vrijdag 13 september 2019

Watch me, over hoe wij herhaaldelijk verwezen!

Ieder mens is van oorsprong een sociaal wezen. We krijgen pas echt betekenis als we onze bijdrage kunnen leveren aan de groep waartoe we behoren. Hiertoe zijn we gedreven. Deze "drive" om bij te dragen en er toe te doen, ligt diep verankerd in onze constitutie, waaronder onze hersenen. De natuurlijke diversiteit - mannen, vrouwen, sterke mensen, slimme mensen, grote mensen, kleine mensen, etc. - komt van pas om ons te ontwikkelen in het verlengde van onze mogelijkheden ("talenten") en dan telkens in het belang van de sociale gemeenschap waartoe we behoren. Kinderen krijgen, opvoeden, voor eten zorgen, verdedigen van de gemeenschap, zorgen voor comfort (kleding, warmte, techniek etc.) en betekenis (religie, bezwering, vermaak), allemaal taken die al vele duizenden jaren telkens opnieuw moesten worden overgenomen door nieuwe generaties. Soms was het geslacht al de eerste biologische voorwaarde (kinderen krijgen), soms was het geslacht, of een andere biologische variabele een sociale voorwaarde (bv nystagmus, ofwel het "derde oog", maakte mensen in sommige gemeenschappen/culturen tot ziener/geestelijke).


Het behoeft weinig betoog dat met het letterlijk verdampen van grenzen tussen sociale gemeenschappen (dit gaat samen met de toenemende technologisering van de samenleving, zo betoogde ik twee weken geleden), het voor individuen veel ingewikkelder is om je plaats in de sociale gemeenschap te vinden. Ofwel, om je adres kenbaar te maken aan de abstracte (virtuele) society waar je toe zou kunnen behoren. Wellicht is dit zelfs onmogelijk, omdat het simpelweg niet (meer) bestaat.  "Kijk wat ik kan, Watch me" roepen we als kind regelmatig, maar als we ouder worden wordt duidelijk dat er geen duidelijk adres is waar we met onze bijdrage kunnen aankloppen ... Je kan nog zoveel kunnen, de "society" moet je voor jouw kunnen wel een adres toekennen. Sociale media zoals YouTube staan vol met briljante bijdragen zonder enige erkenning, en daarnaast met "erkende" bijdragen zonder enige eigenheid of talent (heel veel "dwergen" en enkele kunstmatig opgeklopte "reuzen")...

In feite is met het wegvallen van een in principe op voorhand vanzelfsprekende society waartoe men behoort, een mens geroepen om diverse malen in het leven opnieuw te "verwezen", opnieuw als wees zonder familie een (werk) community te betreden. Natuurlijk is dit spannend, en biedt het ook kansen. Maar veel mensen ervaren dat als ze gaan wonen in een geheel andere stad of soms zelfs een heel ander land (waarvan men de taal en de gewoontes nog moet leren), dat de door Technology (het World wilde web, sociale media, hits, blockbusters, films etc.) gegenereerde globale (virtuele) wereld toch vooral een illusie is. "Kijk mij" roepen heeft voor die enkele superster zin, maar de meesten zullen eraan moeten wennen dat zingeving niet vanzelfsprekend is, en dat herhaaldelijk verwezen ons gevoel van eigenwaarde en verbondenheid niet vanzelfsprekend versterkt. En zo zijn we aan het eind gekomen van deze drieluik, waarin eerst werd ingegaan op de samenhang tussen grenzeloosheid en begrensdheid (Mijn huis: hoe meer grenzeloos, hoe meer gevangen), daarna op het verliezen van identiteit door technologie (Ik app, dus ik besta), om hier te concluderen dat de technologisering van onze wereld ons allemaal verweesd. Want als ik overal thuis ben, ben ik nergens meer echt thuis! (Slot)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...