De mens bestaat, zo wordt geschat, zo’n 300.000 jaar. Het meest opvallende kenmerk is dat de mens een trage reproductiegraad kent (lange draagtijd en meestal slechts 1 kind per worp). Daarnaast, en dat in tegenstelling tot de andere soorten uit de mensapengroep, beschikt ze over geen/nauwelijks lichaamsbeharing en over relatief weinig spierkracht. Hierdoor is de natuurlijke biotoop bijzonder klein; het moet warm genoeg zijn voor de “naakte” aap en daarbij moeten er niet (veel) natuurlijke vijanden zijn. En juist hier hebben “we” (de mensheid) iets op gevonden: technologie! Drie basistechnieken: 1. taal (religie, signaal, tekenen, schrift, logica, wiskunde en code) 2. hefboom/mechanica (speer, hamer, wiel, katrol, zuigers) en 3. vuur/energie (waterkracht, stoomkracht, magnetisme, elektriciteit, atoomkracht). Door de 3 basistechnieken te combineren zijn we uiteindelijk de hele planeet gaan koloniseren. Evolutionaire aanpassingen waren onnodig (harige huid, slagtanden, enz.). In feite hebben we verschillende processen die nodig zijn om te overleven uitbesteed aan technieken: vertering (voorkoken) aan de pannen en het vuur in onze keuken, warmhouden aan dierenvachten, wol, plastic en kachels, en geheugen- en denkprocessen aan grotschilderingen, het schrift, boeken en nu ook slimme apparaten.
Ondanks onze van nature exclusieve biotoop, zijn we de hele planeet gaan
overheersen met behulp van technologie, bijna zonder evolutionaire aanpassing.
Een kwalitatieve soort (langzame voortplantingssnelheid die een
exclusieve natuurlijke habitat nodig heeft) die door technologie talrijk en
grootschalig werd en daardoor zijn exclusiviteit verloor en overal kon leven.
Technologie heeft biologie/evolutie opzij gezet; evolutionaire aanpassingen
zijn zeer minimaal (een beetje meer of minder pigment als reactie op de
omstandigheden van het zonlicht), wat resulteert in eigenlijk maar 1 menselijk
ras. Daarom is rassendiscriminatie eigenlijk culturele discriminatie, maar daar
kom ik een volgende keer op terug.
Om
menselijk gedrag en haar motieven te begrijpen, hebben we in plaats van
biologie psychologie nodig, omdat menselijke cognitie/emotie in de paar
honderdduizend jaar van ons bestaan niet echt is veranderd. Van nature
moesten we taken verdelen in de zorg voor de kinderen/gemeenschap en het verkrijgen
van voedsel. Er waren tijden van schaarste en overvloed. We waren constant op
onze hoede voor gevaren die overal op de loer lagen. In tijden van overvloed
werd er veel gegeten en omgezet in lichaamsvet, want tijden van schaarste
liggen altijd op de loer. Samenwerken (partners zoeken), voor elkaar zorgen,
jagen, wantrouwen en korte termijnplannen zijn de diepgewortelde psychologische
fundamenten in ons genoom. Maar in onze grootschalig georganiseerde
technologische wereld, worden onze biologische 'tekortkomingen' gecompenseerd.
Gemachineerde voorspelbaarheid heeft onzekerheid vervangen, maar psychologisch
gezien zijn we in die paarhonderd duizend jaar van ons bestaan nauwelijks
veranderd. We compenseren nog steeds onze onzekerheid door zowel achterdocht,
als het sluiten van vriendschappen (en partnerschappen), en vooral door
consumptie in tijden van overvloed. In die rijke wereld is er een constante
overvloed aan voedsel, informatie en partners en dus reageren we met óf
overconsumptie, óf dwangmatige
beheersing (anorexia). Bevrediging op (of controle van) de korte termijn is een
oeroud psychologisch mechanisme, dat zichtbaar blijft in ons moderne bestaan.
Overgewicht in de gemechaniseerde wereld en honger in de minder-gemechaniseerde
wereld, die bovendien te kampen heeft met de nare gevolgen van onze wereldwijde
kolonisatie.
De
biodiversiteit neemt dagelijks af, milieurampen komen veelvuldig voor en onze
(klein) kinderen zullen het erg moeilijk hebben om de door hun geërfde wereld
leefbaar te houden. We zullen geen gezondere planeet krijgen met
levensstijlprogramma's en nieuwe technologieën, zolang we de psychologische
mechanismen achter overconsumptie niet begrijpen en in het te ontwikkelen
beleid laten meewegen. Vandaag is er eten, Netflix, vakantiebestemmingen,
morgen is onzeker. “Ik wil het nu, nu het nog kan!” Politici laten bedrijven
investeren in slimme technologie, slimme huizen, robotica, AI, zodat we onze
menselijke tekorten nog makkelijker kunnen compenseren. Een technocratische
(gerobotiseerde) wereld roept een gebrek aan (h)erkenning en een ervaring van
zinloosheid op. Zinloosheid vergroot de onzekerheid en zorgt zo voor weer meer
overconsumptie, wat dan weer vraagt om nieuwe controletechnieken. Zo zijn we
in een vicieuze cirkel terecht gekomen, die ons voortbestaan bedreigt.
Beleidsmakers, het is aan jullie om over onze paar honderdduizend jaar oude
schaduw van voldoening op korte termijn heen te stappen! Weg met populisme en
naar de mond praten. Bijna onmogelijk, maar wel precies waarom we nu de
politiek broodnodig hebben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten