vrijdag 15 november 2019

De wet van Brooks en het didactisch tekort in de workshop methode.

Kent u dat ook, een hedendaagse workshop? De workshopleider zegt de presentatie kort te zullen houden, een paar minuten, en daarna u aan het werk te zetten. Vervolgens wordt er op een weinig systematische wijze zeker 20 minuten vol gebabbeld, waarna het gezelschap in 3 groepjes van 5 of 6 deelnemers wordt ingedeeld. In deze blog beschrijf ik een typische workshop vanuit mijn persoonlijke neurodiverse (autistiforme) perspectief.

Laatst was ik bij zo’n workshop over design denken. De schrijver van een nieuw lesboek stelde in de eerste minuten dat de volgorde waarin door het boek “gewerkt” werd, er niet toe deed. Om te beginnen lazen we op bladzijde 1 iets in de trant van “design what people really want instead of making them want your design”. Vervolgens worden we naar bladzijde 168 geleid, waar we lezen dat Henry Ford en Steve Jobs precies dat deden, maken wat mensen wilden (“snellere paarden” - Ford, en “all in one devices” - Jobs). Eerlijk gezegd ben ik blij als de “beloofde” 2 minuten een half uur worden, maar van het bladeren door het nieuwe boek en de “dreiging” daarna in groepjes van 5 a 6 mensen aan het werk te gaan, raak ik toch al snel het spoor bijster. Ik blijf hangen in de “inhoud”. Hoezo maakten Ford en Jobs wat de mensheid wilde? Volgens mij vormen zij juist enorm goede voorbeelden van het andere genoemde uitgangspunt: maken dat mensen jouw producten willen. En verslavend bleken de auto en de smartphone al snel te zijn. Ze ontwrichtten de bestaande orde, en brachten een hele nieuwe klasse van mogelijkheden en nog meer problemen.

Verbijsterd zie ik de andere deelnemers gehoorzaam door het boek bladeren en alles slikken voor zoete koek, terwijl ik nu de weg compleet kwijt ben. Als je een lesboek schrijft, denk ik, doe het dan logisch, zodat je bij bladzijde 1 begint om bij de laatste bladzijde te eindigen. Wetend dat het in groepjes werken dichterbij komt, en ik daarin maar twee rollen ken (1. neem de leiding, 2. trek je volledig terug) reken ik het aantal relaties in een groep van 5 en 6 mensen nog een keer uit: 120 bij 5 deelnemers (5 faculteit), 720 bij 6 deelnemers (6 faculteit). Alleen al sociaal is dit zo complex, dat doelgericht een probleem oplossen naar mijn mening niet kan.

Uit ervaring weet ik dat een workshop nog is door te komen, alles gaat voorbij. Echter, onderwijs inrichten langs dit soort “samenwerkingen” en dan verwachten dat iedereen daar evenveel van leert, is in mijn a-typische (niet neurotypische, autistiforme) ogen tegen het imbeciele aan. Nu zegt de workshopleider dat ieder designteam rollen moet verdelen, een team captain, een criticaster, etc. Ik overwin mijn angst en vraag of het psychologisch niet beschadigend kan zijn als iemand herhaaldelijk in de rol van “tegensmurf” (criticaster) gedrukt zal worden. De zaal lacht, weer een interruptie van die ietwat autistiforme collega. De schrijver draait er om heen.

Dan wordt het me teveel, en bedenk ik een smoes, ik moet echt ergens anders zijn. Opgelucht haal ik adem, en tot mijn opmerkzame verbazing de leider en de collega’s ook. Terug naar mijn werkkamer schiet het me te binnen: de Wet van Brooks: als je bij een vertraagd software project mankracht toevoegt, neemt de vertraging toe. Fred Brooks (IBM ontwikkelaar) sprak van de man-month: hoe meer mensen je bij schakelt, hoe groter de vertraging wordt, vanwege de noodzaak tot parallellisering en de praktisch onmogelijke eisen die dit aan communiceren stelt. Deze eisen leiden tot bottleneck. Steeds meer begin ik te beseffen dat het niet louter mijn “beperking” is, dat ik me in het telkens meer groepsgewijs werkend onderwijs niet optimaal thuis voel. In zekere zin is het ook een neurotypische vertekening met betrekking tot het onderschatten van de complexiteit van communicatie en het overschatten van de kracht van samenwerking bij iedere kleine stap. Ik geloof in samenwerking, maar ik denk dat individuen ook de ruimte moeten hebben om hun eigen proces vorm te geven, en zich individueel te bewijzen. Helaas bestaan er geen bussen waarin iedereen aan het stuur zit, maar in het tijdperk van automatiseren kunnen we wel doen alsof iedereen een manager is .... Of student!

3 opmerkingen:

  1. Je zou eens The Inventions of Daedalus: A Compendium of Plausible Schemes, by David E. H. Jones. W. H. Freeman (1982); ISBN 0-7167-1412-4 moeten lezen.

    Hierin staat onderandere de bus met iedereen aan het stuur.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Geweldige homo universalist, David Jones, en een voorbeeld van mijn stelling van vorige week en de week ervoor: Leonardo da Vinci zou in deze tijd waarschijnlijk niet of nauwelijks opgemerkt worden. Maar dus wel door jou Hero!

      Verwijderen
  2. Ps hoewel hij de patenten niet heeft, vond hij onder meer de 3 D printer uit!

    BeantwoordenVerwijderen

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...