vrijdag 15 juni 2018

Beta talent forward (2)

Alle kandidaten van het bèta talent forward project beschikken over opmerkelijke (intellectuele) kwaliteiten. Maar in onze tijd is het steeds gebruikelijker dat in processen het intellect van de groep (stam of "tribe") wordt benut, en daar kan uiteindelijk praktisch geen enkel individu tegen op. Denk maar eens aan Wikipedia; iedereen kan een artikel schrijven of aanpassen, zonder top-down toezicht. Als iets niet (meer) klopt, zal de tribe het corrigeren. Zonder centrale redactie en zonder hoofdredacteur heeft Wikipedia alle traditionele encyclopedieën qua kwaliteit en compleetheid ver achter zich gelaten. Een ander voorbeeld van de kracht van de groep, vormt de organisatie van ziekenhuiszorg. Je krijgt niet meer te maken met het uitzonderlijke talent van één dokter of zuster Nightingale, maar met een team van perfect samenwerkende zorgverleners. ICT speelt hierin een essentiële rol. Laatst was ik bijvoorbeeld met mijn schoonouders in het ziekenhuis, en na enkele uren hadden we 16 zorgverleners gesproken en was het acute gevaar systematisch gedetecteerd, aangepakt en verdwenen. Zorgverleners hoeven elkaar niet eens bij naam te kennen! Nogmaals, het intellect van het team.

Terug naar onze deelnemers. De moeilijkheid om aan de slag te komen, ligt er mede in dat ze perfect tot grootse intellectuele prestaties in staat zijn, maar dat ze vaak onbewust en ongewild zichzelf tegenover het intellect van de groep plaatsen. En dan kom je in een positie, of "strijd" die je steeds minder makkelijk kunt winnen. Vorige week heb ik hier in mijn blog bij stilgestaan. De vraag is nu, hoe onze autistiforme beta talent kandidaten hun krachten kunnen gebruiken als onderdeel van de "tribe", zodat ze de intelligentie van het team versterken.

Twee invalshoeken. De eerste komt uit de wetenschappelijke literatuur. De Amerikaans professor Amy Edmondson heeft onderzoek gedaan naar de condities waaraan een team moet voldoen als mensen die elkaar niet kennen direct succesvol moeten samenwerken. Te denken valt dan aan een reddingsteam. Het gaat dan om hele andere processen dan bij een perfect op elkaar ingespeeld team, dat als één machine handelt, zoals een band, orkest of voetbalteam. Nieuwe en unieke situaties vragen om unieke en vaak individuele talenten, juist zoals onze kandidaten die bezitten. De oplossing is niet op voorhand aanwezig. Autistiforme mensen kunnen bij innovatie een essentiële rol spelen (en doen dat ook vaak, zoals we weten), maar hebben zoals gesteld soms moeite met het opgaan in het team.

Volgens Edmondson komt dit omdat ieder mens geleerd heeft vanuit kennis en weten op te treden. Voor specialisten en toptalenten geldt dit nog sterker, je wordt gewaardeerd vanwege je talent. Hoe onzeker je sociale onbegrip, of "andersheid"  je ook maakt, je hebt in ieder geval je kennis. Soms beschermen we dat met het overschreeuwen van onze onzekerheid. Ieder mens is neurologisch gevormd om vanuit "kennis" (zekerheid) te handelen. Maar waar we weten, staan we niet of verminderd open om te leren. In een team is de openheid en veiligheid noodzakelijke om ook iets (nog) niet te mogen weten. Juist voor autistiforme mensen, die vaak minder op teamwork gericht zijn en dan ook minder ervaring met teams hebben, is dit extra moeilijk, ook omdat ze toch al vaak als anders worden gezien. Edmondson komt zo tot haar 3 voorwaarden om in een team te kunnen floreren: nederigheid (durven uit te gaan van je (nog) niet weten), nieuwsgierigheid  en  psychologische veiligheid. Nederigheid is hierbij niet hetzelfde als verlegenheid en zelfs niet als bescheidenheid; deze eigenschappen zijn bij onze kandidaten goed vertegenwoordigt.

De tweede invalshoek komt van mijn collega Frederieke Hermsen (antropologe) en heeft betrekking op de oxytocine niveaus: uit onderzoek komt naar voren dat mensen veel makkelijker in teams kunnen werken als het oxytocine niveau hoog genoeg is. Paul J. Zak liet zien dat oxytocine met name het vertrouwen tussen teamgenoten verhoogt. Bij onder meer knuffelen en aanraken komt oxytocine vrij, en juist deze zaken zijn bij autistiforme mensen soms minder vanzelfsprekend. Misschien, zo suggereert Frederieke met een knipoog, moeten we de kandidaten regelmatig massages aanbieden onder het mom van RSI preventie. Ook zou aan de verbinding met kunst en toneel gedacht kunnen worden. Hoe dan ook, in het project gaan we vanaf nu proberen om veel meer gericht de koppeling te maken tussen de intelligentie van de groep en de (unieke) intelligentie van de kandidaten. Laat ik zelf het goede voorbeeld geven: wie suggesties heeft hoe we dit kunnen aanpakken, mag het zeggen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...