Toen de achttienjarige Bill Gates en de twee jaar
oudere Paul Allen in 1973 de producent van de zelfbouwcomputer van MITS (de
Altair 8800) opbelden met de mededeling dat ze een basic-interpreter hadden
voor de Altair, moesten ze nog aan het bouwen beginnen. In 1975 verkochten ze
de interpreter daadwerkelijk en was Micro Soft (nu Microsoft) een feit.
Vervolgens kochten ze voor 50.000 dollar het besturingssysteem 86-DOS, bouwde
het om tot MS-DOS en kregen het voor elkaar om in 1981 dat systeem standaard op
IBM computers geïnstalleerd te krijgen.
Deze kleine geschiedenis bevat de belangrijkste
componenten van mijn twee laatste blogs: een (kleine) leugen/onwaarheid (bluf)
en de illusion of knowledge. Zonder regels en incidenteel overtreding van die
regels is er geen vooruitgang, hoewel overtreding juist pas ergens toe kan
leiden als anderen zich massaal voorspelbaar (regelgeleid) gedragen. En als we
alleen maar zouden handelen vanuit wat we echt begrijpen (dus zonder illusion
of knowledge), zouden we ons massaal als zwakbegaafden door de wereld
begeven. Normale mensen doen aan wat in de psychologie over-claiming wordt
genoemd: het jezelf in een beter daglicht stellen door de overschatting van je
eigen kennis met betrekking tot producten, concepten, personen, gebeurtenissen,
etc. Echter, Bill Gates en Paul Allen hebben hun aanvankelijke bluf en
over-claimde kennis ("we hebben een basic-interpreter" en later
"we hebben een besturingssysteem voor PC's") door keihard werken
getransformeerd tot echte kennis. Dat is één van de redenen dat zij - en met
hen vele andere multinationals - daadwerkelijk het voor het zeggen hebben in de
wereld waarin wij nu leven. Zij maken de regels, veel meer dan dat de politiek
dat doet. Hoe zit dat?
Politiek wordt van binnenuit uitgehold door
populisten, die om stemmen te winnen hele werelden aan illusoire kennis bij
elkaar "over-claimen". Ze nemen het daarbij schijnbaar altijd op voor
"de gewone man". De gewone man zou slachtoffer zijn van de elite, of
van linkse hobby's, of van journalisten, of van de multinationals, of van
"de Efteling in Den Haag". Ze postuleren hierbij inaccurate
veronderstellingen en over-claimen dat als zij het voor het zeggen hebben, er
eindelijk eens in het belang van de gewone mensen zou worden
gehandeld. Populisme vormt hiermee vaak een variatie op het thema van de jaren
80 cabaretiers Van Kooten en de Bie: "geen gezeik, iedereen rijk".
Ondanks de volstrekte onmogelijkheid om beleid te kunnen uitvoeren op grond van
dergelijke overclaimde kennis (die hun publiek denkt te
begrijpen: "eindelijk iemand die voor onze belangen opkomt"), krijgen
populisten en hun partijen wel stemmen. Ze ondermijnen daarmee
serieuze politiek. Vliegverkeer aan banden leggen, bijvoorbeeld, wordt door de
populisten vertaald als het afnemen van het recht op vakantie van de gewone
man. Serieuze politici moeten luisteren naar het publiek. Dus gaan we gewoon
door met vliegen, 3,33 liter kerosine per Airbus per seconde, duizenden
vliegtuigen continu in de lucht. Voor eigen roem en glorie ondermijnen
populisten onze democratie, maken ze toekomstbestendig beleid praktisch
onverkoopbaar. En serieuze partijen hebben geen keus, er tegen in gaan sterkt
de populisten alleen maar. Dan maar zelf ook populisten toelaten in de eigen
gelederen.
Een belangrijke politieke beslissing met het oog op de
middellange of zelfs lange termijn, kan steevast rekenen op ondermijning door
populisten. Een bedrijf kan wel plannen op de middellange en lange termijn,
tenzij de aandeelhouders een meerderheid vormen. Als we niet willen dat de
democratie gekaapt wordt door populisten, zouden we maatregelen moeten nemen.
Een mogelijkheid is het afschaffen van democratie. In China kan er bijvoorbeeld
wel in korte tijd een spoorweg worden gelegd over honderden kilometers, of huisvesting
worden geregeld voor vele duizenden mensen. Maar als we - minder drastisch - de
democratie willen behouden, moeten we eisen stellen aan populistisch gedrag van
politici. Om dokter te kunnen worden, moet je over uitstekende intellectuele
capaciteiten beschikken. Om elektricien te kunnen worden, moet je zeer
systematisch en nauwgezet kunnen werken. Maar om iets te zeggen te mogen hebben
in het belangrijkste vakgebied dat we hebben - openbaar bestuur - hoef je aan
geen enkele aanvullende eis te voldoen. Mensen als Wilders vieren gewoon hun
gouden jubileum. Over de ruggen van de zwakkeren in de samenleving, die ook nog
denken dat de populist voor ze opkomen. We laten openbaar bestuur kapen door
iedere zichzelf overschreeuwende populist.
In plaats van in de eigen partijen ook populistisch
gedrag te zetten tegenover dat van populistische partijen, zouden we als
samenleving eisen moeten gaan stellen. Net als aan artsen, onderwijzers,
agenten, elektriciens, in zo'n beetje ieder ander echt vak. We zouden bijvoorbeeld
politici en partijen kunnen verplichten populistische uitspraken zodra die
draagvlak krijgen verplicht kunnen laten analyseren door een jury van zowel
vakmensen als leken. Het is een duur middel, maar als we de beslissingen over
zaken als wel of geen Europese eenwording, of wel of geen klimaatmaatregelen
aan het publiek overlaten, kunnen we er zeker van zijn dat velen de discussie
niet kunnen volgen. Populisten maken hier gebruik van door het publiek het
gevoel te geven dat ze het wel begrijpen. Ze leggen het dan even fijntjes
"uitleggen" vanuit hun over-claimde en dus illusoire kennis. En een
partij zonder populisme wordt weggehoond en weggestemd. Exit democratie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten