“Er zijn twee soorten mensen…”.
U kent de uitspraak vast. Toch erger ik me steeds weer als zelfs journalisten
en academici tweedelingen inzetten, die overduidelijk vrijwel direct mankgaan.
Een voorbeeld. Bij het bespreken van mogelijkheden om de voor de planeet zwaar
belastende technologische (en in haar kielzog economische) samenlevingen aan te pakken die de volhoudbaarheid van ons bestaan op het spel
zetten, is het vermeende onderscheid tussen profeten en tovenaars (prophets
and wizards). Tovenaars zouden dan geloven
in technologie. Ze willen sleutelen aan technologieën, die de huidige problemen
stuk voor stuk naar de achtergrond zullen verdrijven (ja, en dan bedoelen ze
niet dat er met de nieuwe oplossingen nog grotere en meer ontwrichtende
problemen op onze weg komen, wat al geruime tijd wel de harde werkelijkheid is van technologische innovatie). De
profeten zouden in eerste instantie niet naar “oplossingen” wijzen, maar
daarentegen naar de onhoudbaarheid van de manier waarop we denken de problemen
aan te moeten pakken.
Mijn lief zei het gisteravond mooi, tovenaars komen voor in
sprookjes, en als ze daar uitstappen, zijn ze feitelijk direct profeten
geworden. Ze profeteren dat onze technologie nu nog niet goed genoeg is, maar
laat ze nog even door goochelen, dan komt het allemaal goed. Overigens zijn ze vaak niet
zelf bezig met technologie, hun goochelen is in praktijk vaak vooral googelen. Ze stellen mensen op hun gemak: “wees niet bang voor de
zondvloed, er wordt gewerkt aan een ark”. Maar … daarmee zijn het dus hun
profetieën van een hemel op aarde, waarmee ze zich onderscheiden van de
zogenaamde profeten, die zich vaak ook (vooral?) richten op het naderend, of dreigend
onheil. Daarmee is het onderscheid tussen tovenaars en profeten vervallen. Het
wordt: er zijn 2 soorten visionairs, realistisch profeten, en als tovenaars
vermomde sprookjes profeten. Maar … dan zijn we weer terug bij “er zijn twee
soorten mensen, zij die tot 2 kunnen tellen, en zij die verder kunnen tellen. Want
er zijn oneindig veel toekomsten, dus ook een realistische profeet kan
onheilsprofeet zijn, of profeet die haar volk leidt door de gesplitste zee, of
nog één van een miljoen anderen. De meesten zijn daarbij ook minstens een beetje
fantast, of tovenaar, en dus sprookjesfiguur. Zij die kunnen tellen herkennen
er weer 2.
Een ander voorbeeld is de tweedeling tussen jagers en boeren. Heerlijk, ook zo’n grappig dom onderscheid, ten minste, als
dit historische onderscheid gebruikt wordt als psychologische “typologie”, om 2
typen mensen te onderscheiden. Jagers zijn continu op rooftocht naar
nieuwe partners, nieuwe banen, en nieuw bezit. Boeren vestigen zich gedegen en
conservatief, huisje, boompje, beestje. Populisme met een wetenschappelijk
tintje. Je weet wel direct wat men wil zeggen, het spreekt ons onderbuikgevoel
aan. Een gouden formule, met een impliciet logisch appel op dialectiek, een eeuwenoude en beproefde
methode om “kennis te kopen” via tegenstellingen als zwart en wit, plus en
min. Zo heeft het al snel een zweem van wetenschappelijkheid. Echter, bijvoorbeeld een
psycholoog, die in de spreekkamer mensen met de onrust van de jager ontmoet, of juist de gedegen ogende familieman of vrouw heeft zien worstelen
met onrust, ziet direct dat deze typologie opnieuw een kwestie is van … kunnen
tellen, of niet!
Terug naar de tovenaars en profeten, die allen profeet blijken te
zijn. Iedereen die er goed over nadenkt, weet dat onze planeet gebukt gaat
onder hoe wij met onze cultuur/technologie/leefwijzen meer nemen dan de planeet
kan bieden. Hoe meer technologie er wordt ontwikkeld, hoe erger het wordt,
althans, tot nu toe. Als heuristiek tel ik vaak tot drie. Drie uitwegen:
1.Geloof in gedragsverandering (Inner Development Goals) waarmee de
afhankelijkheid van technologie wordt verminderd (alleen het meest noodzakelijk
in de best doordachte variant behouden: Detech technology), 2. Pessimisme, dat is weten
dat het feitelijk al goed mis is, maar dat we er als mensheid niet zelf de
stekker uit kunnen halen, dus lekker doorgaan en dansen op de vulkaan en 3.
Geloven dat we ergens ooit technologie ontwikkelen die ons echt de hemel op
aarde zal brengen (het Sprookjesperspectief). Hoewel ik een goede fantasie heb,
ga ik toch voor 1! Maar zeg ik nu eigenlijk niet,
zoals het bekende grapje, “er zijn 3 soorten mensen, zij die kunnen tellen en
zij die dat niet kunnen”?
Er is volgens mij altijd (ten minste) een derde groep mensen. De profeten en tovenaars denken het te weten en delen hun inzichten met de wereld. De derde groep mensen is de zwijgende meerderheid die het niet weet en het ene moment de profeet volgt en het andere moment de tovenaar, zolang ze maar niet veel hoeven te veranderen.
BeantwoordenVerwijderenDe wereld is niet alleen zwart of wit, er zijn gelukkig veel meer kleuren.
Absoluut, Erno, daar ben ik het helemaal mee eens.
BeantwoordenVerwijderen