vrijdag 15 mei 2020

Het leven op afstand: neuropsychologische overpeinzingen

Het menselijk adaptatievermogen is groot. Een week na de lockdown in Nederland kwam via vergader apps als zoom, Google hangout en MS teams het werk van vele Nederlanders weer “gewoon” op gang. Dat gold zeker ook voor mij, vergaderingen over subsidieaanvragen, intervisies en zelfs colleges en begeleidingsgesprekken met studenten gingen door via het beeldscherm, met techniek die feitelijk nog lang niet klaar is om zo’n vlucht te hebben kunnen nemen onder minder extreme omstandigheden. Het was dit, of niets en daarmee risico op studievertraging, of zelfs verlies van banen. Nu, 6 weken na de lockdown, ben ik gewend aan het beeldscherm-vergaderen, maar merk ik dat ik er veel meer vermoeid van word. Hoe kan dat?

Met een aantal studenten die per direct hun onderzoek in bijvoorbeeld het ziekenhuis moesten staken, gingen we aan de slag om de gevolgen van de lockdown voor zowel studenten als werknemers te beschouwen. De wetenschappelijke literatuur liet al zien dat de vertraging tussen spreken en gehoord worden een incongruentie laat zien tussen wat je zegt en hoe iemands mimiek en non-verbale reactie is op het schermpje. De meest direct gemeten emotionele reactie bij de spreker is vijandigheid. Het lijkt of de ander ongeïnteresseerd is. Echter, na een aantal seconden zie je dan alsnog een adequate (“congruente”) reactie, en wij hebben als mens zoals gezegd een groot adaptatievermogen, dus we leren deze timelap te filteren. Dat is dan weer anders voor mensen zoals ik, die met een neurodivers brein niet op dezelfde manier informatie verwerken. De vereiste selectiefunctie ontbreekt, waardoor ik heel bewust de vertraging bij elkaar moet lijmen. Het voelt alsof je met een piano techniek ineens op een kerkorgel moet spelen, met een enorme latency. Ik ga steeds langzamer spreken, en overdrijf mijn mimiek enorm.

Meer neurotypische gespreksgenoten zie ik standaard meer lachen, zodat op voorhand mogelijk toegedichte vijandigheid wordt uitgesloten. Naast deze directe neuropsychologische informatieverwerkende aspecten, is er een tweede functionaliteit die veel sterker wordt aangesproken dan bij normale vergader communicatie: het invullen van “blanks”. Door de nog premature digitale techniek, valt de verbinding regelmatig weg, waardoor stukken spraak en/of beeld niet meer gevolgd kunnen worden. De blanks kunnen enkele woorden zijn, tot hele zinnen. Ook hier moeten vergaderaars op afstand via beeldschermen hard aan de slag. Ook het kunnen invullen van de gaten kost veel energie, en kan erg onaangename verrassingen opleveren, bijvoorbeeld als iemand met pijn en moeite iets eruit heeft gegooid en dan blijkt dat het beeld bevroren was en het nog een keer moet. Ook hier kunnen grote verschillen bestaan tussen mensen, waarbij juist soms neurodiverse mensen in een relatief voordeel, of weer groter nadeel kunnen zijn. Mensen die meer in algemeenheden spreken zijn wellicht makkelijker te volgen, dan mensen die over meer idiosyncratische denk- en uitdrukkingsvormen beschikken. Er kan daarnaast niet door elkaar heen gesproken worden, waardoor het lastiger is de beurt te nemen, maar als je die eenmaal hebt, kan je wel relatief makkelijker uitspreken. Dit seriële spreken/communiceren kennen we al van Amerikaanse series, waardoor de acteurs haast kunnen fluisteren. Voor een college ook best makkelijk, gewoon je monologen onverstoord kunnen geven, zelfs als je publiek je kwijt is. Maar natuurlijk is dit niet ideaal. Nogmaals,  onder de huidige technische condities zouden bij normale omstandigheden deze vormen van afstandsonderwijs en vergaderen nooit zo’n vlucht hebben kunnen nemen.

Naast deze technische onvolmaaktheden en de neuropsychologische problemen die daardoor ontstaan, en die dan weer ongelijke gevolgen hebben voor neurodiverse dan voor neurotypsiche mensen, zijn er ook andere gevolgen. Zo hoeft er niet meer gereisd te worden, en kunnen vergaderingen snel achterelkaar gepland worden. Dat gebeurt dan ook, tegenwoordig zit ik uren achtereen achter het scherm, naar de schelle stemmen uit de kleine computer luidsprekers te luisteren. Weinig beweging, weinig consolidatie tijd, waardoor het geheugen voor afgesproken taken merkbaar zwakker is. Vaker moet er op afspraken teruggekomen worden. Uit onderzoek weten we dat afstandsonderwijs voor kennisoverdracht suboptimaal is, bewegen en zo met fysieke activiteit de opgedane kennis consolideren is van belang.

In onze genoemde verkennende onderzoekjes komen we de hier genoemde  aspecten allemaal tegen. Daarnaast zien we dat volwassen werknemers de voordelen van beeldscherm vergaderen over het algemeen veel meer inzien dan studenten, die de sociale contacten enorm missen. Een van de geïnterviewde studenten zei het heel helder: “Nooit zou ik een universiteit kiezen die de colleges alleen online zou geven, ik zoek een community en na een hele jeugd met games en beeldschermen ben ik nu juist toe aan het echte leven”. Volwassen werknemers moeten nu wel veel meer werk en privé integreren, maar in Nederland was er toch al een cultuur van thuiswerken en mantelzorg ontstaan, en daar is nu veel breder begrip voor, ook van werkgevers die eerder nog niet aan thuiswerken wilden. Maar wellicht geeft dit wel weer een nieuwe tweedeling: mensen die essentieel werk doen (waar je echt voor nodig bent) en mensen die meer op afstand coördineren, wat ook op afstand kan. Tot zover mijn blog, met liefde op afstand geschreven!

PS dit komt niet uit ons onderzoek, maar ik vind het enorm afleidend als mensen digitaal een andere achtergrond achter zich plaatsen: de techniek kan het niet aan, waardoor bij bewegingen hele lichaamsdelen verdwijnen en weer verschijnen, en het maakt de informatieverwerking voor mij nog moeilijker...

2 opmerkingen:

  1. Heel herkenbaar en hoe groter de groep waarmee je online bent hoe meer last ik hiervan heb. Dan heb ik de neiging om maar 'anoniem' alleen te luisteren naar wat er gebeurt en niet meer proberen ertussen te komen. Het online vergaderen en lesgeven lokt ook uit dat je ziet -of vermoedt- dat men ondertussen ook bezig is met de e-mail te checken, of te appen, of...? En er dus eigenlijk niet bij is met de aandacht. Het nieuwe 'a-sociaal'? Heel eerlijk, ik ga af en toe ook wat rommelen, maar vooral omdat ik anders te lang stilzit in een houding en mijn hoofd voor de webcam houd -als het ware-..en omdat zo statisch lang luisteren vermoeiend is. Het multitasken lukt mij dan ook, maar hoe kom ik dan over op de ander?
    Tot slot, ik zal geen achtergrond meer achter mij plaatsen in onze overleggen JW ;-) . Je ziet dan wel mensen af en toe achter mij lopen, wat mijzelf afleidt en ik wordt vrolijk van kijken naar een leuke achtergrond op mijn scherm. Het typeert mij. Maar dat ga ik dan niet meer doen, want uiteindelijk moeten we ook rekening met elkaar houden online! #hetnieuwesociaal
    Diane Manuhuwa

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. nog aanvullende correctie van mij: 'ik word (zonder t) natuurlijk' Ja, gewoon met elkaar praten is ook heel fijn.

      Verwijderen

Ik ben er weer!

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...