vrijdag 23 november 2018

Cat People (putting out the fire, 3, slot)

Van de week vertelde een collega van mijn vrouw dat haar briljante dochter op 17 jarige leeftijd alsnog vanuit de hoogste klas van het VWO thuis was komen te zitten. Het meisje heeft al revolutionaire nieuwe vezels uitgevonden, maar het gedwongen "binnen de lijntjes kleuren" had het ondertussen onmogelijk gemaakt om nog langer met haar docenten te kunnen communiceren. Op dat "binnen de lijntjes kleuren" ga ik in deze blog in.

Toen ik klein was, speelden alle kinderen dagelijks buiten, ook buiten het gezichtsveld van de ouders. Toegegeven, het ging ook wel eens mis. Zo herinner ik me een jongetje uit mijn buurt die bij zijn experimenten met de fiets ondersteboven een aantal vingers verloor. Ook herinner ik me een paar duikplank ongelukken bij het openluchtbad met zelfs een dwarslaesie ten gevolge. En toen we 11 a 12 waren begonnen we te experimenteren met oude Solexen en Sparta-matics, waarbij een jongetje uit mijn buurt het leven verloor toen hij met de zeer sterk opgevoerde brommer tegen een stilstaande bus botste. Maar het ging veel vaker goed en speelruimte was er, al was ik zelf wat dromerig en vaak op mezelf met mijn observaties en experimenten binnen bezig.

Laatst hoorde ik een collega verzuchten hoe hij als kind op een stil plekje uit een boom poepte, om een week later te onderzoeken wat er nog van over was. Al sinds de jaren zeventig stellen de economie en de samenleving mensen in staat zich ongeacht hun geslacht te mogen ontwikkelen en om via arbeid aán de samenleving te mogen bijdragen. Echter, daardoor is het toezicht op onze opgroeiende kinderen veranderd. Doordat kinderen al op jonge leeftijd aangetrokken worden door beeldschermen, spelcomputers, of IPads, zijn de kinderen met relatief weinig toezicht veilig. De verslavende werking van deze "smart" devices zorgt dat ze daar ook blijven. Gelukkig, toch?

Al jong "machineren" we onze kinderen hiermee. We houden onszelf voor dat ze op deze wijze spelenderwijze met (smart) technologie leren omgaan en dat is belangrijk, zo houden de hightech multinationals ons voor en in hun kielzog ook de politiek en het onderwijs. We willen het graag geloven; al ligt obesitas op de loer, binnen spelen is wel zo veilig. Hoewel ik als kind best een einzelgänger was, en ik dus constateer dat dat in deze tijd veel minder een probleem zou zijn, vind ik dit een zeer slechte ontwikkeling, die overigens al in de jaren tachtig (met de beschikbaarheid van video's en gameconsoles) begon.

Als kinderen leren om in de vooropgezette "probleemruimte" vooraf gedefinieerde handelingen te doen en daar punten voor te krijgen, is hun intrinsieke exploratiedrang getemperd. Het is als binnen de lijntjes kleuren, in plaats van vrij tekenen. En het wordt met het ouder worden niet beter, weet ik ondertussen. Ook in de hoogste klassen van het VWO plus, heb ik ervaren dat mijn kinderen "afgerekend" worden op of hun antwoord of uitwerking in de antwoordsleutel staat. Zo kan het gebeuren dat een briljant kind zoals de dochter van de collega van mijn vrouw uit de inleiding met haar origineel wiskundige denkvermogen stelsel-vergelijkingen foutloos op een geheel nieuwe wijze oplost, en toch met een 2,7 thuiskomt. De docent snapt na een paar uur puzzelen hoe het werkt en dat het inderdaad van briljant inzicht getuigt, maar twijfelt wat hij moet doen. Om haar inzicht te waarderen, moet hij nu buiten de lijntjes kleuren, en ook hij is een kind van ... de verloren kindertijd. Hij durft uiteindelijk de Rubrics te verlaten, het wordt een 10. Helaas komt er in de volgende klas een nieuwe docent die dat niet doet, en, zoals gezegd, zit het meisje nu thuis. Gelukkig heeft ze een diagnose (ASS), dus iedereen wast de handen in onschuld.

Ook bij de creatieve vakken gaat het meer en meer om nadoen. De Idols generatie, niet zelf iets mogen bedenken, maar iets na doen. En zoals ik elders liet zien, streamen we steeds minder verschillende artiesten, memes, en andere content in steeds grotere getale. Als dan de kunstdocenten aan de pubers vragen elkaars prestaties (meestal imitaties van een klein aantal superhits) te beoordelen, dan is dit meer een sociaal hiërarchisch spel, dan dat het iets met creativiteit te maken heeft. Niet voor niets zijn er zoveel coverbands, zoveel "revival" bands. We leren niet meer anders. Als een kind iets eigens maakt, is de kans groot dat het genadeloos wordt neergesabeld, net zo lang tot het kind aansluit, ook gaat imiteren, en netjes binnen de lijntjes gaat kleuren. Alleen sterke docenten durven dit te doorbreken, maar wat als dat niet in de Rubrics staat?

Toch snap ik niet dat we het gek vinden dat zoveel briljante kinderen vastlopen, en dat zoveel kinderen en jongvolwassenen die schijnbaar goed in de pas lopen, toch al jong "sleets raken", vermoeid, en in een burn out terecht komen. En de oplossing wordt vaak gezien in het inzetten van nog meer hulpverlening op nog jongere leeftijd, nog meer vroegdiagnostiek. Maar zolang we het probleem niet zien - waarin het ontnemen van vrije speelruimte (de door gemakzucht en (digitale) techniek gestolen kindertijd) een rol speelt - blijft ook dit "Putting out the fire with gasoline". Bah, Cat people!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...