Juist tijdens de Corona crisis is er veel onderzoek gedaan
naar entitativiteit, een begrip dat een groep in plaats van een individu als de
basiseenheid (entiteit) van onderzoek ziet. Zo’n groep kan een lage
entitativiteit hebben, zoals de mensen die toevallig bij elkaar op een bus
staan te wachten, en een hoge entitativiteit, als al die wachtenden “toevallig”
allemaal een lange baard hebben, zwaar getatoeëerd zijn en een leren motorjack dragen met de naam van een motorclub. Bij werkoverleggen en besprekingen is
er in een team ook altijd sprake van een hogere entitativiteit, maar, zo merken
diverse wetenschappers op, tijdens het via Teams werken met de Corona
crisis, dreigt de entitativiteit te verlagen. Dit zou de teamprestaties
verlagen. Eerlijk gezegd vallen de aanbevelingen me, zoals vaker bij
psychologisch (of breder, sociaal wetenschappelijk) onderzoek, tegen: Stel
gezamenlijke doelen, vergader op vaste momenten en neem tijd om even te acclimatiseren
via small talk. Zo zou de teamspirit gevoed worden.
Soms vraag ik me af wat het nut is van open deuren, juist
peer-reviewed psychologie lijkt hierin te grossieren. Toegegeven, zo’n open
deur is dan weer wel volgens beproefde onderzoeksopstellingen en methodieken
“bewezen”. Maar op dergelijk bewijs valt altijd praktisch alles weer af te
dingen, en, toegegeven, het houdt ons wel van de straat. En op straat zullen de
meeste psychologen elkaar niet herkennen, zoals Harley Davidson rijders dat wel
doen. Onze entitativiteit, met andere woorden, is niet hoog, we zijn hooguit
zichtbaar in het elkaar de maat nemen, achter de schermen, in redacties en panels van
bijeenkomsten en vakbladen. En dan ook nog een maat, die
alleen voor andere “ingewijde” te herkennen valt: tijd, plaats en voorkennis gebonden. Maar waar is de creativiteit? Waar zijn de spannende grotere visies?
Dergelijke visies behoren vooral tot het verleden, toen
mensen als Freud, Piaget, Erikson en Kahneman met serieuze overstijgende visies
kwamen, waar ook niet-psychologen iets mee kunnen. En natuurlijk is het niet
allemaal absoluut waar. Maar ik zie mijn dochter een scriptie over identiteit schrijven, voor
haar psychologiestudie, waarvoor ze bijna 1000 recente studies
overziet, en het enige interessante uit elk van deze studies in mijn ogen de
verwijzing is naar een (niet peer reviewed) boek van Erikson, waarin hij zijn
visie op identiteitsontwikkeling uiteen zet, in het al dan niet doorlopen/oplossen van
kenmerkende leeftijdsfase gebonden conflicten. Overal wordt dan
gesteld dat deze theorie weliswaar (nog) niet is bewezen, maar dat het een mooi
vertrekpunt vormt en vervolgens wordt het thema naar gender, huidskleur, sport,
sociale klasse oneindig herhaalt met … (gaap) vragenlijsten en focus groepen.
Maar goed, hoe kan je iets zeggen over entitativiteit? In groepen zeggen mensen andere dingen dan in één-op-één gesprekken, in de “kudde” doen mensen andere dingen dan ze zouden doen als individu. Uiterst actueel, lijkt me! Niemand wil dat het milieu verpest wordt, en tegelijkertijd doen we collectief de dingen die hiertoe bijdragen. Ook bij racisme speelt entitativiteit. Psychologisch hebben we, zo bleek uit mijn search, hier nog bitter weinig over te vertellen. Bovendien blijken een heleboel mechanismen – zoals het “bystanders fenomeen” (plat gezegd: gedeelde verantwoordelijkheid is geen verantwoordelijkheid), Milgram’s “obedience to authority” (experiment waarin mensen een schok moesten toedienen aan een proefpersoon), Zimbardo’s experiment waarin het mechanisme van “disorientation, depersonalization en deindividuation” wordt getoond onder groepsdruk (Stanford Prison Experiment) – alle drie bewezen (grotendeels) fake te zijn (Brannigan, 2020; Le Texier, 2019; Perry et al. 2020; Levine et al., 2020). Dus hoe werkt dit nu wel?
Wanneer vanuit een muziekinstrument binnen een muzikale
structuur een enkele toon klinkt, is dat al een samenklank van een grondtoon en
een (grote) reeks boventonen, die het specifieke karakter aan het instrument
geven. Maar binnen een harmonie, kan dezelfde toon volstrekt verschillende
betekenissen krijgen, en als het ware schreeuwen om een volgende toon
(consoneren), of vrolijk (grote terts) of verdrietig (kleine terts) of
melancholisch klinken (bijvoorbeeld een kleine sext). In de harmonische
structuur is sprake van entitativiteit, een harmonische werkelijkheid, waarin
het geheel meer is dan de som der delen. Muziektheorie heeft de bewegingen
tussen enkele tonen en harmonische structuren en het verloop over tijd in
harmonieleer, enharmonisatie, modulatie, contrapunt en andere
muziektheoretische kennis al lange tijd gesystematiseerd. Daar kunnen wij –
psychologen – iets van leren! Misschien betekent dit dat we gaan snappen
wanneer individuele schaamte over kan gaan in collectieve daadkracht, of hoe individuele
triomf gecorrigeerd kan worden door collectief schuldgevoel en maakt dat, dat
we uiteindelijk toch in staat zullen zijn om het tij te keren en onze planeet
te redden!
Brannigan, A. (2020). The Use and Misuse of the Experimental
Method in Social Psychology: A Critical Examination of Classical Research. Routledge.
Le Texier, T. (2019). Debunking the Stanford Prison Experiment. American
Psychologist, 74(7), 823.
Perry, G., Brannigan, A., Wanner, R. A., & Stam, H. (2020).
Credibility and incredulity in Milgram’s obedience experiments: A reanalysis of
an unpublished test. Social Psychology Quarterly, 83(1),
88-106.
Levine, M., Philpot, R., & Kovalenko, A. G. (2020). Rethinking the bystander effect in violence reduction training programs. Social Issues and Policy Review, 14(1), 273-296.
Deel uitmakend van een grotere organisatie (orkest, hogeschool, etc.) is er naast oefenen in groepen en allenig, ook misschien meer aandacht nodig voor een tussenvorm van hands-on met z'n twee daadwerkelijk iets doen? Zou dat helpen om nieuwe klankcombinaties meer kans te geven? Ik schreef voor een andere context: "Pairing, instead of some of the alternation between group discussion and lone work: More immediate-feedback hands-on working with 2. Both at 1 desk making good use of richness of In-Real-Life communication with gestures, objects, etc., And remote with audio connection and simultaneously working in the same application context. As this is a different social construct, it allows for more personalized communication and concrete learning, passed on to sessions with others where applicable."
BeantwoordenVerwijderenZie je een verband?
Heeft ook weer te maken met standaardisatie die kan helpen op schouders te staan, maar waar velen geen ruimte meer zien voor creativiteit (van zichzelf of anderen). Misschien dwaal ik af, maar over o.a. samenwerkingsvormen en techniek schreef ik dit 'persoonlijke' kladblaadje: https://github.com/steltenpower/PowerGists/blob/main/README.md
Laten we er een keer over 'jammen' :-)
Dank, Ruud, je wijst vaker op pairing, zeker een interessante techniek van samenwerking! We moeten, willen we het tij keren, boven onze schaduw zien uit te komen, en daarbij is peer review letterlijk een krachtig middel: it takes two to tango!
VerwijderenEntitativiteit, wat een tongbreker! Boeiende link die je legt naar muziektheorie, het lijkt me een interessante vingeroefening om de taal der muziek te gebruiken bij het analyseren van entitativiteit! Uiteindelijk is een groep mensen tenslotte ook een zooitje trillingen bij elkaar die zich tot elkaar verhouden, net als muzikale klanken. Zouden we ooit zover komen op dat niveau -trillingen- en met de taal der muziek psychosociale inzichten kunnen krijgen over entitativiteit los te laten denk je?
BeantwoordenVerwijderenMaar nog iets. Je schrijft dat psychologen hooguit zichtbaar zijn wanneer ze elkaar de maat nemen, achter de schermen en dat maat bovendien nogal relatief en voor leken onbegrijpelijk is.
Je schrijft ook over fake-news in the psychologie en lijkt somber gestemd over de wetenschap. Een somber beeld in ‘mineur’ over ‘dissonanten’ in de psychologie (zou daar het woord ‘dissen’ vandaan komen?). Maar, na het volgen van een MOOC bi de TU Delft hoor ik juist het geluid van een optimistisch, nieuwsgierigmakend dominant septiemakkoord! Een transitie naar een open wetenschap staat in de steigers en meer dan dat! Dat betekent dat we toegaan naar een cultuur waarin wetenschappers, inclusief psychologen, gestimuleerd en beloond worden om hun begrijpelijk taalgebruik, de mate waarin ze niet-wetenschappers kunnen bereiken en zich door hen laten voeden en bekritiseren. Nu al kijken fondsbeheerders niet alleen naar citaties, maar ook naar Altmetrics bijvoorbeeld.
Fake news uit de wetenschap: dat gaat ook steeds lastiger worden om te verspreiden, nu zoveel kennisinstituten (inclusief Saxion) zich hebben gecommitteerd aan de transitie naar Open Science, inclusief het vindbaar, toegankelijk en herbruikbaar (ik laat de I van FAIR even weg) van data.
Er zijn bovendien al tijdschriften die werken met een open peer review proces, dat moet toch helpen om nepotisme, fake onderzoek en seksisme te verdrijven?
Let’s make it happen!
Dank voor je reactie, ik ben zeker blij met open source, waar middelmatigheid minder vanzelfsprekend een major attractor is! Een toegevoegde 9 aan de majeur septiem, in de dominant of predominant of zelfs tonica positie!
VerwijderenHaha, mooie toevoeging:)
VerwijderenGoogle vindt ongeveer 294000 keer "we are stuck in a system".
BeantwoordenVerwijderenMaar vergelijkbaar: "je staat niet in de file, je BENT de file".