vrijdag 13 maart 2020

School, werk en heilige huisjes

Eigenlijk is het best vreemd dat - nu we weten dat mensen hun leven lang kunnen blijven ontwikkelen en dat nu door de snelle veranderingen levenslang leren ook meer dan ooit noodzakelijk is – we al het leren van kinderen proppen in de eerste 20 a 25 jaar. De leerling die liever praktisch bezig gaat, iets gaat doen in plaats van in de schoolbanken te zitten, wordt meewarig desnoods aan de haren bij de les gesleept. En dat terwijl er juist zo ontzettend veel gedaan moet blijven worden. Glaszetters, loodgieters, schilders, installateurs, noem het maar op, allemaal ambachten waar toenemende tekorten ontstaan. Tegelijkertijd zien we de opleidingen lijden onder demotivatie van een ieder die vaak met grote tegenzin verplicht wordt het ene na het andere theoretische certificaat in de wacht te slepen, zo hoog mogelijk. Als de leerling of student niet hoog genoeg kan reiken, dan kan de opleiding gedreven door prestatienormen wel een klein beetje door de knieën gaan. Maar wie houden we hier nu eigenlijk mee voor de gek? Waarom doen we dit?

Ten eerste zijn er natuurlijk de ouders, die soms een haast ridicule drang lijken te vertonen om de schoolcarrière van hun kinderen (prinsjes en prinsesjes) per se "hoger" dan het VMBO/MBO te laten eindigen. Vak onderwijs wordt gezien als inferieur, maar iemand die eerst in de praktijk leert, kan heel goed later juist een uitstekend theoreticus worden. Regelmatig geef ik avondcolleges aan volwassenen, die al op jonge leeftijd gestopt zijn met studeren en aan de slag gegaan zijn als ambachtsman of vrouw. Tegenwoordig hebben ze de tijd mee, want kunnen ze zeggen dat ze in de techniek aan de slag gegaan zijn, als technicus. Zoals Roelf, die al jaren als glaszetter werkt, bij een bedrijf dat steeds moeilijker doet over elke klus die hij uiteindelijk nog steeds ambachtelijk moet doen. Eerst één keer voorrijden en inmeten, om vervolgens later door het computersysteem ingeschakeld te worden om met een stukje glas de klus te mogen klaren. Vroeger deed hij dat in een keer, in een handomdraai, maar hij heeft geleerd dat zijn klus 5 keer zo duur is geworden door ... automatisering. Vandaar dat hij de Vavo is gaan doen, en nu een universitaire opleiding doet. Hij is erg gemotiveerd, en als eind dertiger opvallend “levenswijs”. Wat is er mis met op je 17de aan de slag gaan en 15 a 20 jaar later weer de schoolbanken in gaan?

Navraag bij collega’s die ook met deeltijd studenten in de avondcolleges werken, leert dat Roelf eerder regel dan uitzondering is. Ja, aan het begin merk je dat mensen moeten wennen aan het opnieuw in een klaslokaal moeten presteren, maar van ongeïnteresseerdheid (die ze desgevraagd allemaal zeggen in hun puberteit tot in hoge mate te hebben gehad) is geen spoor te herkennen. Het is simpelweg voor hen nu de tijd om te leren, de tijd voor theorie, en de opgedane bagage maakt ze juist zeer waardevol voor de snel veranderende werkelijkheid. Ambachtslieden, practici, zijn eigenlijk altijd al bitter nodig geweest, theoretici zijn net als managers maar in zeer geringe mate nodig, terwijl we tegenwoordig bijna iedereen standaard als (toegepaste) wetenschapper (“theoreticus”) opleiden. Natuurlijk is ICT op te vatten als toegepaste theorie, maar dan nog, met ICT kan veel, maar je bouwt er geen wegen en huizen mee, en zet er geen glas mee. Het punt is dat scholing en werken best vanaf een jaar of zestien elkaar kunnen afwisselen, dat het een dogma is dat eerst alle scholing moet plaats vinden en dan al het werken. Juist in een snel veranderende wereld, is dit enorm achterhaald. Zou er een politieke partij zijn die het aandurft, het opnieuw ter discussie stellen van het heilige leerplichtdogma? (Wordt vervolgd)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...