Onderwijs en het zogenaamde Matheus-effect (de rijken worden rijker, de armen armer) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zo liet de psycholoog Stanovisch als eerste ruim veertig jaar geleden al zien: kinderen die vroeg de beoogde resultaten van onderwijs behalen (lees-, schrijf-, en rekenvaardigheid op doen), dragen deze vaardigheden mee, waardoor ze ook sneller en gemakkelijker de op deze vaardigheden gebaseerde verdiepingen zullen bevatten. Omgekeerd komen degenen die in eerste instantie (gedeeltelijk) falen op deze leertaken op achterstand, en deze achterstand zal zich relatief makkelijk uitbreiden naar diverse andere leerprocessen. Vandaar de naam, analoog aan het Matheus-verhaal waarin de rijken rijker worden (de eerst vaardigen vaardiger) en de armen armer (de "laatbloeiers" dreigen helemaal niet tot bloei te komen). Volgens onderzoekers vind je dit effect overal, de toevallig meest geciteerde onderzoekers worden voortdurend opnieuw geciteerd, terwijl andere even goede (of zelfs betere) onderzoekers hierdoor achtergesteld worden.
De kunst van goed onderwijs is om niet alleen de middengroepen goed te voorzien, maar zo veel als mogelijk te voorkomen dat er "armen" ontstaan, die vervolgens neigen steeds "armer" te worden. Dit kan alleen als de context (het thuis van het kind) al vroeg wordt meegenomen in het leerproces. Nu alle kinderen daarnaast via www (apps en andere smart technologie) met elkaar en de rest van de wereld verbonden zijn, is het klassieke krachtenveld veranderd waarin onder meer Stanovisch en velen na hem het Matheus-effect in het onderwijs onderzochten. Dat biedt ook andere mogelijkheden om de discrepantie tussen "arm en rijk" aan te pakken.
Succes creëert succes, en als je toevallig door bijvoorbeeld een goede thuissituatie, of een goede klik met de (eerste) leerkracht, een goede start in het leerproces hebt, dan zal je (met precies hetzelfde genetisch materiaal) succesvoller worden, dan wanneer je "toevallig" een hele beroerde start had. Vandaar dat het Mattheus-effect gekscherend ook wel eens arbitraire besmetting genoemd wordt. Het effect speelt in potentie op tal van vlakken. Als je jong bijvoorbeeld leuk, mooi en/of knap gevonden wordt, zal je dit al vroeg leren inzetten en daar vaardigheden mee opbouwen, enzovoort. Cumulatief voordeel, hoewel succes onvoorspelbaar is, is geluk degene die er op voorbereid is gunstig gestemd. Meningen over kunstuitingen zijn meer nog dan over politieke ideeën resultaten van arbitraire besmetting.
In principe denk ik dat het internet zeker kansen biedt aan kinderen die niet perse al de "rijken" zijn in educatief opzicht. In een nieuwe rage kan iemand zomaar heel veel aandacht krijgen, tal van keren kan je toevallig op het goede moment op de juiste plaats zijn. Zo zijn er kinderen met een YouTube kanaal en honderduizenden volgers, die feitelijk alleen elke paar dagen filmen hoe ze bijvoorbeeld een verrassingsei openmaken. Succes is minder gekoppeld aan ontwikkelde intelligentie, dan dat het binnen het schoolsysteem is. Of dit beter is, of niet, is een hele andere discussie...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten