Diversiteit – de verscheidenheid van soorten,
mensen, culturen, religies, meningen etc. – staat al sinds de Verlichting op de
tocht. Met de opkomst en kolonisatie van de dominante westerse “economie”-
techniek en levensbeschouwing (de koopman met de bijbel) – werd tot in alle
uithoeken van de wereld onze technologische leefwijze gepredikt en gebezigd.
Vorige week had ik het over de nieuws - fakenews dichotomie en over het
verabsoluteren van één waarheid (door fact-checkers meer en meer macht te
geven). Het mag duidelijk zijn dat de schaalvergroting die kolonisatie en
communicatie technologie heeft gerealiseerd het aantal naast elkaar bestaande werkelijkheden
heeft gereduceerd. Toch is het proces van steeds globalere eenwording en
daarbij onderschikken en opslokken van lokale diversiteit niet zo eenvoudig te
begrijpen. Hoe zit dit?
Je zou kunnen denken dat bijvoorbeeld het
internet een structuur biedt waar diverse meningen, culturen, geloven met
elkaar kunnen communiceren. In principe gebeurt dit ook. Maar toch ontstaat er
wereldwijd meer en meer één mens – één mondiale werknemer, of ondernemer –
herkenbaar in steeds meer landen. De wereldburger (M/V/anders) kan overal over
de wereld meedoen, in herkenbare werkzaamheden en activiteiten. Natuurlijk is
er nog (enige) afhankelijkheid van scholing en opleiding. En daar gaan
opleidingen ook prat op: het is niet genoeg om een goede onderwijzer voor het basisonderwijs
in Oost Nederland op te leiden, maar de student moet zeker ook een stage of
activiteit in het buitenland doen. Zoals wij door het land uitzwierven, gaan
onze kinderen de wereld over. En voor de topondernemers van nu – Elon Musk,
Richard Branson – is zelfs dat niet genoeg. In de door hun gedroomde toekomst
zwerft de gestandaardiseerde mensheid door het universum, naar Mars, of
misschien nog verder. Maar waarom zien we vooral uniformiteit, toenemende
eenvormigheid? Waar een eeuw geleden zelfs buurregio’s herkenbaar waren aan
eigen typische bouwstijlen, tradities en dialecten, is nu één mondiale stijl
dominant, met dominante apps, beelden, cultuur en taal. Jaarlijks gaan er talen
(en vooral dialecten) verloren. Met het ontstaan van de wereldburger, waarvan
hooguit de achternaam of het tintje van de huid nog herinnert aan een
gedifferentieerd verleden, is de mens door de geglobaliseerde (technologische)
machinaties gestandaardiseerd. Hoe kan dat? Zijn er dan ook bedreigde
menstypen, die minder vanzelfsprekend te standaardiseren blijken te zijn?
Waarom leiden de ongelooflijk vele uitingsmogelijkheden op het internet niet
tot toename in diversiteit?
Volgens ontwikkelingspsycholoog Heinz Werner
(1890-1964) zijn twee aspecten kenmerkend voor evolutionaire, culturele en
individuele ontwikkeling: differentiatie en hiërarchische integratie. In de
differentiatie fase worden er diverse oplossingen geëxploreerd om een probleem
of uitdaging het hoofd te bieden. In de ontwikkeling van automobielen,
bijvoorbeeld, zie je dat koplampen aanvankelijk hoog geplaatst worden net als
bij de koets, om over het paard heen te kunnen schijnen. Andere fabrikanten
plaatsten ze laag, aan twee kanten, of alleen in het midden, wit of in kleur,
etc. Vervolgens komt er de fase van de (hiërarchische) integratie: de beste
oplossing wordt tot standaard verheven. Vervolgens betreffen nieuwe
differentiaties een ander aspect (bijvoorbeeld de motor voorin, of achterin, of
in het midden). Hiërarchische integraties vormen de bouwstenen voor nieuwe
ontwikkeling, maar beperken de mogelijkheden. En zo leiden standaarden
uiteindelijk tot eenvormigheid. Dat wordt een probleem als 1 soort, of 1 merk,
religie of cultuur qua schaal zo groot wordt, dat ze overheersend wordt. Als
mensheid zijn we zo’n globaal geoliede machinerie geworden, dat we de planeet
zijn gaan overheersen, met alle gevaren van dien. Want moeder natuur “weet”
altijd heel goed zorg te dragen voor grote diversiteit, en “spelers” die te
groot (overheersend) worden, raken vanzelf in de problemen. In ons geval is
technologie de aanleiding voor de grote schaal waarop de mensheid een
regelrechte bedreiging is geworden voor de diversiteit, maar de motor daarin is
een onhoudbaar economisch model: oneindige groei uit eindige middelen. Vluchten
naar een andere planeet is exemplarisch voor deze hopeloze motor.
We moeten anders denken, andere technologie. Weg
van de schaalvergroting, terug naar onze eigenheid en elkaar. Steeds meer
mensen lopen met labels zoals dyslecticus, ADHD-er of autist. Deze labels
worden tegenwoordig meer en meer geïntegreerd als neurodivers. De neurodiverse
mens kan een grote rol spelen in het anders denken en in de ontwikkeling van
andere technologie. Niet voor niets is de “autiste” Greta Thunberg het symbool
geworden voor het opkomen voor de bedreiging van diversiteit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten