Terwijl ik met Miep (onze onvolprezen zwarte labrador) in alle vroegte aan het wandelen ben, gaat mijn telefoon. Victorine belt, en feliciteert me met onze trouwdag. Verrek, 11-11-99, vandaag precies 26 jaar geleden. Ik neem haar niet voor lief, als er nog anarchie in mij huist, is het in mijn liefde, mijn liefde voor haar. Beschaamd loop ik door. Ik peins. De wereld voor lief nemen zoals die zich aan ons voor doet. De essentiele technologieën waarop onze mondiale wereld draait, waren al bedacht voordat zelfs de oudste nu nog levende mens op aarde was geboren. We hebben deze wereld geerfd, in de gebaande paden, dragen we onze steentjes bij aan vervolmaking...
Althans, dat denken of hopen we. Maar staan we er wel eens bij stil of dit allemaal wel zo verstandig is? Staan we er wel eens bij stil wat al die enorme versterking van menselijke aspecten door automobiliteit, rekenkracht, of uberhaupt zaken als taal en communicatietechnologie met ons doet? Met dit doet met onze menselijke "grondstoffen", zoals motivatie of liefde? Leven we niet veel te veel in verwachtingen, in automatismen en gewoontes en te weinig in verwondering, in anarchie?
In mijn vorige blog stelde ik dat kan worden beargumenteerd dat automatiseren altijd twijfelachtig is, omdat het vroeg of laat grondstoffen “gedachteloos” opslokt zonder het equilibrium waaraan ze onttrokken worden in termen van groei en herstel voldoende in ogenschouw te houden. Menselijke omgang (social media, interesses afleiden via algoritmes, chat GPT) en kunst (plaatjes, muziek en film AI generatie) automatiseren is naar mijn mening wel het allerlaagste wat je kunt doen, maar het lijkt onstuitbaar en wordt met de dag algemener. Naast AI gegenereerde teksten, zie ik op Linkedin bij steeds meer posts dezelde soort kenmerkende AI gegenereerde plaatjes, terwijl iedereen een fototoestel van zeer hoge kwaliteit in zijn/haar smartphone letterlijk voor het grijpen heeft.
Dit is wat automatiseren doet, het gaat al snel een leven op zichzelf leiden, dat wij mensen als vanzelfsprekend gaan zien. Dat het internet en daarbij zaken als de race naar continue vergroting van rekenkracht in chips enorm veel energie en middelen kost (ten koste gaat van leven op onze planeet en gevolgen heeft in termen van vervuiling, klimaatverandering en afname van biodiversiteit, nemen we voor lief. Haast nog erger is dat we nog niet een begin van een idee hebben van wat dit alles kost in termen van menselijke grondstoffen – onze creativiteit, onze trots, onze liefde en genegenheid voor elkaar, onze interesse, motivatie, ambitie, ambachtelijkheid, etc. etc. – zijn we geneigd volledig buiten beschouwing te houden.
Victorine en ik op 11 november 1999
De inzet van machines om onze positie op de apenrots te verbeteren, doen we al lang. Gisteren zagen mijn jongste dochter Dorinthe en ik een prachtige nieuwe verfilming van Mary Shelley's geniale roman Frankenstein, a modern Prometheus, uit 1818. In de roman, die Mary (zij was een nicht van die andere geniale vrouw Ada Lovelace, die de computer uitvond) op 18 jarige leeftijd schreef, laat ze zien dat in ons streven om Homo Deus (God, een scheppende super-aap) te worden, we de gevolgen negeren van onze technologische creaties die – eenmaal geschapen – niet ongedaan kunnen worden gemaakt. Het buiten beschouwing laten van de gevolgen van de inzet van grondstoffen verslindende machines, deden we eerder toen we onze menselijke mobiliteit (te voet) steeds vaker gingen vervangen, eerst door inzet van mede organismen (ezels, paarden) en sinds de negentiende eeuw door de inzet van machines (motoren, vliegmachines, etc.). Automobiliteit gaat slechts in allerlaatste instantie om de gemotoriseerde koetsjes, waar wij ons volledig op focussen. Onafhankelijk van hoe de koetsjes gemotoriseerd zijn (al zou het zuiver met wind kunnen) zijn de infrastructuren die ze nodig hebben enorm “demanding” in termen van grondstoffen (miljoenen kubieke meters asfalt voor de wegen, die dwars door de natuur heen snijden, vangrails, drainage buizen etc. etc., zie deze eerdere blog).
Overigens is het zeer veelzeggend dat na ruim een eeuw automobiliteit en een eeuw vliegmobiliteit we nog steeds niet systematisch zicht hebben op de gevolgen hiervan op menselijke grondstoffen. Natuurlijk zijn er verbanden gelegd tussen de mobiele mens (Homo Mobiles) en psychopathologie, waaronder borderline personality disorder. Maar stel de vraag maar eens aan een psycholoog, psychiater, pedagoog, antropoloog of socioloog in je omgeving, en je zult verbaasd staan. Veel improvisatie, nog niet een begin van een eenduidig antwoord...
Het feit dat ik nooit een dag zonder haar heb willen zijn, maakt dat ik echt geloof dat liefde van een andere orde is, buiten de materialisatie ligt, buiten de snelwegen en automatismen, in het hart waar ook de essentiele kunsten veilig liggen afgeschermd. I've chosen love!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten