vrijdag 20 september 2019

Rijk en toch arm?

Rijk en toch arm? Arm en toch rijk? In het land der blinden is één oog koning! De psychologie van de sociale vergelijking geeft bijvoorbeeld inzicht in sociale en psychologische tredmolens. Iemand kan het goed doen op school, op een goede universiteit cum laude afstuderen, een goede job hebben, om uiteindelijk net een zeer ambitieus appartement op een triple A locatie in een wereldstad te kunnen kopen en sociaal weer onderaan de ladder te staan. Je wordt rijk, verhuist naar een hogere sociaal economische status (SES) en dan ... sta je weer onderaan de zojuist bereikte sociale ladder. Iedereen om je heen is "rijker", (schijnbaar) succesvoller; je bent weer "arm" en krijgt van je nieuwe fysieke en sociale omgeving weer het volle pond aan minachting als "wanna be". Ondanks je salaris van 350k per jaar voel je je arm door (opwaartse, of neerwaartse) sociale vergelijking. Van Hollywood sterren weten we zelfs dat tevredenheid met je leven en wie je bent eveneens terugvalt en dat het voorbij een bepaald punt zelfs onmogelijk is om tevreden te blijven. Rijk en toch arm, gestoord en toch succesvol, succesvol en toch ongelukkig, normaal en toch ontevreden; het zijn allemaal concepten die een ingewikkelde en zeker niet lineair causale relatie met elkaar hebben. 

Niet lineair causale verbanden kunnen uitstekend in het alledaagse onderzocht worden en juist hierom spreekt ook toegepaste psychologie mij zo aan. Een interessant aspect van toegepaste wetenschap, is dat de praktijk leidend is. In de context van psychopathologie betekent dit dat niet alleen gekeken wordt naar algemene kennis die afgeleid kan worden uit een groot aantal mensen met een bepaalde psychische conditie (stoornis). Vooral wordt gekeken naar mensen die ondanks dat ze een bepaalde diagnose hebben, toch niet (of niet meer) in de praktijk tegen de problemen aan lopen waar de meeste mensen met zo'n diagnose wel tegen aan lopen. Hiermee staat falsificatie in de studie van het bijzondere centraal in de studie van de praktijk. Dus niet louter verificatie en inductie - van het algemene naar iemand in het bijzonder - maar ook falsificatie en deductie: als deze persoon aan de voorwaarden voldoet om de diagnose x te krijgen, maar desondanks in staat is om een succesvol en geïntegreerd leven te leiden, dan is een stoornis toch niet altijd een storend. Hoe uitzonderlijk zo'n succesverhaal wellicht ook zal zijn, bij de focus op mogelijke positieve uitkomsten komt vroeg of laat onvermijdelijk de vraag welke factoren dan het verschil maken tussen het veelal falen en incidenteel slagen. Wanneer is een beperking een talent, wanneer is minder meer? Of terug naar het begin, wanneer is rijk arm, en wanneer is arm rijk?


In de psychologie spreekt men hier van positieve psychologie. Maar positief kan dan dus ook "negatief" betekenen. Immers als een bepaalde conditie, bijvoorbeeld hoogbegaafdheid, doorgaans tot succes leidt, maar af en toe flink nadelig lijkt te zijn, zal een "positief" toegepaste psychologie zich hier ook op storten. Het gaat dus feitelijk om de erkenning dat ontwikkelingsuitkomsten niet per definitie lineair causaal samenhangen met de algemeen bekend veronderstelde visie. De praktijk is weerbarstiger. Het gaat om het speciale geval, niet iedereen in het algemeen, maar deze persoon of situatie in het bijzonder. Niet zozeer om verificatie dus, als om falsificatie, met vragen als waarom gaat het bij deze persoon niet goed. Juist deze geïndividualiseerde aanpak en daarvan dan vervolgens weer kijken of we daar in het algemeen ons voordeel mee kunnen doen, vormt het vertrekpunt van een positieve psychopathologie. Of beter, een psychoandersheid, want kijkend naar individuen die geslaagd zijn ondanks (of juist dankzij) hun andersheid ("against all odds"), zijn strikt genomen niet gestoord en vallen dan ook niet (meer) onder pathologie. Wel kunnen we van hun individuele casussen veel leren, waarmee ook andere mensen met een gelijksoortige conditie in potentie hun voordeel mee kunnen doen. Kortom, waar wij individuen een etiket met een stoornis op plakken, gaat het veelal om mensen die ‘anders’ zijn, bijvoorbeeld hoogbegaafd en in feite helemaal geen stoornis hebben. Het is voor onze samenleving immers veel slimmer om uitgaande van het 'anders zijn’ mensen zodanig te faciliteren dat zij zichzelf goed kunnen handhaven in de samenleving en bovenal van bijzondere waarde kunnen zijn, o.a. op de arbeidsmarkt. Zo kan opvoeding en behandeling helpen arm rijk te laten zijn!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...