vrijdag 26 april 2019

King of the coming race: De wereld van morgen?

Zo af en toe mag je je naar mijn mening als blogger even laten gaan. In deze blog heb ik veel te veel aandacht voor één boekje, ik weet het, maar het boekje staat voor een manier van "denken" - "futurologische religie" - met (hopelijk) onbedoelde consequenties die dan ook behoorlijk radicaal zijn. Waar gaat het over? Een paar weken geleden kreeg ik van iemand de tip om een boek te lezen geschreven door een succesvolle Nederlandse futuroloog (Richard van Hooijdonk), onder de titel "De wereld van morgen". De reden dat ik het boekje zou moeten lezen, lag er volgens de tipgever in dat ik niet in voorspellen geloof, maar deze schrijver wel echt zou kunnen voorspellen. Ik heb het boek gelezen, net als eerder het boek "Nooit af" van Aslander en Witteveen. Hoewel ik het op essentiële punten niet met deze schrijvers eens ben (zie mijn blog https://bit.ly/2OX2VYr), vond ik dit zeker een serieus boek, echt onvergelijkbaar met deze prul ("De wereld van morgen")...

Het boekje leest als een religieus heilverhaal van een kleine eeuw geleden: nu is alles nog gebrekkig, maar door Technologie (de Verlosser) zal straks alles beter zijn: de technologische hemel inclusief (bijna) onsterfelijkheid ligt in het verschiet. Een paar "beloftes"  uit het boek. Niemand hoeft meer te werken (basisinkomen), een vreemde taal leren we binnen enkele seconden (de downloadsnelheid van de in onze hersenen ingebouwde chip zet de limiet), een kind met beperkingen wordt niet meer geboren (prenatale DNA engineering), en iedere ziekte wordt op tijd ontdekt. Dit gebeurt door bijvoorbeeld het slimme matras dat met ingebouwde sensoren de verhoogde nachtelijke transpiratie en het onrustig draaien registreert en via het internet of things dit weet te combineren met informatie vanuit de sensoren in de slimme koelkast (veranderd voedingspatroon) en de smartwatch (verminderde conditie). Zonder dat je het weet wordt de AI van de dokter ingelicht en krijg je of een uitnodiging voor het spreekuur, of de medicijnen thuisgestuurd. Ziekte wordt zo ontdekt en behandeld voordat je merkbaar ziek wordt. Mocht je toch ziek worden, hoef je slechts zeer kort het arbeidsproces te verlaten. Oh ja, en passant wordt je het eeuwig leven beloofd: niemand hoeft meer te sterven, nieuwe organen worden op tijd vanuit jouw eigen DNA met een biologische 3D printer geprint. Maar ... je hoefde toch niet meer te werken? En leren (ingebouwde chip uploaden) en nadenken (AI doet het beter) hoefde toch ook niet meer?

Na een paar hoofdstukken voel ik een enorme irritatie, maar ik moet een lange reis maken, en mijn e-reader is zonder aankondiging "dood", waardoor dit boekje en ik tot elkaar veroordeeld waren. Dan begin ik te geloven dat het humor is, een mooie Kafkiaanse cynische grap, in lijn met de roman uit 1969 Hip hip hip voor de Antikrist van Heere Heeresma. Maar humor zit nergens in het boek. Ik lees verder. Nog even en er is een device dat al je gedachten kan lezen, nog even en we hoeven niets meer zelf te doen. Vooral toen de schrijver, die echt gevaarlijk kritiekloos de heilstaat van de "Brave new World" of "1984" verkondigt alsof hij de marketingdirecteur is van een toekomstig totalitair regime, begon over een mogelijk gevaar van het genetisch programmeren van baby's (embryomodificatie, designer babies), dacht ik nu komt de kritische reflectie. 

Toen ik die had gelezen, heb ik hardop gelachen, zo hard dat de medepassagiers me vol medelijden aankeken. Volgens de schrijver kan je in de nabije toekomst met gemak een IQ van 200 in je baby laten "DNA programmeren". Maar, zo was de "goede man" zijn opmerking, de ouders die zich deze prenatale manipulaties kunnen veroorloven, zouden hun kinderen in het voordeel brengen. Idioot, denk ik, lees eens een echt boek over ontwikkeling, en je weet dat 1. intelligentie moeilijk te voorspellen is en 2. mensen met de hoogste scores vaak volstrekt ongelukkig door het leven gaan! Maatschappelijk (en ook school) succes hangen binnen bepaalde grenzen (van 65 tot ongeveer 130) redelijk samen (correlatiecoëfficiënten tussen de 0,2 en 0,3), maar bij een IQ boven de 130 gaat de positieve correlatie snel omlaag. Bovendien werkt in de in het boekje beloofde heilstaat niemand meer, en gaat leren via een chip, dus wat maakt het überhaupt uit?

