donderdag 9 mei 2019

Diversiteit en de Grey Rhino

Mijn blog van vorige week was te cryptisch, vandaar dat ik er deze week verder op in ga. Vorige week schreef ik in mijn blog dat technologische "vooruitgang" uniformiteit en globalisatie de wind in de zeilen brengt, met als gevolg dat diversiteit op vele fronten (cultureel, biologisch, etc.) afneemt. Deze week las ik dat de Verenigde Naties een rapport heeft gepubliceerd van door Ipbes gedaan onderzoek dat het ineenstorten van de biodiversiteit een nog grotere bedreiging voor ons voortbestaan vormt dan de klimaatcrisis op zich al doet. Meer dan 1 miljoen soorten zullen naar schatting de komende decennia verdwijnen. Naast klimaatverandering zijn andere oorzaken onder meer ontbossing, toename van landbouwgrond gebruik, uitputting van visgronden, en vervuiling door plastic. De gevolgen zijn afschuwelijk, maar je er zorgen over maken wordt door sommige populisten geframed als "een linkse hobby". Hoewel ik vorige week vooral op technologie ontwikkeling inzoomde (dat is ook mijn leeropdracht), is de oorzaak natuurlijk de mens zelf, en dan vooral op collectief niveau. Een oneindige (economische) groei vanuit eindige middelen is een logisch onhoudbare motor.

Laat ik het uitdagender stellen dan in mijn blog van vorige week. Ons menselijk handelen (lees het ontwikkelen en toepassen van technologie op een telkens grotere schaal) ligt ten grondslag aan het ineenstorten van de biodiversiteit (en ook de ethische- en culturele diversiteit, zoals ik vorige week betoogde). Heel kras gesteld: Waarom zouden we de problemen waar we door technologie in terecht gekomen zijn, op kunnen lossen met nog meer technologie? Om te spreken met Michele Wucker (auteur van "The Gray Rhino: How to Recognize and Act on the Obvious Dangers We Ignore") staan de problemen (the Gray Rhino) levensgroot voor de deur (klimaatverandering, technologische dystopie, afname (Bio) diversiteit) maar is het heel menselijk om uit angst ons hoofd ervan af te wenden. Wij hoeven dan niets te doen, de techneuten bedenken wel iets. Maar tot nog toe is het met technologische oplossingen als met Pandora's Box: voor iedere goede oplossing ontstaan na verloop van tijd 10 nieuwe en vaak nog grotere problemen.

Toegegeven, wij zijn de technische aap, vanaf het ontstaan van de moderne mens hebben we drie technieken tot onze beschikking: vuur (later ook elektriciteit/magnetisme en atoomenergie), de hefboom (waaronder speren, hamers, het wiel, zuigers, etc.) en taal (inclusief wiskunde, programmeertalen, etc). Combinaties brachten ons cultuur, motoren, artificiële intelligentie, etc. Dus ons vertrouwen in technologie is in zekere zin aangeboren. Maar ook kunst, filosofie, religie, denken, logica, al die andere disciplines die we sinds oudsher tot onze beschikking hebben betreffen techniek. Zij zouden nu aangewend moeten worden. En dat doen we naar mijn idee onvoldoende. De overheid stimuleert beta, iedereen moet beta kiezen, er zijn voor de toekomst vooral programmeurs nodig. Waarom? Kunnen de oppermachtige hightech bedrijven die in de in eenstorting van de (bio) diversiteit een groot aandeel hebben het niet zelf? Ik denk dat wij de invloed van overheid, onderwijs en universiteiten schromelijk overschatten, zo probeerde ik vorige week te betogen. De overheid stimuleert dan ook waarschijnlijk vooral vanuit zorgen over de economie van morgen. Maar hoe wij en onze overheid daar mee omgaan, zal aan latere generaties niet makkelijk uit te leggen zijn. Ter illustratie een voorbeeldje, dat iedereen al kent.

Als individu moeten wij, zo weten we, ons gedrag verduurzamen. Maar zolang bijvoorbeeld een retourtje per vliegtuig naar de andere kant van Europa goedkoper is dan per (niet gesponsord) OV naar een nabijgelegen dorp op het platteland, is dat een grote opgave. In één krant lezen we dat de luchtvaartindustrie het heel moeilijk heeft en wel een belangrijke economische motor is (werkgelegenheid) èn dat het weinig zin heeft om in 2030 Amsterdam af te sluiten voor benzine- en dieselmotoren, omdat juist het luchtverkeer een hoofdrol speelt in de lagere levensverwachting van de inwoners van Amsterdam (fijnstof en CO2 productie). Naast een conflict tussen economisch en gezondheidsbelang, wil ik hier toch nogmaals hameren op de rol van technologische ontwikkeling in het aanwakkeren van de behoefte om veel te consumeren, ver te reizen, etc.

"Je bent wat je eet". Letterlijk zouden we dan in een minder bio-divers ecologisch systeem (dat ons voedt), minder divers worden (een afgenome diversiteit van ons als bevolking, waardoor mensen sneller uit de boot vallen, meer diagnoses AD(H)D, ASS, etc.). Toch hebben wij behoefte aan variatie; wij hebben oog voor wat afwijkt, voor wat anders of fout gaat. We halen de "ellende" via onze nieuwssites werkelijk overal vandaan, om aan deze behoefte te voldoen. Maar juist omdat we overal ter wereld dezelfde (smart) Technology hebben, met elkaar appen, twitteren, op Facebook "vrienden" maken, kijken we massaal op een soortgelijke manier naar dezelfde technologisch geconstrueerde (deels "virtuele", grotendeels niet fysieke) wereld. Hoe ver we ook kijken, appen, of zelfs vliegen, we kunnen bijna nergens meer echt andere manieren van doen, denken en begrijpen aantreffen.

Ook de culturele podia worden door multinationals zorgvuldig gereserveerd voor presentatoren, sporthelden, filmsterren, wetenschappers en kunstenaars die toevallig op het juiste moment met passende prestaties op de juiste plaats waren. "Gewone" jongeren moeten zich niet slechts bewijzen tegenover andere jongeren in hun buurt, maar hebben als concurrentie de hele wereld (www). Je eigen olifant vangen en trots het dorp binnen slepen is nu weggelegd voor een handjevol supersterren die in de marketingformules van multinationals mega gelanceerd worden. Denk aan de herintroducties van het laatste seizoen van Game of Thrones. Kortom, de menselijke behoefte om onderscheidend te zijn, wordt voor de meeste van ons juist door (smart) Technology sterk onderdrukt. Smart Technology maakt ons tot consumenten, en dat komt hun economie als producenten meer dan goed uit. Zij bieden de variatie waar wij reikhalzend naar uitkijken; de enige diversiteit die we in de wereld van morgen mogen verwachten, bestaat uit de nieuwe release van een serie, of de nieuwe mogelijkheden van een nieuw model (smart) Technology.

Maar dit is pure armoede. Verticale diversiteit (andere (sub) culturen in andere streken) is hiermee verplaatst naar toekomstige "diversiteit" (nieuwe releases van technieken, supersterren en producties). Cross-sectionele toegenomen uniformiteit doet verlangen naar variatie/diversiteit, en als die alleen nog longitudinaal is, komt dat de verdienmodellen van grote tech- en productiebedrijven prima ten dienst. De mens kan niet anders dan hierdoor "rupsje nooitgenoeg" worden. Op deze wijze zitten we in een verstikkende wedloop ("we're putting out the fire with gasoline"). Kleinschaligheid kan door onder meer communicatietechnologie feitelijk niet bestaan, de weg naar verandering is (behalve catastrofe, oorlog, epidemie, uiteenvallen) bewustwording, en dan hopen dat we met een toegenomen bewustzijn ons anders gaan gedragen, open gaan staan voor elkaars andersheid, die we in ieder ander mens zullen aantreffen, als iemand tenminste niet door de technologisch geüniformeerde leegheid is weggejaagd.

Ok, tot zover de klaagzang. Wat te doen? Hoe maken we van de Gray Rhino een heleboel behapbare Rhinos? Eerst bewustzijn dat het woord "Technology" impliciet  volkomen synoniem is aan "magie" (daar wees mijn zoon Thorvald me laatst op). Mooie initiatieven ondersteunen, sociale ondernemers. Ook kunnen we oog hebben voor mooie lokale initiatieven, zoals jeu de boule bars, en dartcafés, waarin smart technologie wordt verdrongen omdat de aanwezigen met elkaar heel "ouderwets" een spelletje gaan doen. Als zulke gelegenheden dan ook nog gelegenheid geven aan lokale bands en singer/songwriters om hun muziek ten gehore te brengen, zou het nog mooier zijn. Een soort culturele variant van justdiggit (gaten graven om de droogte tegen te gaan).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...