vrijdag 16 februari 2018

Normaal of niet normaal, is dat de vraag?

Normaal of niet normaal, dat is de mores! Iets is normaal als het zich bevindt tussen 1 standaardafwijking onder en boven het gemiddelde. Daarbuiten is iets afwijkend, een stoornis of ziekte, of juist talent of gave. Volgens filosoof Michel Foucault (1926-1984) zijn normaalverdelingen instrumenten van de moderne beheersingstechnologie. De beheersingstechnologie ontstond in de architectuur, toen Jeremy Bentham in 1791 het panopticum bedacht, de koepelgevangenis. Gevangenen zaten in individuele cellen en konden vanuit het midden van het cirkelvormige complex continu door een cipier in de gaten worden gehouden. De geïsoleerde individuen werden zichtbaar gemaakt voor de corrigerende macht (denk aan Veenhuizen, het Pauperparadijs: Arbeid Adelt). Hiermee ontstond volgens Foucault de moderne macht, die continu aanwezig is en dus niet is gecentraliseerd, zoals de oude macht van vorsten en regenten. Om te begrijpen dat de mens-wetenschappelijke machtsconstructies hierop zijn gebouwd - stoornissen en risico's zijn zeker net zo zeer geproduceerd als "ontdekt" - eerst iets over normaalverdelingen.

Het concept normaal hangt samen met twee wiskundige concepten: de normaalverdeling en de centrale limietstelling. Mensen bezitten eigenschappen - variabelen - in een oneindige aantal. Verreweg de meeste eigenschappen zullen we nooit kennen. Ze doen er voor onze alledaagse werkelijkheid ook niet toe. Echter, via onze kennissystemen - waarneming en denken - transformeren we het oneindig aantal eigenschappen in een eindig aantal kenmerken (dus kennis): lengte, gewicht, intelligentie, vriendelijkheid, rijkdom, kracht, moed, talent in gebieden x1 tot xn enz.

De centrale limietstelling stelt dat de som van een groot aantal onderling onafhankelijke variabelen met een eindige spreiding - variantie - opnieuw een normaalverdeling vormt. Denk bij een normaalverdeling aan een klassieke schoorsteenklok, die in het midden het hoogst is en aan de linker- en rechterkant begint en eindigt. Indien je het oppervlak onder de curve in gelijke verticale kolommen zou meten, wordt ze van klein naar maximaal halverwege naar weer klein. Het hoogste punt - het gemiddelde - en grootste oppervlakte (68% in de zone rond het gemiddelde) zit halverwege. Zo'n verdeling is dus kenbaar. En aangezien bijna alles, hoe arbitrair ook, normaal verdeeld is (als er maar voldoende metingen gedaan worden), genereert het kennen van deze verdeling kennis van onze wereld. De lengte van bomen, grassprieten, mensen, of de leeftijd van bewoners van een bepaalde stad, of land, zodra je het gemiddelde en de variantie kent, is de verdeling kenbaar. Dat wil zeggen dat 68% van de mensen tussen 1 standaard afwijking onder en boven het gemiddelde zit. Zij zijn dus normaal. Wie erboven zit is knap, of groot. Ook volkomen arbitraire bij elkaar opgetelde eigenschappen zijn te vangen in een normaalverdeling. Merk op dat ethische etiketten zoals rechtvaardigheid geen eigenschappen van de verdeling zijn: als iets normaal verdeeld is heeft een kleine groep bijna alles, of bijna niks en de massa behoort tot de middelmaat.

Als het om rijkdom gaat, geldt uiteraard dezelfde verdeling. Hieruit kan dan weer worden afgeleid dat bijvoorbeeld de 1% rijkste mensen meer bezitten dan alle andere mensen samen. Vul voor rijkdom een willekeurige andere eigenschap in (pech, ellende) en de verdelingen kunnen opnieuw gemaakt worden*. In feite is dit "spel" van verdelingen rond toegekende eigenschappen een eigen leven gaan leiden, waaraan bijvoorbeeld de menswetenschappen hun positie en macht minstens ten dele ontlenen. Het beeld van de gezonde, normale mens wordt geproduceerd ten koste van iedereen die daar van afwijkt. En juist deze moderne macht is overal aanwezig, in de leefstijlbladen, in het onderwijs, in de psychologie, in de Cito scores en in de verzekeringspremies. De normaalverdeling produceert kennis produceert macht, als  in Orwell's 1984, waarin Big Brother (dr. Psych) helpt weer normaal te worden of doen via een ondoorzichtige maar altijd aanwezig macht.

Zodra je geboren bent, wordt je in rijen en verdelingen geplaatst en daarmee gekend. Meestal zit je ergens in de 68% marge rond het midden van de normaalverdeling. Net als in de koepelarchitectuur uit de inleiding is er geen ontsnappen mogelijk, je bent normaal, of abnormaal. Juist omdat de normaalverdelingen (standaarden) door iedereen individueel zijn geïnternaliseerd, zijn we allemaal onderdanig aan deze verdelingen. En als je net als in de koepelinrichting van Bentham altijd gezien kan worden, maar nooit weet wanneer er gekeken wordt en je aangesproken wordt in de cellen van je individuele bestaan, heeft verzet geen zin. Anders dan de gevangenen van weleer zijn wij onze eigen en elkaars cipiers: we weten direct wanneer we te dik zijn, of te veel drinken, of ergens te oud voor zijn geworden. We spreken elkaar mi hier ook steeds onbeschaamder op aan, met name via de sociale media. Vergelijk een flitspaal met oude macht, die ontweken kan worden, en trajectcontroles met moderne macht: ontsnappen kan niet.

Menswetenschappen zijn zeker niet waardevrij. Integendeel. Ze verzwijgen meestal dat de verdelingen artefacten zijn van de mathematische beschrijvingen van eigenschappen en dat ieder mens ook beschreven kan worden in eigenschappen waarin hij/zij behoort tot de absolute top (of minimum, ik moet eerlijk zijn). Toegegeven, waarschijnlijk vindt de mensheid op dit moment al die zaken niet relevant waarin jij een topper bent. Maar neuro-atypisch, of rijk, of intelligent zijn (volgens een IQ test), is in laatste instantie ook arbitrair.

Wat niet arbitrair is, is dat we nu ook via digitale surveillance altijd bekeken worden en aan virtuele verdelingen worden toegekend, waarop grond van onze behoeften ook voor adverteerders en dienstverleners zichtbaar worden. Er is geen ontsnappen aan. Geslacht, gewicht en interesse in mode geeft ontvankelijkheid voor afslankpillen en sportschool. Maar psychologen en psychiaters die hun eigen standaarden en  stoornissen creëren via normaalverdelingen en afwijkingen daarvan, zijn niet veel wetenschappelijker dan de sjamanen van weleer!

*in de Volkskrant van 13 december jl. stond een artikel Waarom zijn zoveel mensen arm, en maar zo weinigen rijk? Simpel: het is een natuurwet met daarin een uitleg van de vondst die volgens de krant bijna onopgemerkt was gebleven van Marten Scheffer en Bas van Bavel over dat in de natuur extremen ongelijk (lees normaal) verdeeld zijn. Dat verbaast mij dan weer, de centrale limietstelling is al zeker 150 jaar volkomen bekend en Foucault schreef hierover in de vorige eeuw boeken vol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...