Naast het zoeken naar sleutels der natuur
om ziektes te genezen en het vinden van levensverlengende elixers, was
het de alchemisten vanaf de zestiende eeuw vooral te doen om gewone metalen tot
goud te transformeren. Nu eren we de alchemisten als voorlopers van de
wetenschap (scheikunde). Toch wordt er vooral meewarig over hen gesproken. Maar
wat ziet ons verre nageslacht, als ze bijvoorbeeld in 2222 terugkijken naar
onze hedendaagse zoektocht naar innovatie?
Juist, hedendaagse alchemie. Naarstig is ieder kennisinstituut
en ieder modern bedrijf op zoek naar … levende technologie, naar Artificiële Intelligentie, met echt denkvermogen, die vanuit een ingebouwd moreel kompas autonoom kan beslissen. De droom van toen, lood omvormen tot goud,
is nu herboren: het laten ontstaan van mentale vermogens (geest) in bijvoorbeeld CPU’s. We
noemen het, vol trots, de digitale transformatie. Net als de alchemisten
van weleer, transformatie. Alle plekken waarin hier invulling aan wordt gegeven
duiden we aan met Labs, naar de alchemistische laboratoria van weleer. Als
men dan toch vanuit 2222 terugkijkt naar ons in 2022, zal men waarschijnlijk de
alchemisten uit 1666 intellectueel gezien hoger achten. Natuurlijk, net als de
oude alchemisten hebben ook wij de ambitie om, in de woorden van Yuval Harari,
Homo Deus te zijn, echte scheppers, goddelijke mensen. En in dat streven zijn
we zeker ver gekomen, hoewel dan vooral als anti Deus; we zijn in
staat om de aarde volledig te vernietigen. Waar goddelijk creëren behelst natuur in diversiteit, produceren wij het omgekeerde: eindeloze uniformiteit.
Nee, we zijn kinderlijker, omdat we werkelijk ieder
menselijk probleem – zelfs tegen beter weten in – weten te vertalen in een technologische
uitdaging. De wonderolie van weleer, is nu “deep learning”, robot,
cobot of chatbot, of ten minste “digitale transformatie”. Als we bijvoorbeeld
geen mensen hebben om voor onze zieken, of ouders te zorgen, wordt er direct
gewerkt aan zorgrobots, ongeacht de redenen van het gebrek aan zorgpersoneel.
Te weinig onderwijzers leidt zo tot digitaal onderwijs, afstandsonderwijs, blended
learning of, uiteindelijk, de onderwijzende robot. Verplaatsen leidt tot de
autonome auto, of de digitale blindengeleidenhond.
De alchemisten waren echter minder opdringerig, ze
trachtten niet ieder probleem op te lossen met hun “religieuze” in daadkracht
omgezette streven naar rijkdom (goud) en daarmee macht en eeuwig leven (maar
dan niet in de hemel, maar alvast op aarde). Maar waarschijnlijk was dat vooral
omdat er toen veel minder alchemisten (intellectuelen) waren dan nu
hooggeschoolden. Ons aantal is nu veel groter en ons streven is veel
zichtbaarder desastreus. Dit maakt dat wij waarschijnlijk vanuit 2222 meer
meewarig en hoofdschuddend zullen worden aangekeken dan onze illustere
voorouders.
Op zich geen ramp, om vanuit de toekomst
kinderlijk, of dom gevonden te worden. De kracht van onze hedendaags alchemie
is (1) dat ze enorm tot de verbeelding spreekt (ook ik ben niet voor niets op
een autonome muziekgenerator afgestudeerd, wie wil er niet voor Deus spelen?)
en (2) dat ze economisch enorm goed rendeert.
Echter, we maken er enorm veel mee stuk en,
hoewel niet te ontkennen, blijft dat voor velen aan het zicht onttrokken. Onschuldig
kinderspel – als student werkte ik mee aan algoritmes voor
gezichtsherkenning, superleuk – blijkt keer op keer te ontaarden in … terreur.
Iedereen die de straat op gaat tegen een terroristisch regime (bijvoorbeeld nu
in Rusland), loopt de kans een week later van bed gelicht te worden.
Gezichtsherkenning, camera’s overal. En wat te denken van autonome
killerdrones? Maar zelfs dit is niet het grootste probleem.
Het allergrootste probleem is dat we
menselijkheid (contact, nabijheid, relatie, werkelijkheid) vervangen voor
surrogaat (virtueel, kunstmatig, nep, afstand), voor schijnlevende
technologie, want levende technologie is een fantasie, een sprookje. De
alchemisten zochten naar goedkoop (lood) veranderen in edel (goud). Wij lijken het
omgekeerde na te streven, het menselijke (onvervreemdbare) veranderen in het systematische (het goedkope, kunstmatige, machinale, copy-paste). Maar ook goud kan niet veranderen in lood, en mensen niet in dingen/machines. Wel
kunnen we mensen frustreren met zich leven-lang moeten aanpassen aan systemen (digitale
transformatie). We verwaarlozen daarmee de kracht en waarde van de menselijke
oplossingen, en ondervinden steeds meer exponentieel de negatieve gevolgen van
de technologische alternatieve oplossingen (wat “dankzij” technologische innovatie met
de Oeigoeren gebeurt). Hoogst tijd om menselijke oplossingen dichterbij te
brengen, in plaats van surrogaat oplossingen. Ik wil geen alchemist meer zijn!
De neo-liberale 'efficiëntie' betekent doorgaans nog meer slopen in dezelfde tijd, i.p.v. eventuele vrij gekomen tijd voor menselijk natuurlijk ZIJN te laten.
BeantwoordenVerwijderenOverigens is dat ook wel iets bijzonders, de enorme fixatie op efficiëntie komt er in de praktijk op neer dat we in minder tijd nog meer schade aanrichten ipv dat we efficiëntie definiëren in termen van ons voortbestaan, of zelfs maar welzijn....
VerwijderenIk vrees dat je daar gelijk in hebt, Ruud!
BeantwoordenVerwijderen