Ieder mens is van oorsprong een sociaal wezen. We krijgen pas
echt betekenis als we onze bijdrage kunnen leveren aan de groep waartoe we
behoren. Hiertoe zijn we gedreven. Deze "drive" om bij te dragen en
er toe te doen, ligt diep verankerd in onze constitutie, waaronder onze
hersenen. De natuurlijke diversiteit - mannen, vrouwen, sterke mensen, slimme
mensen, grote mensen, kleine mensen, etc. - komt van pas om ons te ontwikkelen
in het verlengde van onze mogelijkheden ("talenten") en dan telkens
in het belang van de sociale gemeenschap waartoe we behoren. Kinderen krijgen,
opvoeden, voor eten zorgen, verdedigen van de gemeenschap, zorgen voor comfort
(kleding, warmte, techniek etc.) en betekenis (religie, bezwering, vermaak),
allemaal taken die al vele duizenden jaren telkens opnieuw moesten worden
overgenomen door nieuwe generaties. Soms was het geslacht al de eerste
biologische voorwaarde (kinderen krijgen), soms was het geslacht, of een andere
biologische variabele een sociale voorwaarde (bv nystagmus, ofwel het
"derde oog", maakte mensen in sommige gemeenschappen/culturen tot
ziener/geestelijke).
Het behoeft weinig betoog dat met het letterlijk
verdampen van grenzen tussen sociale gemeenschappen (dit gaat samen met de
toenemende technologisering van de samenleving, zo betoogde ik twee weken
geleden), het voor individuen veel ingewikkelder is om je plaats in de sociale
gemeenschap te vinden. Ofwel, om je adres kenbaar te maken aan de abstracte
(virtuele) society waar je toe zou kunnen behoren. Wellicht is dit zelfs
onmogelijk, omdat het simpelweg niet (meer) bestaat. "Kijk wat ik
kan, Watch me" roepen we als kind regelmatig, maar als we ouder worden
wordt duidelijk dat er geen duidelijk adres is waar we met onze bijdrage kunnen
aankloppen ... Je kan nog zoveel kunnen, de "society" moet je voor
jouw kunnen wel een adres toekennen. Sociale media zoals YouTube staan vol met
briljante bijdragen zonder enige erkenning, en daarnaast met
"erkende" bijdragen zonder enige eigenheid of talent (heel veel
"dwergen" en enkele kunstmatig opgeklopte "reuzen")...
In feite is met het wegvallen van een in principe op
voorhand vanzelfsprekende society waartoe men behoort, een mens geroepen om
diverse malen in het leven opnieuw te "verwezen", opnieuw als wees
zonder familie een (werk) community te betreden. Natuurlijk is dit spannend, en
biedt het ook kansen. Maar veel mensen ervaren dat als ze gaan wonen in een
geheel andere stad of soms zelfs een heel ander land (waarvan men de taal en de
gewoontes nog moet leren), dat de door Technology (het World wilde web, sociale
media, hits, blockbusters, films etc.) gegenereerde globale (virtuele) wereld
toch vooral een illusie is. "Kijk mij" roepen heeft voor die enkele
superster zin, maar de meesten zullen eraan moeten wennen dat zingeving niet
vanzelfsprekend is, en dat herhaaldelijk verwezen ons gevoel van eigenwaarde en
verbondenheid niet vanzelfsprekend versterkt. En zo zijn we aan het eind
gekomen van deze drieluik, waarin eerst werd ingegaan op de samenhang tussen
grenzeloosheid en begrensdheid (Mijn huis: hoe meer grenzeloos, hoe meer
gevangen), daarna op het verliezen van identiteit door technologie (Ik app, dus ik besta), om hier te concluderen dat
de technologisering van onze wereld ons allemaal verweesd. Want als ik overal
thuis ben, ben ik nergens meer echt thuis! (Slot)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten