vrijdag 11 december 2020

Iedereen zijn/haar eigen wiel!

Hoe leefbaar is een wereld waarin alles al voor je gedaan is? Waar je bij alles wat je kunt bedenken, te horen krijgt dat dát al bestaat. “Laten we het wiel niet opnieuw uitvinden” getuigt niet alleen van een cognitieve gemakzucht en het uitrangeren van fantasie, maar er ligt een diepe moedeloze hopeloosheid in opgesloten. En laten we het toegeven, telkens weer blijken nieuwe stromingen teweeg worden gebracht door juist die mensen die wel “schaamteloos” (against all odds) durven zichzelf opnieuw uit te vinden, en te geloven in hun eigen creatieve innovativiteit, vaak tegen alle modeverwachtingen in. Mensen die bijvoorbeeld muziek bedenken die ze willen (ook al bestaat die dus al 1000 keer). Zo werden de Beatles aanvankelijk (in de jaren 60) absoluut niet als muzikaal vernieuwend gezien, en werd bij het gloren van het modernisme rond 1904 Sergej Rachmaninov door meerdere kunstcritici als hopeloos verouderde romantiek gezien. Maar deze “vernieuwers” hebben het nog gemaakt, de meeste creatieve “vernieuwers” zijn in onze grootschalige internetwereld gedoemd om dwergen te blijven. Want zo werkt grootschaligheid, een steeds kleiner wordend percentage (bv 1 procent) van de (creatieve) ideeën, kunst/uitvindingen, theorieën, technieken, of artiesten krijgt een steeds groter wordend percentage (bv 99 procent) van alle beschikbare (wereldwijde) aandacht: een paar reuzen (wereldsterren) en een heleboel dwergen (Zhong & Michahelles, 2013). Bijvoorbeeld programma’s als The Voice of Holland en Holland's Got Talent, hebben er geen enkele moeite mee om elke keer weer talenten aan te dragen die minstens zo veel kwaliteit tonen als het handjevol “wereldsterren”. In een geglobaliseerde wereld is nu eenmaal maar een beperkt aantal globale podia (letterlijk en figuurlijk) mogelijk.

Voor de ontwikkeling van harde (eenduidig bewijsbare) kennis, is schaalvergroting nuttig. De exacte wetenschappen zijn in een stroomversnelling gekomen, doordat de thema’s die om oplossingen vragen, wereldwijd worden aangepakt en iedere betrokkene kan leren van de meest recente stand van zaken. Hier is het voordelig als het spreekwoordelijke wiel niet telkens opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Dit geldt voor zuiver natuurwetenschappelijke en wiskundige kennis. Maar er is zoveel in onze wereld waarvoor dit niet geldt, zoals al die andere wetenschappen, de kunsten, onze dromen en onze levensvreugde in ons alledaags bestaan. Zo moet bijvoorbeeld tot vervelens toe iedere psychologiestudent de zelfdeterminatietheorie van de psychologen Ryan en Deci leren: het ervaren van autonomie, verbondenheid en competentie leidt (vaak) tot intrinsiek gemotiveerde mensen (een open deur: dit kon men je in de middeleeuwen al vertellen). Ook blijven theorieën die onzin zijn gebleken tot de verplichte kost behoren, zoals het behaviorisme van B.F. Skinner (1904-1990) die onder meer geloofde dat dieren een door straf en beloning gevormde automaat waren. Hier geldt wat econoom Thomas Piketty beschrijft in boek Het kapitaal in de 21e eeuw dat rendementen uit vermogen sneller groeien dan het vermogen uit eigen arbeid (of denken, of creativiteit), met als gevolg dat het verleden het heden opeet. Dus in feite staat geloof in “alle reeds uitgevonden wielen” het vrij kunnen ontwikkelen in de weg. In deze blog werkte ik dat 2 jaar geleden uit. Fijn dat Deci en Ryan een wiel opnieuw uitvonden, maar laat dat nu weer niet alle andere potentieel opnieuw uit te vinden wielen in de weg staan.

Het zou mooi zijn als we terug zouden kunnen naar kleinschalige leefgemeenschappen, waarin de vreugde van het uitvinden van lokale oplossingen voor ervaren problemen een centrale plaats zou krijgen. Lokale verscheidenheid in plaats van copy-paste homogene grootschaligheid. Pas dan zou zingeving weer hoog aan de horizon komen, en zouden mensen die anders dachten of anders deden binnen zo’n gemeenschap niet perse buiten de boot vallen. Integendeel, ze kregen hun podium. Ieder dorp kende vele rollen, van dorpsgek tot “filosoof” en in een fijn en harmonieus dorp had iedereen een plek. Zoals de roos van de Kleine Prins (boek uit 1943 van Antoine de Saint-Exupéry). Op de planeet waarvandaan de Prins vertrok, was maar één roos. Zij vertelde de Prins dat er geen mooiere roos in het universum was dan zij. Toen de Kleine Prins hij bij zijn omzwervingen op de planeet Aarde een rozentuin trof met duizenden rozen, ontdekte hij dat dit niet helemaal waar was. Toch besloot hij, toen hij alle rozen had gezien, dat zijn Roos inderdaad de mooiste was, want aan haar had hij zijn hart geschonken. Een wereld waarin elke voorwerp continu geruild moet worden voor een beter (of mooier) exemplaar is buitengewoon rusteloos. Nogmaals, als het om harde (exacte) kennis gaat, is dit aanvaardbaar. Voor alle andere zaken in ons bestaan niet. Iedere stem is uniek, een ieders liefde is uniek, en wij zijn naar mijn mening veel beter af als we onszelf en elkaar regelmatig wat vaker toestaan het wiel opnieuw uit te vinden!

 Zhong, N., & Michahelles, F. (2013, March). Google play is not a long tail market: an empirical analysis of app adoption on the Google play app market. In Proceedings of the 28th Annual ACM Symposium on Applied Computing (pp. 499-504). 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...