Mijn lief Victorine en ik kijken elke dag een episode
van de nieuwe Netflix serie Freud. Hoewel de verhalen op fantasie berusten en
dus weinig met de geschiedenis te maken hebben, is de jonge dokter Freud zijn
psychologische interpretatie van psychiatrische beelden (zoals hysterische
conversie) in een overheersend fysiologisch/organisch gerichte medische
praktijk, boeiend in beeld gebracht. Het idee dat ons bewustzijn - het denkend
en handelend ik waar we ons continu mee identificeren - slechts een topje van
de ijsberg is, gebouwd op talloze angsten en verlangens, was nieuw in de
medische wetenschap. Natuurlijk was dit veel minder nieuw in die andere
duizenden jaren oude traditie - de filosofie - maar dat terzijde. De koppeling
van zijn psychologie van bewustzijn en onderbewustzijn aan toestanden van het
zenuwstelsel, onttrokken zijn ideeën uit het religieuze en filosofische domein
en brachten ze naar het medische of in ieder geval psychologische domein.
Daarmee was Freud de “grandfather” van ook mijn leeropdracht, Brain &
Technology. Heeft Freud de cognitieve neurowetenschap vandaag de dag nog iets
te bieden?
Wat mij betreft zeker! In onderzoek waarin
proefpersonen onder een MRI scan gelegd worden, is duidelijk dat veel keuzes
die we maken al in ons brein gemaakt worden, voordat we ons bewust zijn van die
keuze. Dat wil zeggen, voordat we een antwoord geven, is in ons brein al lang
zichtbaar geweest wat dat antwoord zal gaan worden, terwijl we denken dat we
pas op het moment van respons de beslissing namen. Ons denkend en handelend ik
- wat Freud het ego noemde - wordt in navolging van de neuroloog Gazzaniga
tegenwoordig de “Brain-interpreter” genoemd. De boodschap is dan dat we denken
dat we iets willen of kiezen, maar dat ons brein de keuze voor ons maakt, op
grond van de brein geschiedenis, ofwel de op grond van eerdere ervaringen
ingesleten brein sporen. Feitelijk is dit exact wat Freud beweerde, op grond
van ervaringen, teleurstellingen en bevredigingen ontstaat er een
onderbewustzijn. Hierin spelen eerdere ervaringen, angsten en verlangens door
in ons alledaags handelen (het Id). Ook onze aanvaringen met gezag, met de
regels, doen een moreel besef ontstaan, een alter-ego, opgevat als recurrent
brain circuits, die de brain-interpreter determineren. En toen Mendel duidelijk
maakte dat selectieve voortplanting eigenschappen versterkt en versterkt, was
al snel duidelijk dat ieder mens in ieder geval het resultaat is van
voortplanting die nooit faalde. Op het moment dat je dan geslachtsrijp wordt,
zal deze ingebakken eigenschap - deze oerdrift - “schreeuwend” (zuchtend en
kreunend) van zich laten horen, vanuit de krochten van het on- of zelfs onderbewuste.
Ja ja, wij zijn ons brein.
En zo gaat de slinger heen en weer. Het primaat ligt
in de machinerie, het primaat ligt in de ziel, materie, geest, nature, nurture,
enzovoort. En nog steeds gaat hierdoor de essentie van het begrip van wat we waarom
doen en hoe onze geest werkt al te gemakkelijk verloren. cursussen met als
titel “managen met brein kennis”, of desnoods “om het eender wat met brein
kennis”, gaan nog steeds als hete broodjes over de toonbank. En als het er
feitelijk op aan komt, heeft de filosofie nog steeds het meest te bieden dat
echt enige grip geeft op onze drijfveren. En net als ten tijde van Freud, wordt
dat elke keer toch weer als niet falsifieerbaar en daarmee niet
wetenschappelijk gezien. En .. gaap .. gaat de slinger weer heen ... en weer!
Maar 3 punten wil ik hier concluderen: 1. Freud is nog zeker een
interessante/relevante psycholoog/wetenschapper, vooral omdat er 2. nog steeds
een statement gemaakt kan worden voor het primaat van Filosofie t.o.v.
Psychologie (Psychiatrie) en 3. Freud in de gelijknamige Netflix serie op een
bizarre/lugubere en tegelijkertijd intrigerende manier voor het voetlicht wordt
gebracht: de serie is een aanrader!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten