Als kind viel het me voor het eerst op. Je zou in gesprek gaan met iemand met gezag, bijvoorbeeld een leraar. Je zag er wel wat tegen op, maar meestal verliep het dan buiten verwachting prettig. Hoewel, achteraf kreeg je van je ouders te horen dat ze een terugkoppeling of een gespreksverslag hadden, waaruit bleek dat het inderdaad allemaal helemaal niet zo prettig was. Het verslag gaf een “vertekend” beeld weer, maar dan wel in de richting van je aanvankelijke “angst” voor het gesprek. Toen ik al volwassen was, ben ik pas gaan ontdekken wat het patroon is dat achter deze in mijn ogen “vertekeningen” zit: als er spanning is, communiceer dan rechtstreeks en dus niet schriftelijk. Het best zoek je elkaar fysiek op, daarna komt telefoneren, dan pas schrijven (of later e-mailen, etc.). De drempel om elkaar tegen de haren in te strijken wordt lager, naarmate de communicatie meer “technisch” bemiddeld is. Anders gezegd, onze vriendelijkheid en gerichtheid op elkaar wordt minder naarmate er meer technologische distantie in de communicatie zit. Hoe werkt dit?
Een bijzondere vorm van technologische distantie, is
methodologische distantie, bijvoorbeeld juridiseren. Juridiseren doen
bijvoorbeeld ex-geliefden, als ze niet meer de vonk voelen die het elkaar
liefhebben makkelijk maakte. Het kan dan zelfs zo uit de hand lopen, dat ze
elkaar hun wil op trachten te leggen, bijvoorbeeld met claims op bezit (or
kinderen) nadat ze niet meer bij elkaar wensen te wonen, door juristen in
prachtige volzinnen voor hun vermeende “rechten” te laten opkomen. Natuurlijk
zou met elkaar in gesprek gaan, fysiek, zonder technieken zoals wetboeken, en
“instrumenten” zoals juristen veel meer bij de menselijke maat passen, maar de
emancipatie van recht (iedereen kan zich laten vertegenwoordigen door een
rechtsgeleerde en zo doen gelden) ligt in lijn met de emancipatie van geweld
(iedereen kan onafhankelijk van spierkracht beschikken over
geweldstechnologie). De rode draad is technologie (of methodologie), welke
zorgt voor een aanscherping van de grenzen van het conflict, en dus tot een
verhoging van de spanning. Wil je het goed doen, zoek elkaar op, blijf “on
speaking terms”. Maar dat vereist moed, in werksituaties, in relaties, in
vriendschappen, overal waar sociale omgang er toe doet. En, zo moet ook ik
toegeven, ook ik ben in mijn leven op heel veel momenten moed tekortgekomen…
Met bovenstaande in gedachte, is het niet gek dat het meer
algemeen worden van technologisch gemedieerde communicatie, de grenzen van
conflict verscherpen. De menselijke bereidwilligheid om elkaar te verstaan, om
er voor elkaar te zijn, krijgt namelijk simpelweg minder kans. Feitelijk wordt
communicatie, zo wil ik betogen, hiermee een beetje ontmenselijkt. Eerder
omschreef ik dit als “digitaliseren”, onze meningen, attitudes en gevoelens
naar en voor elkaar worden meer zwart-wit: voor, of tegen. Het vervelende, en
dat geldt zeker voor mij, is dat het lef om met elkaar samen mogelijke
conflicten uit te vechten, of te voorkomen moed vereist, en dat zeker massacommunicatie
technologie zoals SMS, WhatsApp, mailtjes, chats, zo enorm laagdrempelig zijn.
Vervelend, omdat ze zeker ons ook echt ontmenselijken. Natuurlijk kan je met
smileys en andere emoticons dreigende conflicten “lijmen”, maar de nuance delft
in zwart-wit tegenstellingen snel het onderspit.
Je kan stellen dat met de eerste rechtssystemen de
emancipatie van recht begon, mooi, maar ook vrijwel direct noodzakelijk. Met de
uitvinding van het buskruit en later de mechanisatie en industrie begon de
emancipatie van geweld, die ons onafhankelijk van spierkracht kracht en macht
bracht en nu is er dan de emancipatie van informatie (en duiding). Zwart-wit
gesteld, als iedereen zelf een dier zou moeten doden voor een stukje vlees, zou
onze (over) consumptie er heel anders uit zien. Om een mening te twitteren hoef
je niet eens meer een volzin te kunnen schrijven (bij voorkeur niet).
Emancipatie van recht, geweld en informatie maakt ons misschien wel allemaal
een stukje minder menselijk en daarmee gevaarlijker. De president van de VS
twittert zijn opinies en beleid en dat kwam met de bestorming van het Capitool
op grond van zwart-wit gemaakte en uitgespeelde “tegenstellingen” tot een
dieptepunt van ontmenselijking. Bijzonder dat niet de rechtstaat, maar de BigTech
zelf hem een zwijgen oplegde. Maakt voor ons de vraag of we in onze
technologische waanzin ondertussen niet ook de democratie voorbij zijn?
Ik moet ook een beetje denken aan verschillen in menselijke communicatie: kort (en krachtig) bedoeld (want respect voor andermans tijd), kan als kortaf (lomp) overkomen. Misschien gerelateerd aan of iemand een techneut is of moet?
BeantwoordenVerwijderen"techneut is of niet" moest vorige comment op eindigen.
BeantwoordenVerwijderenDank Ruud, mooie nuance mbt type/karakter! Respect voor de ander is ons naar mijn mening van nature gegeven, maar wordt door afstand gemanipuleerd: versterkt (dure huizen, statussymbolen, etc.) of verzwakt (sociale media). Echt contact is mi the real thing!
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen