om in de Winter te eindigen.

De organisator en gastheer, Arend, is net als ik ergens in de herfst aangekomen. Elk van de vier jaargetijden van Mayke Rademakers bestond uit twee delen. Het eerste deel van de Herfst was de melancholie. Je overziet je leven, waar je nu staat, en er is vreugde over alles dat je hebt mogen beleven, en waar je gekomen bent. Daarna is er de storm, die ook bij de herfst hoort, de verandering, en al die mogelijkheden die nog in de lucht hangen. Het is nog lang geen winter, al liepen de laatste twee delen van het concert (de Winter bestond uit contemplatie en tenslotte epiloog) sneller door.

Al met al prachtig! Wat is de cello ook een schitterend en veelzijdig instrument, waarop zoveel kan. Ze gebruikte het instrument als percussie instrument, als geplukte bas, als gitaar. Alle cello technieken kwamen aan de orde. Bovenal speelde ze prachtig cello, wat een begaafde celliste! 

Na het concert vierden we het feest, en spraken we na, onder meer over het concert en de gastheer.

Wat een schril contrast met de pseudo-religie waar ik de eerste alinea over schreef, waarin we in een ongebreideld techno-optimisme doen alsof er niets aan de hand is, zelfs als dat niet waar is (met een muzikale knipoog naar Frank Boeijen). Dat we ons leven hebben, en dat het kostbaar en mooi is, is voor mij in ieder geval een waarheid, die ik ook met nog meer technocratische disruptie niet zou durven riskeren...

PS ik wil niet de indruk wekken geen belangstelling te hebben voor theoretische natuurkunde, die vind ik razend interessant! Maar als een kind (mensheid) moeite heeft een driewieler op de weg te houden (digitale techniek veilig en goed gebruiken), is een raceauto (kwantum computing) gewoon geen goed idee. Dus Viva la Musica ;)


vrijdag 14 februari 2025

Valentijnsdag en digitale vluchtigheid

In onze levens zijn wij allemaal continu aan verandering onderhevig. “Like vagebonds we meet and then we flee again” zong ik in Mary-Ann, de song die we in 1983 zagen als meest commerciële song van het album Whirling Dust. Onze verblijfplaatsen, deels fysiek en nu veel meer dan toen, deels virtueel op sociale mediaplatforms, zijn niet blijvend, en daarmee zijn wij inderdaad vagebonden, op onze trektocht door het leven groeien we in vriendschappen, situaties en posities, om er vaak ook weer uit te groeien. Daarbij is het naar mijn idee universeel dat we zoeken naar bestemming, naar ergens aankomen, waar we volledig thuis kunnen zijn, waar we volledig samenvallen met wie we “echt” zijn. 

                                                     Mijn lief toen ik haar ontmoette...

Juist deze weken besef ik dat ik de droom heb mogen verwezenlijken, die schuil ging achter deze song die ik meer dan 40 jaar geleden schreef. Mijn leven met mijn grote liefde Victorine heeft me thuisgebracht. Tegelijkertijd is de wereld die we als mensheid elke dag verder creëren, voor steeds meer mensen een veel te vluchtig thuis geworden. Meer dan praktisch alle "oudere" technologieën, is digitale techniek bij uitstek vluchtig. Waar bijvoorbeeld de Saksische boerderij waarin Victorine en ik wonen nog uit de 17e eeuw stamt, en het concept van het rietgedekte bouwwerk al aan het begin van het neolithicum werd toegepast (houtconstructie op het oer), is technologie nu steeds bewerkelijker om in de lucht te houden. Hoe zit dat?

Romeinse wegen konden tientallen jaren en soms zelfs eeuwen blijven liggen zonder veel onderhoud. Als ze maar af en toe gebruikt werden. Moderne asfaltwegen hebben beduidend meer onderhoud nodig, ook omdat ze veel complexer zijn (gladde asfalt toplagen, diverse onderlagen, drainage systemen, vangrails, verlichting, surveillance systemen, etc.). Bovendien moet er gesurveilleerd worden, en is er wegenwacht en andere services. Met de digitale snelweg is dit nog weer anders. Waar je nog zou kunnen zeggen dat een wegen- of spoornet op een zeker moment af is en nog slechts onderhoud vereist, is een digitaal systeem nooit af.

                           De song speelt af door er op te klikken

Stel je voor dat wij, publiek, zouden zeggen dat we met onze computers en internet tevreden zijn. We hoeven niet meer dan we er vandaag mee kunnen. Kunnen we dan zeggen dat we geen updates meer nodig hebben, en dat we de apps die vandaag tot volle tevredenheid ons laten tekstverwerken, muziek opnemen en luisteren, films maken en kijken. gamen etc voldoende zijn? Nee, want alleen al het veilig houden van de systemen (tegen hacks, internet criminelen, geheime diensten, etc.) vereist een complete wapenwedloop (of preciezer technologie wedloop). Het is letterlijk een race naar nergens. Of ja, naar steeds meer geavanceerde systemen, met alle risico's en gevaren van dien. Het internet zal nooit af zijn. Niemand zal daarin ooit zijn/haar bestemming vinden. De essentiële vraag in Mary-Ann is “Where will I stay at last, will it be worth to go”?

Als ik nu luister naar Mary-Ann, dan snap ik dat hoewel we per definitie zolang we leven aan verandering onderhevig zullen blijven, we wel onze plek kunnen vinden, bij en vooral met elkaar. Dat zit inderdaad niet in bezit, en nog minder in een technologische heilstaat die ons soms door “idioten” wordt voorgehouden. We zullen het echt zelf moeten doen. Veel positiever gezegd, we mogen het zelf doen, samen, ondanks dat we 24/7 gesurveilleerd worden, om vervolgens te worden gebombardeerd met zaken die ons zouden motiveren om van alles en nog wat te vinden, willen, of laten. Zo moeten we vandaag op Valentijnsdag de liefde vieren, collectief, wereldwijd. Voor mij geen moeilijke opdracht. De felicitaties gaan naar mijn schoondochter Tessa (zij is jarig op 14 februari), en mijn liefde naar mijn lief, kinderen, vrienden, collega's en connecties! En wat betreft veranderen, ik hoop nog even door te gaan met veranderen! Of, zoals mijn lief het noemt, niet anderen, niet ver-anderen, maar voor anderen!

donderdag 6 februari 2025

Niet dat ik huil, natuurlijk niet (stapelen).

In ons huis stapelt zich telkens weer van alles en nog wat op. Het is logisch dat een groot gezin, waarvan de meesten ondertussen zijn uitgevlogen maar nog regelmatig even iets moeten stallen, veel dynamiek met zich meebrengt. Bovendien ben ik gek op verbouwen en knutselen, en heeft onze Saksische boerderij ook ruimte genoeg. Elk jaar organiseren we wel een dag dat we afstand doen van spullen. Dan wordt het kringloopwinkel, of de afvalverwerking. En … afscheid nemen bestaat! En het kan heel goed, haast reinigend voelen. Tevens is er altijd ook weemoed. Als ik een knuffeldier van mijn kind inbreng bij de kringloopwinkel, dat jarenlang is gekoesterd, of een muziekinstrument, dat vol van verlangen en verwachting gekocht is door een veel jongere versie van mezelf voor een kind dat zomaar is verdwenen en als een volwassen mens met hele andere wensen en verlangens het voortaan zelfstandig uitzoekt, beginnen mijn ogen zomaar te tranen. Niet dat ik huil, natuurlijk niet, afscheid nemen is noodzakelijk, net zo noodzakelijk als verbindingen aangaan, als openstaan voor nieuwe uitdagingen.

                               Een veel jongere versie van mezelf 

Zo heerlijk fris en zuiver als de winter soms voelt, als al het leven in de planten zich heeft teruggetrokken tot een belofte, die schuilhoudt om in het voorjaar uit te breken als de tijd (niet meer) rijp is, zo verfrissend voelt het voor mij om afstand te doen van lust (bezit) die (bal)last is geworden. Meestal zijn dat slechts spullen, maar het kan ook een situatie zijn waar je uitgegroeid bent, en uit gewoonte in bent blijven hangen. 

De herfst komt voor mij altijd te vroeg, maar die eerste koele wind, die verandering aankondigt, die me op scherp zet en oproept om me klaar te maken voor de winter, herinnert me aan de opgestapelde rommel, die “schreeuwt” om afstand van te doen.

In de song Autumn Night (1983) overzag ik aan het begin van mijn arbeidzaam leven (volwassenheid) wie ik was en wat ik bezat. Op Whirling Dust '24 (2024) is deze song behoorlijk confronterend voor me, het is alsof ik op een door opstapelen ontstane hoogte sta, nu aan het eind van mijn arbeidzaam leven. Ik moet loslaten om een volgende fase in te gaan. Ook nu is loslaten noodzakelijk en hopelijk reinigend. De wereld is veel complexer geworden, en daar heeft ook “mijn” vakgebied (Kunstmatige Intelligentie, ik studeerde af op één van de allereerste muziek genererende AI) aan bijgedragen. Ik zou willen dat we nooit op dat pad waren terecht gekomen, ook al begrijp ik dat met Prometheus in de oudheid, en recenter Frankenstein en vele fantasieën over machines met Agency (een eigen wil), dat pad altijd onvermijdelijk is geweest.

Wellicht is één van de grote problemen van ons mensen wellicht dat we slecht zijn in opruimen, in afstand nemen, of nog moeilijker, afscheid nemen. We stapelen en stapelen, bijvoorbeeld de ene (verkwistende) techniek op de volgende en als die minder verkwistend is, zal die nog algemener worden, waardoor er weer hele andere nadelen zichtbaar zullen worden. Resultaat steevast: nog meer verkwisting. Zo ben ik uit de overtuiging dat WhatsApp “slechter” is dan Signal, overgestapt met als gevolg... dat ik nu 2 platforms in de gaten moet houden, want ik wil me ook niet buitenspel zetten voor al die contacten die op WhatsApp blijven. Gelukkig kunnen we de herfst niet tegen houden, net als het sterven, zodat er af en toe een nieuw speelveld ontstaat voor hen die dat ook verdienen.

Het afgelopen weekend mocht ik figureren in een film van een uitvaartmaatschappij. Wat mij opviel, is dat net als bij de sloopbedrijven, hier echt duurzaam en circulair gedacht en gewerkt wordt. Memento mori. Het toelaten van zowel groei, als krimp, bij ons prachtig getoond in de 4 jaargetijden, is echt reinigend. Transformatie is ook loslaten en dus iets heel anders dan opstapelen!


vrijdag 31 januari 2025

Vrij van Tijd?

De tijd tikt door en wacht op niemand. Is dat zo? Of hebben we het dan over de klok? Staat de tijd stil als er geen enkele klok meer tikt? Of is tijd “gewoon” de causale (voor-na) structuur van gebeurtenissen? Als iemand een eeuw terug wil in de “tijd”, bedoelt die dan niet te zeggen dat er toen gebeurtenissen hebben plaats gevonden, waarvan die onderdeel had willen uitmaken? Of als we verlangen een week terug in de tijd te gaan, of zoals in het beroemde Beatles liedje, een dag, betekent dat dan dat we de gebeurtenissen waar we deel van uitmaakten anders zouden willen laten verlopen?


Wat eerder gebeurde, laat onherroepelijk haar sporen na. In onze behoefte om onze levens te controleren, zouden we dan het liefst ook het verleden controleren, waardoor vreselijke gevolgen van historische gebeurtenissen uit zouden blijven. Wie heeft er nooit aan gedacht om terug te gaan met een tijdmachine en Hitler te doden, op een moment dat het nog relatief makkelijk was? Zou de holocaust dan nooit hebben plaatsgevonden?

In Set me Free (the curse) zing ik over de vloek die het verleden nalaat in het heden. Ik verlang daarvan vrij gezet te worden. Voor mij was de vloek het lijden van mijn ouders in de oorlog, hun gevecht met religie en zichzelf, en misschien ook mijn eigen anders zijn als kind, waarmee ik het er niet makkelijker voor ze op maakte. Toen ik de song schreef en opnam in 1982, voelde ik me zowel bevrijd van mijn eigen “vloek” (ik was een vreemd kind geweest, dat nu een “normale” wereldburger was geworden als muzikant en muziekleraar), als bezwaard met het verleden, dat zichtbaar haar sporen naliet op een wereld die steeds meer op George Orwell's 1984 ging lijken in mijn ogen, die steeds dwingender iedere burger in een technocratisch keurslijf aan het dwingen was, waarbij de natuur en het natuurlijke verdrongen werden.

Het is bijzonder om stil te staan bij ons idee van tijd. Datgene dat we doen, is gebaseerd op gedachten, patronen, emoties die al verleden zijn op het moment dat we het doen. De toekomst is een verwachting, op grond van ons vermogen om vanuit het verleden te extrapoleren. Onze angst voor crises, overstromingen, natuurrampen, oorlogen en epidemieën, proberen we vlot te trekken door nog meer controle uit te oefenen in ons heden, dat natuurlijk vrijwel direct onderdeel wordt van het verleden, dat juist in de technologische versnellingen waarin we ons bevinden steevast sterker en op steeds meer gebieden haar sporen nalaat voor ons nageslacht. De handelingsruimte in een wereld die zo globaal en tegelijkertijd exact met microchips en nanotechnologie wordt “gecontroleerd”, wordt steeds kleiner. Het valt dan ook te verwachten, dat begin twintigers nu en in de nabije toekomst, sterk zullen verlangen om vrij gezet te worden van de (technocratische) erfenis die onze generatie en de generaties daarvoor hebben achtergelaten.

David Attenborough spreekt van het omarmen van de wildernis. De natuur weer toelaten, zal helpen onze eigen eindigheid weer te gaan accepteren. Want het verkwanselen van de oneindige natuur waaruit we voortkomen en het niet accepteren van onze eigen sterfelijkheid (eindigheid) zijn twee zijden van dezelfde medaille. We vertrappen de natuur om onze individuele eindigheid een paar jaar uit te stellen, maar als we het leven op de planeet voor complexe primaten (waaronder homo sapiens) onmogelijk hebben gemaakt, dan zijn wij geen onderdeel meer van de oneindigheid. Voor mij is tijd niets meer en minder dan datgene dat wij doen in tijd-ruimtelijke relatie (3D + historisch dus 4D) met de natuur waar we uit voortkomen en waar we tegelijkertijd deel van blijven uitmaken, in een complex universum, dat we nooit zullen controleren. Een natuur en universum, die ik niet begrijp, die voor mij wild en vreemd is, en waarvan ik me afvraag of ik me daaraan zou durven overgeven... Maar je niet overgeven is op lange termijn geen optie. Dus zou ik nu minder dan in 1982 de vrijheid niet meer buiten mezelf zoeken: Ik durf te proberen los te laten in plaats van de gebiedende wijs Laat me vrij!

maandag 27 januari 2025

The Sea, in het begin was er het woord, het woord werd ... gerapt!

De Holocaust begon niet met gaskamers, maar met woorden, las ik op de nieuwssite. Hel, haat, maar ook hemel en liefde, alles begint met woorden. Het woord is dé menselijke superkracht, het bindmiddel in menselijke netwerken. Van oudsher verbinden mensen zich met elkaar in gemeenschappen, in netwerken. Daarbij zijn twee zaken van belang: fysieke begrenzingen en gemeenschappelijke verhalen. Verhalen (informatie) zijn de lijm tussen de cellen in het netwerk. Ze geven duiding aan wie we zijn, wat we waarom nastreven, wat we doen en hoe we de gemeenschappelijke ruimtes met elkaar delen. Met onze primaten breinen zijn we heel goed in staat om al informatie delend met elkaar samen te werken. Kortom, de verhalen/informatie die we delen, zijn de lijm waarmee we met elkaar verbinden. We hebben natuurlijk altijd beperkte informatie tot onze beschikking, en dat geeft dynamiek onze communicatie: denken, analyseren, roddelen, etc. Roddelen, bijvoorbeeld, doen we graag en veel, en dat houdt de verbindingen bij veranderende fysieke omstandigheden flexibel. Er zijn antropologen die stellen dat juist ons unieke vermogen tot roddelen ons tot een intellectueel hoog ontwikkelde soort heeft gemaakt. Ook in het tijdperk van informatietechnologie, zijn het nog steeds de collectieve verhalen (waaronder roddels en conspiracy theories) die ons aanzetten tot verbinden (en verbreken).



De fysieke grenzen aan gemeenschappen, gezin, wijk, dorp, vereniging, zijn altijd heel bepalend geweest in wie met wie zal verbinden. Door massamobilisering, met als gevolg verdere globalisering en daarna ook digitalisering met als gevolg het ontstaan van virtuele gemeenschappen, is dit aspect – het fysieke – volstrekt veranderd. Veel mensen zijn meer verbonden in sociale netwerken dan in hun steeds grootschaliger wordende fysieke leefomgeving. De systeemwereld die is ontstaan, werkt echter ook sterk in op het wellicht meest onderscheidend menselijke aspect, het verhalende. We worden gebombardeerd met informatie, en juist in een sociale media omgeving, worden we op grond van onze continu gesurveilleerde aandacht in informatie bubbels geplaatst en van daaruit gebombardeerd met informatie content die onze aandacht gevangen houdt. Dat lost als het ware het cement waarmee we fysiek onderdeel zijn van onze gemeenschappen op.

In de openingssong van Whirling Dust, The Sea, staat de zee voor de massa, die niet meer door de gemeenschappelijke verhalen, maar door de systeemorde in alle mogelijke richtingen kan worden gedirigeerd. In 1982 was dat doordat ik door de bril van George Orwell's 1984 naar de opkomende systeemorde en globalisering keek. Nu, op Whirling Dust '24 heb ik mijn zoon Thorvald gevraagd een tekst te schrijven en te rappen, die de invloed van Big Tech op het ontstaan van virtuele “zeeën” beschrijft.

Het belangrijkste aspect is dat ook de politieke leiders geen goede verhalen meer hebben. Neem generatieve AI. Voor het eerst in de geschiedenis heeft de mens niet een gereedschap gecreëerd, maar een ding dat “agency” (wilsbekwaamheid) heeft. Niemand weet waarom we dit nodig hebben. De crises waarin de mensheid en de planeet verkeren, zijn duidelijk: gevaarlijke afname van biodiversiteit, vervuiling, klimaatverandering, etc. Maar het enige perspectief dat geboden wordt, is dat we Musk, Trump en Zuckenberg niet het alleenrecht moeten geven op de razendsnelle ontwikkelingen van Big Tech, we moeten meedoen. De afgelopen week hoorden we de Britse prime minister Keir Starmer de noodzaak van AI ontwikkeling op Britse bodem benadrukken, hij sprak van “the global race of our life”. Er moeten Britse “breakthroughs” komen, die geëxporteerd worden. Zo niet, wordt de UK een AI-taker in plaats van een AI-maker. Ursula von der Leyen zei iets soortgelijks: “AI can boost our activities to unprecendented speed”. Maar een race met welk doel? Welk verhaal? Een wapenwedloop? Ook zij spreekt van de “global race” die begonnen is: “our future competiveness depends on AI adoption in our daily business”. Europa moet deze “game” omarmen, en laten zien hoe we op verantwoorde wijze AI in al onze dagelijkse bezigheden integreren, aldus von der Leyen. Sneller adopteren. Ook Biden zei in zijn laatste weken dat AI in America een trouwe bondgenoot heeft: Amerika leidt de weg. Niet een race voor welvaart, maar voor macht.

Voor mij in 1982 was deze race al onbegrijpelijk. Nu zo zichtbaar is hoe we onze menselijke “autonomie” in gevaar brengen, door een paar rijke puberale "volwassenen" machines te laten ontwikkelen met agency, is het nog onbegrijpelijker dat onze wijze bestuurders niet anders kunnen dan oproepen tot een ratrace!

dinsdag 21 januari 2025

Democratie redden! Waarom een "wapen" wedloop instappen en niet (ethisch) herbezinnen?

Donald Trump heeft zijn inauguratie achter de rug. In mijn Linkedin bubble zie ik de een na de andere persoon dezelfde foto uploaden met daarop naast Trump Elon Musk, Mark Zuckerberg, Jeff Bezos en Sundar Pichai, de eigenaren van de Big-tech bedrijven. Samen met een “dictator” als Trump zouden zij de democratie ondermijnen, zo is de gedachte. De oplossingen die in mijn bubble bedacht worden (en tot over de 1000 likes krijgen in slechts een paar uur tijd) zijn zonder uitzondering dat wij niet bij de pakken neer moeten zitten, en onze eigen AI en andere “smart” technologie platformen moeten gaan ontwikkelen, alleen dan kunnen we meedoen.

Ik vind dit verdrietig. “Mijn” connecties adviseren kennelijk allemaal om in een Technology wedloop te stappen, de strijd aangaan met de grote Amerikanen, om daarmee onze Europese waarden (waaronder democratie) te redden, of op zijn minst te verdedigen. Mijn verdriet komt voort uit Blue Monday, gisteren, want ik had me voorgenomen positief te zijn. Nu voel ik me dat niet. Maar nog meer komt het voort uit het gebrek aan rationaliteit, dat mijn collega's uit onder meer de AI wereld met dit race of arms advies ten toon spreiden. De concurrentie aangaan, en alles wat Big Tech biedt hier zelf ontwikkelen, is natuurlijk geen oplossing, want waarom zouden de toekomstige bazen uit onze eigen gelederen zich niet als oligarchen gaan gedragen, als wij als publiek net zo verslaafd en afhankelijk van hun toekomstige “smart” technology worden, als dat we dat nu zijn van de Amerikaanse en Chinese platformen? 

Waarom zou Europese Big Tech geen kerncentrales nodig hebben om massaal gebruik van GPT en andere AI van energie te voorzien? Mijn bubbel is niets beter dan Trump en Musk, vrees ik. Een logische oplossing die ik niet lees, is het probleem aan pakken in plaats van oproepen tot een wapenwedloop. Stap eruit. Weg met de schaalbaarheid, of in ieder geval ons er veel minder afhankelijk van maken. De toekomst, dat zijn wij! Een samenleving die (tot voor kort) megalomane dwazen als Elon Musk als helden en genieën vereerd, moet vooral naar zichzelf kijken. Toegegeven, ook in Europa lopen dergelijke dwazen ongetwijfeld rond, en die kunnen we als concurrent de Amerikaanse Big-Tech dwazen voor de wielen gaan laten rijden. Maar het is toch niet onredelijk om naar onze samenleving te kijken, en ons af te vragen waarom we zulk gevaarlijk (onethisch, letterlijk “waarden” loos) gedrag zo bewonderen?


Dat brengt me bij Krishnamurti: 'It is no measurement of health to be well-adjusted to a profoundly sick society'. We moeten niet (alleen) met technologie aan de slag, maar vooral met onze samenleving en ethiek. En dat maakt me verdrietig, want ik had me zo voorgenomen niet meer die boze man te zijn, maar vooral de positieve krachten die ik ook in me heb aan het woord te laten, nu ik als kunstenaar en niet meer als wetenschapper aan de slag ben. 

Toch sluit dit aan bij de song waar ik het deze week over wil hebben, Jane. Uiteindelijk haalde het in 1983 niet het album Whirling Dust. Op Whirling Dust '24 hebben we het uiteindelijk alsnog als slot song opgenomen, mede vanwege de (hernieuwde) actualiteit.

Ongeveer dit, boosheid over blind achter de massa aanlopen, dat was 42 jaar geleden de emotie waaruit ik Jane schreef. In de song Jane gaf ik als begin twintiger een knipoog naar de verleiding om een populist/celebrity te worden. Roem en succes werden ook toen maatschappelijk als grote verdiensten gezien, maar de samenleving dreigde mijn hele generatie, die begin jaren '80 de arbeidsmarkt betrad, niet nodig te hebben. De werkloosheid in mijn generatie was gigantisch. Men sprak van “the lost generation”. In de song stel ik mezelf voor als redder van de toekomst. Droomde ik ervan om een soort Elon Musk te zijn? Megalomane jongensdromen? Ja en nee. Maar kom op, ik was nog kind. De mensen die ik aan het begin noemde, doen hetzelfde, ze bieden hun knowhow aan om concurrerende Europese Big Tech te maken. Laten we allemaal beter weten en uit de strijd stappen. Laten we ons afvragen of een tomeloze winnaarsmentaliteit, of een ontembare ondernemersdrift wel zo nastrevenswaardig is...




Winter, slapen en… ontwaken!

Slapen en ontwaken. Ieder van ons wordt elke dag wakker in een eigen universum, met eigen gedachten, ervaringen en herinneringen. Ieder indi...