Alles wat we nodig hebben wordt automatisch door robots (drones) thuisbezorgd, de keuken "weet" wat we nodig hebben, gelukkig hoeven we ons daar ook al niet meer druk over te maken. Lopen en bewegen doen we alleen nog in de sportscholen, natuurlijk wel "in" prachtige virtuele werelden (aangeboden door Hollywood blockbuster marketeers van de filmhits van dat moment), ook voor auties als ik fijn om niet meer naar die overprikkeling in winkels te hoeven. Oh, wacht even, auties bestaan niet meer in de heilstaat van "De wereld van morgen" (prenatale genetische modificatie, weet u nog?). Een utopie voor multinationals en totalitaire dictators, een dystopie voor mensen. Wat moet ik met het boekje? In verband met het milieu heb ik geen open haard meer. Maar hoe kan iemand in Nederland met uitstekend onderwijs en een prima ontwikkelingsniveau zo succesvol zijn met deze gebakken lucht (300 spreekbeurten a €5000 per jaar)? Entertainment, Ok, maar hij lijkt er zelf in te geloven. En zijn publiek ook, en dat maakt het voor mij waard deze boze blog te schrijven. Volgende week doe ik weer gewoon vriendelijk, Ok?

PS er is zeker serieus onderzoek gedaan naar de waarde van voorspellingen. Zo heeft Paul Slavic (1988) voorspellingen van topeconomen en bookmakers onderzocht en bleek dat die niet beter waren dan die van een willekeurige consument, maar dat ze vooral een veel beter verhaal achteraf hadden waarom ze het niet juist hadden en daarmee dan toch weer hun "gelijk" claimden...

donderdag 18 april 2019

Affection

We willen allemaal rijk en beroemd worden, maar om het te zijn, is van een volstrekt andere orde. Van menig (Hollywood) ster weten we dat er inderdaad sterke benen nodig zijn om roem te kunnen dragen en dat, bovendien, hoge bomen veel wind vangen. We vergapen ons aan rijkdom en weelde, zonder voldoende te beseffen dat een gouden leeuw geen hart nodig heeft en een diamant geen gevoel, maar hoe kostbaarder de diamant, hoe vaker ze het object is van strijd, criminaliteit en bloedvergieten.

We zijn druk bezig gelukkig te worden, maar op momenten dat we het zijn hebben we het vaak niet door. Achteraf, terugkijkend, beseffen we dat we het waren. Hele bedrijfstakken grossieren in Nostalgia. We zijn een merkwaardige soort, jagend naar alles wat we begeren, en dus niet hebben. Blind voor wat we hebben, vaak verblind door wat we niet hebben en door onwetendheid, zoeken we naar de affectie van bij voorkeur degene die ons ontkennen, in plaats van degene die ons erkennen. Daarmee geven we "vervelende" mensen (collega's, kennissen, maar ook politici, artiesten) steevast veel meer macht over ons dan mensen die ons met respect behandelen. Iedereen kent wel zo'n collega, die door iedereen een beetje gevreesd wordt (als hij/zij er niet is, haalt iedereen rustiger adem), maar eigenlijk wel het meest beleidsbepalend zijn.

Het zit diep ingebakken in onze psychologie. We hebben een bias voor wat mis gaat, voor gevaar. Een Deense Dog (het is Duitse, maar "iedereen" zegt Deense) die geen vlieg kwaad doet, maar wel de kaken heeft om een arm van een volwassen man in één greep te amputeren, vinden we aandoenlijk in al zijn/haar schaapachtigheid, maar een schaap vinden we miezerig en laf. Voor een ridder hebben we respect, indien voorzien van een zwaard. Het meeste respect hebben we evenwel voor een ridder die dat zwaard nooit gebruikt, maar een ridder zonder zwaard is geen ridder. Exact in deze tweestrijdigheid ligt onze progressie. Eveneens in deze tweestrijdigheid ligt het gegeven dat progressie nooit zuiver progressie is, maar ook vervreemding, of soms zelfs achteruitgang. Als mensheid hebben we het niet makkelijk, maar alles dat we nodig hebben is een beetje affectie. Omzien, van iedereen voor elkaar!

In deze overpeinzingen denk ik terug aan mijn ouders, en denk ik aan mijn schoonouders. Bij elkaar en elk voor zich verdienen zij mijn diepste respect. Fijne paasdagen!

vrijdag 12 april 2019

Is IQ psychononsens?

Met verbazing heb ik het in mijn nabije omgeving nu een paar keer binnen een paar maanden tijd meegemaakt: geschiktheidsonderzoek. Nu dacht ik altijd dat - veel wetenschappelijke evidentie ten spijt, daarover later meer - men in de wereld van recruitment- en assessmentbureaus nog altijd een heilig geloof had in een aangeboren intelligentie en persoonlijkheidsstructuur. Maar mijn vrienden kregen een paar weken voor hun assessment als advies om maar vast te gaan oefenen op cijferreeksen, analogieën etc. Ze kregen een paar webadressen mee, waar je een kortlopend abonnement kon afsluiten, met als geruststelling dat het helemaal goed zou komen als ze elke dag een uurtje zouden oefenen en dan vooral ook achteraf goed de uitleg zouden bestuderen bij wat er fout ging.

Waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Toen er van alle kanten boekjes in de boekenwinkels verschenen waarin hulp werd geboden om beter uit intelligentieonderzoek te komen, was ik stiekem verheugd. Ik heb namelijk nooit geloofd in volledig aangeboren deugden, intelligentie en persoonlijkheid. Toen ik jong was, geloofden mensen steevast dat ze met een specifiek IQ geboren waren, en dat er hooguit een paar punten af of bij konden als je tijdens de test je dag niet of juist wel had. Ja, natuurlijk snap ik dat je een leeuw niet moet vragen om prooien om te ruilen voor grazige weiden. Net zo min zal een schaap een inbreker voor je grijpen, of een muis of rat verscheuren. Maar recent nog toonde Johnson, Riis & Noble (2016) aan dat armoede meer dan om het even welke andere variabele (ras, geslacht, kom af) bepaalt of een kind cognitief goed ontwikkelt of niet.

Op zich niets nieuws. In Oost Groningen, bijvoorbeeld, leefden gedurende eeuwen hele families onder de meest armoedige omstandigheden als landarbeiders. Met soms wel 10 of meer kinderen, moesten vader en moeder de hele dag op het land zwoegen. Niet voor niets ontstond hier het eerste communistische bolwerk in Nederland. Maar toen in de vorige eeuw onderwijs ook voor de arme landarbeiderskinderen beschikbaar kwam, bleken er buitengewoon knappe koppen te zitten onder hen. Bovendien was de motivatie groot om aan de armoede te ontsnappen en om de wereld te laten zien dat "men" ongelijk had. Eugenetica ofwel de leer van de goede geboorte was in die tijd ongehoord populair en onderwijs aan het "gepeupel" werd door de eugenetische academici als pure geld en tijdverkwisting gezien. Hoewel sommige kinderen van landarbeiders meemaakten dat ze na de lagere school niet mochten doorleren, of naar het lager "technisch" onderwijs moesten terwijl ze veel betere cijfers haalden dan bijvoorbeeld het zoontje van de dokter, die wel naar de hbs mocht, weten we ondertussen dat er grote geleerden, ondernemers en kunstenaars uit hun nageslacht zijn gekomen.

Wat wel nieuw was in het onderzoek van Riis en Noble, was dat men aantoonde dat als een kind de eerste levensjaren in de grootste armoede doorbrengt, het brein significant achterblijft in ontwikkeling, structureel. De redenen waarom zijn onduidelijk: voeding, minder ervaring met taal, minder tijd en ruimte om onbevangen met het kind te spelen? Maar de harde lijn van onderzoek is: armoede --> ervaring --> verminderde breinontwikkeling --> leren op school blijft achter. IQ is niet aangeboren, het brein volgt ervaring. IQ is ontwikkelbaar, maar ervaringen in de eerste jaren zetten wel bepaalde kaders. Wat is dan de zin (betekenis) van oefenen voor testen?

It's hard to predict, especially the future, for the future isn't what it used to be... Wie had kunnen voorspellen dat psychologen hun IQ testen niet zouden opgeven, nu deze testen overal vrij toegankelijk zijn geworden? In plaats van het idee van een vaste intelligentie op te geven, hebben ze zich als dè professie van de examinatoren van het "intelligentie-examen" opgeworpen. En met succes! Lekker een paar weken oefenen, en je haalt vast een goede score. En als de opdrachtgever de kandidaat toch niet wilt, ondanks een goede score, dan halen we wel wat mismatches uit het persoonlijkheid-profiel. Je moet weten aan welke kant je boterham is gesmeerd, toch? Maar waar is onze academische integriteit? Mensen ontwikkelen, kunnen leren, en zijn net als de toekomst in het algemeen veel minder voorspelbaar dan we maar al te graag willen geloven!

