vrijdag 5 januari 2018

Lean en serendipiteit, twee geloven op één kussen?

Enkele weken geleden betoogde ik dat recruitment tools gebaseerd op machine-leren hooguit werknemers selecteren die perfect aansluiten bij de werknemers die nu al aan het werk zijn. In periodes van verandering (en crisis) is dat, zo betoogde ik, niet voldoende. De Beatles werden bijvoorbeeld afgewezen door Decca, omdat ze niet zouden passen in de richting die popmuziek volgens Decca uitging. Ze sloten dus (nog) niet perfect aan op de succesvolle artiestenportefeuille ("medewerkers") van de popmuziek. Parlophone zag er wel iets in, hoewel anders, en gaf ze ze een kans. De rest is geschiedenis.

Laten we eerlijk zijn. Natuurlijk zijn er waarschijnlijk veel meer momenten dat er behoefte is aan continuïteit dan aan revolutie. Dus zijn genoemde tools wellicht praktisch best inzetbaar. Maar ze zijn gebaseerd op fundamenteel onjuiste aannames, bv dat mensen constant zijn en bedrijven continu ontwikkelen. Echter, er bestaat een wetenschappelijk verantwoorde aanpak om de prestaties van een bedrijf systematisch te verbeteren, de lean methodiek. Hiermee kan de efficiëntie van een bedrijf of onderdeel hiervan systematisch en meestal geleidelijk worden verbeterd. Een mooi voorbeeld is Toyota, die zo bv met relatief lichte materialen onverwoestbare gordels (en andere onderdelen) maakt. Men zegt wel eens dat mooi vakwerk en zelfs kunst bestaat uit 90% transpiratie en 10% inspiratie. Lean gaat volledig over transpiratie. Inspiratie gaat over dromen, toeval, eigenheid en fascinatie. In inspiratie  geeft de mens zich bloot. Transpiratie delen we met dieren en kan geoptimaliseerd worden. Mieren gedragen zich in vele opzichten zeer lean, maar individualiteit is daarbij non-existent. Ook robots kunnen lean werken, en wellicht is de lean methodiek een opmaat naar een refrein met breder ingevoerde robotica. Een mechanischere ijverig samenwerkende mensheid.

Echter, de lean verbeter systematiek staat haaks op nieuwvorming, innovatie, out of the box denken en direct de mogelijkheden benutten van toevallige vondsten (serendipiteit). Lean en eigenheid (genialiteit) gaan vaak niet samen. Sterker, de globale mondiale wereld heeft enorm veel behoefte aan slimme systematiek (lean), maar tegelijkertijd staat de culturele identiteit van bevolkingsgroepen als bron van zingeving onder druk. Dit geeft op diverse schalen conflicten, van zelfdoding tot terreur en van subversieve tegenbewegingen tot afgestompt en fatalistisch gedrag. Echter, transpiratie en inspiratie hoeven niet te vloeken.

De twee lijnen moeten worden gecombineerd. Lean verbeteren, en tegelijk volkomen vrij dromen, experimenteren en innoveren, bv in een innovation space. Dat laatste gebeurt op de R&D afdeling (Research and Development). Echter, vaak worden ook deze afdelingen lean gemaakt en dan gaat het soms helemaal mis. Dan worden multinationals soms aan alle kanten ingehaald door kleine, wendbare nieuwkomers, zoals Kodak. Maar nogmaals, twee methodieken in 1 bedrijf zijn mogelijk en wenselijk. Geïnspireerde ideeën moeten optimaal worden uitgevoerd, anders heb je er net zo weinig aan als aan het omgekeerde. Een idee kan de lean-lijn in zodra het in de vrije speelruimte is ontstaan. Als een product vervolgens niet meer nodig is (markt verzadigd, behoefte eraan verdwenen door een andere oplossing, etc) kan het terug naar het innovatielab.

Beide lijnen verdragen elkaar niet vanzelfsprekend in één biotoop. In de systematiek van psycholoog Carol Graves is lean "blauw" (overal regels en afspraken over, alles structureren) en innoveren "geel" (dromen, onderzoeken, experimenteren). Water en vuur. Daar zit het gevaar. Je kan dromen (inspiratie) niet lean organiseren, net zomin als dat je niet dromend een productielijn kan organiseren. Wel kunnen we van mieren leren zonder ze te worden. In mijn eerdere blog "niet willen discrimineren leidt tot discrimineren", betoogde ik dat neurotypische ontwikkeling een andere methodiek vereist dan neuro-atypische (autistiforme) ontwikkeling. Niet omdat de ene of de andere "soort" verkeerd of juist goed bekabeld zou zijn. Maar omdat iets dat verschillend is dat ook mag zijn. Samenwerken in één bedrijf - 1 wereld - is noodzakelijk. Natuurlijk kan de ene soort de andere definiëren, opsluiten of "opeten". Veel volkomen lean georganiseerde bedrijven halen vernieuwing binnen door jonge nog geïnspireerde start–ups op te eten. Dat is zeker een oplossing. Maar een school moet effectief werken, èn ruimte bieden aan vernieuwing en kan en mag zich dus niet 100% verlaten op lean, of juist op inspiratie (denk aan de kunstopleidingen een halve eeuw geleden). Leren op 1 school, maar in 2 methodieken, de standaard "LEAN" methodiek, en de open innovation methode. Kinderen kunnen kiezen, telkens opnieuw.

In het kort, bedrijven hebben continuïteit nodig. Echter, soms moeten ze razendsnel nieuwe kansen kunnen benutten, en kan continuïteit dodelijk zijn, omdat het de wendbaarheid wegneemt. Denk aan Kodak, die de revolutie (discontinuïteit) van analoge fototechniek naar digitale communicatiemedia fataal werd. Ondanks dat ook Kodak een R&D afdeling had met zeer veel nieuwe, digitale patenten! De kennis was er, maar de massa was te veel Lean, te zwaar geworden. Juist hierom is investeren in een inclusieve organisatie en samenleving - neurotypische meerderheid in harmonie met een neuro-atypische maar relevante minderheid - van belang. Nogmaals, gaan we ontwikkelen? Gaan we het dilemma te lijf?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...