donderdag 24 oktober 2019

Ok, mogelijkheden!

Ok, het punt is duidelijk: de mens-technologie symbiose heeft ons voorspoed en tegenspoed gebracht en via de enorme schaalvergroting die is ontstaan, staan we nu voor wereldwijde problemen (milieu, klimaat, technologisch totalitarisme/technologische iatrogenese, gebrek aan zingeving) die we met onze bijna 300.000 jaar oude psycho-biologische “hardware” niet kunnen oplossen. We kunnen het niet langer aan de ons bekende moordende cocktail van multinationals, wetenschap en/of (populistische) democratie overlaten. Maar hebben we dan nog enige kans?

Het goede nieuws: Ja! (gedragsverandering). Het slechte nieuws: Ja! (Dan Brown-achtige scenarios). We gaan alleen in op de eerste ja. Het is menselijk gedrag dat ons uiteindelijk in deze niet toekomstbestendige positie bracht. Er is geen weg terug, maar er zijn meerdere mogelijke wegen vooruit. Indien het aantal mensen op de planeet vanaf nu zou gaan krimpen, dan zou in potentie de enorm grote schaal met betere (toekomstige) energieomzetting ten gunste van voeding, mobiliteit en communicatie duurzaam beheersbaar kunnen worden gemaakt. Dat betekent niet meer technologie om de technologie, en nog minder disruptie om de disruptie, maar alles afgestemd op keuzes vanuit de centrale gedachte van toekomstbestendigheid. In dit scenario wordt de sociale wetenschap de meest centrale wetenschap, met in het hart de psychologie. Helaas kan dat niet in het verlengde van wat we nu onder sociale wetenschappen en psychologie rekenen. Waarom niet?

De situatie in de wetenschap lijkt op de beroemde dwaas die zijn horloge verliest in een pikdonker park en vervolgens wordt aangesproken door een agent als hij maar blijft zoeken onder een lantaarnpaal. Hij zegt dat hij niet in het donker zoekt, want daar toch niets zal vinden, maar hier in het licht al hele waardevolle munten heeft gevonden. In de exacte wetenschap werkt de wetenschappelijk methode uitstekend, maar in de menswetenschappen levert het op zijn best op dat je door het publiek beschimpt wordt dat je een quasi wetenschapper bent. Maar, helaas, de echte problemen vereisen meer en systematischer begrip in hoe gedragsverandering zowel individueel als van groepen tot stand gebracht kunnen worden. Dat betekent dat de alpha en gamma wetenschappen een broedplaats voor onze allergrootste intellectuele, creatieve en bestuurlijke talenten zullen moeten worden. Met andere woorden, als je echt slim bent kies je niet automatisch bèta, dat kan altijd nog, maar kijk je eerst hoe je Alpha en gamma kan dienen.

Maar waarom is dit nodig, en redden we het niet met de nu ingeslagen weg in de sociale wetenschappen? Een voorbeeld. In veel welvarende streken treedt al enkele decennia krimp van de (relatief) autochtone (dat wil zeggen geassimileerde) bevolkingsgroepen op. De kennis van psychologische factoren rond bevolkingsgroei (pos en neg) zou vooraan in de psychologieboeken moeten staan, keurig op een rijtje. Correlaties met andere vakgebieden (economie en biologie) zouden vanuit hier ook direct in kaart gebracht moeten worden. De kennis is er, maar nergens geordend, zodat we er nagenoeg niets aan hebben. Ten tijden van oorlog, bijvoorbeeld worden er op de 100 meisjes bijna 120 jongetjes geboren, in rust en welvaart liggen de getallen op 100/101. In een serieel monogame samenleving met lage kindersterfte heeft een stel gemiddeld 2,2 kind nodig om de bevolking op peil te houden. Een stel krijgt gemiddeld 1,4 kind en in volgende relaties nog 0,6, dus is er sprake van een lichte krimp. Dit type kennis alsmede wat de psychologische concepten zijn die met een lagere fertiliteit in de hogere welvaart (klasse) samenhang, is van essentieel belang, maar niet toegepast georganiseerd en dus ook niet toegankelijk. Nu in termen van de puzzel van vorige week: maakt welvaart onze wereld voorspelbaarder, rationeler, en onverschilliger in onze kinderwens?

10 opmerkingen:

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...