Johnson, S. B., Riis, J. L., & Noble, K. G. (2016). State of the art review: poverty and the developing brain. Pediatrics137(4), 

vrijdag 5 april 2019

Beeltenis

Toen ik een jaar of zes was, vertelden mijn ouders me over Natuurvolken die niet wilden worden gefotografeerd, omdat ze geloofden dat met iedere kopie van hun beeltenis een stukje van hun ziel zou verdwijnen. Sindsdien heeft deze gedachte me altijd gefascineerd, maar tegelijkertijd heb ik haar nooit begrepen. Pas nu begrijp ik dat deze gedachte helemaal zo vreemd niet is.

Niet alleen zijn er tegenwoordig mensen die zoveel selfies maken, dat er ondertussen een officiële diagnose is voor deze dwanghandelingen: selfitis. Ook zijn er (vaak jonge) mensen die via slimme algoritmes in beeldverwerkings apps een gelijkenis van zichzelf zien ontstaan, die ze zo bevalt dat ze met een afbeelding de plastisch chirurg opzoeken om naar deze beeltenis gerecreeérd te worden. Zo worden we ofwel geleefd door een zielloze beeltenis, of we streven na er een evenbeeld van te vormen.

Het essentiële probleem ligt dieper. Door een kopie te maken van een aspect van mijn bestaan - een foto, een film, een geluidsopname, zelfs een tekst - treedt mijn bestaan buiten het directe hier en nu. De kopie gaat een leven op zichzelf leiden. De muziek van bijvoorbeeld de Beatles, drukt al bij voorbaat haar stempel op ieder groepje jongeren die met een paar gitaren een liedje willen maken. Vroeg of laat moeten ze de vergelijking aan. En dan hebben zij niet het verleden mee, waarin ze zo gedragen zijn als soundtrack van miljoenen levens, waardoor ze steeds sterker geworden zijn, nadat ze ooit min of meer toevallig op het juiste moment op de juiste plek waren. Nu vind ik zelf de Beatles geweldig, maar toch. In onze cultuur circuleren inmiddels duizenden "beeltenissen" die al op voorhand klaarliggen om elk talentvol individu of collectief te verstoten of op z'n minst uit het hier en nu op te jagen.

Ga maar na, als je de Goldberg variaties van Bach wilt horen, is er een grote kans dat je teruggrijpt op de Glenn Gould opnamen uit 1955, of uit 1982. Maar wie heeft er interesse in die jonge zeer talentvolle pianiste die slechts 3 straten bij je vandaan woont, en cum laude is afgestudeerd aan het conservatorium. Je kent haar misschien omdat ze je zoon lesgaf op de muziekschool, voordat ze besloot om voor meer inkomenszekerheid te kiezen en als Projectmedewerker op een kantoor aan de slag te gaan. Beeltenissen zijn vertrouwd en relatief onveranderlijk, en dat maakt dat ze in onze snelle en veranderlijke wereld als bakens fungeren. Hele radio en televisie zenders doen niets anders dan films en muziek van weleer herhalen. Ze bieden ons een vertrouwde soundtrack van onze levens, inclusief beeldbank. Denk je aan Tom Cruise dan denken velen aan een aantrekkelijke superheld. Als generatiegenoot van Tom is het voor mij onmogelijk om ook maar in de verste verte tegen zijn beeltenissen op te leven.

Het probleem zit in de schaalbaarheid van succes. Een barbier die meer wil verdienen, moet meer baarden scheren. Maar een succesvol artiest hoeft niet harder te lopen dan een onbekend plaatselijk talent. Het kost de lokale band net zo veel moeite om in het buurthuis op te treden, als dat het Madonna kost om in een mega-stadion te zingen. Schaalbaarheid bestaat bij de gratie van communicatietechniek (boekdrukkunst, fotografie, radio, ICT etc.). Alleen al doordat er mega-stadions en dito publieken zijn, komt er bijna niemand meer naar het buurthuis. Want ook hier geldt: definieer of wordt gedefinieerd. Als je (al dan niet toevallig; vanwege de schaalbaarheid speelt toeval altijd een rol mee) succes hebt, definieer je. Je wordt met jezelf vergeleken, op je eigen merites beoordeeld. In ieder ander geval word je van jouw eigenheid ontdaan, door je te vergelijken met één van de geliefde beeltenissen. En je lijkt er altijd wel op één. En je delft het onderspit. Al die ontzielde beeltenissen verkwanselen jouw hier en nu. Pas nu begrijp ik het, die Natuurvolken hadden gelijk!

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...