Zo langzamerhand weet ik het niet meer. Zouden wij -
het hoger onderwijs - nu echt niet zien dat onze studenten absoluut niet in de
eerste plaats naar ons komen voor de meest efficiënte kennisoverdracht? Zien we
niet dat een groot aantal van onze jongeren in een single huishouden woont,
waar we dan ook nog eens prat gaan op het feit dat ze met hun eigen
voorzieningen slechts 25 vierkante meter bewonen? Dat de “ergernis” en ook het
plezier over een gezamenlijke keuken en sanitair daarmee tot het verleden
behoren. Zien we niet dat de ophokstudent voor sociale contacten op de
universiteiten, scholen en bibliotheken vertrouwt? Zien we niet dat een
relatief prestigieuze plek/studie waar je met lot- en leeftijdgenoten samenkomt
om te werken aan wie je bent en aan het bestendigen van onderlinge relaties
veel meer omvat dan de meest efficiënte leerstof overdracht? De studenten
schreeuwen me het haast toe, in de contacten die ik nu met afstudeerders heb
via Microsoft teams: dit is geen studentenleven. Eenzaamheid. Ze vrezen dat wij
- docenten en management - zo opgaan in de illusie dat we uitstekend
afstandsonderwijs realiseren, dat we daarmee in de toekomst veel meer virtueel
zullen gaan doen. Dat ze met afstandsonderwijs ook nog het laatste sociale
contact kwijtraken, en dat tijdens de Corona we dan ook nog kwaad zijn als ze
elkaar opzoeken in het park? Hulde aan de vijftig plus trimmers, die in hun
gezondheidsmanie wel op ieders begrip kunnen rekenen als ze je in datzelfde park
haast letterlijk ondersteboven rennen.
Eerlijk gezegd snap ik de studenten wel. Waar ik
aanvankelijk enthousiast was over Massive Open Online Courses (MOOCS), weet ik
ondertussen dat onderzoek van ondermeer Harvard en MIT heeft uitgewezen dat
zelfs de colleges gegeven door de absolute wereldtop gemiddeld slechts 3
minuten van de anderhalf uur bekeken worden. Wil je echt een leerzaam college
opnemen dat ook serieus het bekijken waard is, dan kom je in de buurt van een
BBC, Zembla of Noorderlicht documentaire en dat kan natuurlijk niet uit. In een
zaal zitten en je desnoods rot ergeren aan de docent, of juist bewondering
krijgen voor die energieke professor, of met zelfs z’n allen een college
overslaan, het hoort bij goed onderwijs, hoe gek het ook klinkt. Wat we nu met
z’n allen kunnen leren, is dat hogescholen en universiteiten places to be zijn.
Daarin ligt onze bestaansreden, ons être pour-soi. Dat ligt dus niet in het
kunnen werken met de apps van Microsoft of Google - dat is gelukkig kinderlijk
eenvoudig en daar is zeker geen hoger onderwijs voor nodig.
Nu het hoger onderwijs gesloten is en we feitelijk
zoals betoogd dus slechts zeer ten dele nog doorgaan (gechargeerd gesteld doen
we net alsof we nog open zijn), lopen we het risico onszelf uit de markt te
prijzen. Want als het echt slechts om kennisoverdracht zou gaan, zijn er
natuurlijk zoveel interessantere documentaires en is er op het gebied van
kennisoverdracht zoveel dat interessanter is dan zelfs topwetenschappers zelf
in elkaar kunnen zetten. Zelfs Einstein was geen documentaire maker. Als we het
echt doorvoeren, luisteren naar het gebroken Engels van mij en mijn vele
Nederlandse collega’s in onhandig in elkaar gedraaide kennisclips, dan is het
een kwestie is van tijd voordat niemand meer naar ons luistert. Dan zouden we
de deuren kunnen sluiten, en allemaal een essentieel beroep gaan uitvoeren,
bijvoorbeeld in de zorg. Of als we daar niet van houden, zouden we misschien
een school beginnen, maar dan zo’n één waar jonge mensen echt kunnen samenkomen,
en aan hun identiteit en onderlinge relaties kunnen werken, en dan ook nog in
het kielzog daarvan een vak of wetenschap leren? Gelukkig is het niet zo ver,
we laten het niet gebeuren, en onze prachtige hogescholen en universiteiten
snappen natuurlijk dat ze veel meer doen dan alleen kennisoverdracht. Maar
wellicht goed om de positie van de hedendaagse student - zowel qua wonen, leven
als studeren - opnieuw te bezien, want er is vrees ik veel meer leegte en
eenzaamheid onder jongeren dan we op het eerste gezicht zien.
Een heel interessante tekst met heleboel waarheden. En idd, als we niet opletten zijn we straks overbodig. Ik ben van mening dat wij deze (crisis) situatie goed kunnen gebruiken om na te gaan wat precies onze toegevoegde waarde is. In deze bezinning is het belangrijk om rekening te houden met het feit dat er zeer bruikbare online omgevingen (OER’s) bestaan die gratis en voor niks goed materiaal aanbieden. Aan ons de taak om deze omgeving te omarmen of (misschien kansloos) te beconcurreren.
BeantwoordenVerwijderen