De effecten van een interventie op de ontwikkeling
zijn nooit op voorhand te voorspellen. Enkele weken geleden hebben we hier in
een serie van 4 blogs over dynamische systeem theorie (DST) bij stil gestaan.
Slechts binnen bepaalde grenzen geldt dat bijvoorbeeld meer licht of voeding
leidt tot meer groei, of dat meer aandacht of stress leidt tot betere
prestaties of concentratie. Slechts dan is er sprake van een lineaire relatie
tussen de onafhankelijke variabele (licht, voeding, aandacht) en de afhankelijke
variabele (ontwikkeling, groei, prestaties). Maar wanneer de ene
systeemtoestand overgaat in de andere (wanneer water ijs wordt bij het lineair
afkoelen, of de draf overgaat in galop bij het lineair versnellen), valt niet
te voorspellen. Wel kan het bij herhaling op grond van empirische ervaring
worden vastgesteld. Op grond van ervaring kan het dan worden beschreven. Zo’n
beschrijving is geen verklaring, maar kan als voorspelling zeker heel
nauwkeurig zijn. Het probleem is dat wij mensen dan gaan denken dat de
beschrijving een verklaring is. Maar als water “vervuild” is (bijvoorbeeld door
zouttoevoeging), is opnieuw niet meer op voorhand bekend wanneer de
faseovergangen plaatsvinden. Als een kind drastisch andere leerervaringen heeft
dan andere kinderen (bijvoorbeeld van een vorige generatie, die nog geen
tablets ter beschikking hadden), kan het gevolg met betrekking tot overgangen
naar nieuwe ontwikkelingsstadia evenmin op voorhand worden bepaald.
Er kunnen interventies worden ingezet bij
ontwikkelingsachterstanden, of soms ook bij grote voorsprongen of ontwikkelingen
die we niet begrijpen. Denk bv aan geheel traag ontwikkelende kinderen, die uit
het niets vaak tamelijk geïsoleerde bijzondere talenten tonen op het gebied van
muziek, tekenen, of rekenen. Idiot savant, noemden men
dit vroeger. In het verleden zijn diverse interventies bedacht, van
gedragstherapeutische aanpakken, tot EMDR en van behandeling met medicijnen tot
Elektro Convulsieve Therapie. Zulke interventies worden doorgaans heel goed
onderzocht op zowel effect als veiligheid, maar we kunnen bij afwijkende
ontwikkeling hun effect op voorhand niet kennen, juist vanwege de
onvoorspelbare aspecten van dynamische systemen. Immers, zulke systemen kennen
lineaire en dus voorspelbare ontwikkelingen binnen fasen, maar ook non-lineaire
en daarmee discontinue faseovergangen, die alleen achteraf kunnen worden
herkent en dan in exact gelijke gevallen tot adequate voorspelling kunnen
leiden. Hier is sprake van een paradox: juist als een ontwikkeling afwijkt van wat
we kennen, is de behoefte aan kennis en voorspellen het grootst, terwijl juist
in unieke afwijkende situaties voorspelbaarheid principieel onmogelijk is
geworden. Met betrekking tot genoemd voorbeeld van extreme vaardigheden op een
bepaald gebied (bijvoorbeeld hele encyclopedieën uit het hoofd kunnen leren),
spreekt men niet meer van idiot savant, omdat gebleken is dat deze mensen vaak
anders ontwikkelen, maar lang niet altijd zwaar mentaal beperkt blijven op
andere gebieden dan hun uitzonderlijke talent.
Abnormal Psychology heeft feitelijk altijd met een
andere (minder goed gedocumenteerde) dynamische systeem ontwikkeling te maken.
De normale ontwikkeling kennen we, en dan zijn faseovergangen – hoewel niet
lineair – toch zo goed te voorspellen, dat we ze (haast) lineair “begrijpen”.
Maar bij niet “neurotypische”– afwijkend van de meest reguliere – ontwikkeling
is voorspellen op grond van ervaring lastiger. Met technische noviteiten wordt
alles nog ingewikkelder. Veel technologische noviteiten – internet, sociale
media, challanges via TikTok etc. – blijken in feite achteraf vaak minstens zo
ingrijpend op ontwikkeling in te spelen als “bedachte” interventies, zoals
gedragstherapie of EMDR. Echter, anders dan bij bedachte interventies is er
vaak niet of nauwelijks over nagedacht, en al helemaal geen verantwoording voor
afgelegd. Als je hier over nadenkt, dan is dat heel vreemd. Zo is bijvoorbeeld
het onderhouden van fysieke vriendschappen (bv van een adolescent) met de
opmars van sociale media platforms zoals Instagram en Facebook in toenemende
mate in concurrentie gekomen met te onderhouden virtuele “vriendschappen”,
waardoor jonge mensen soms verslaafd zijn geraakt aan virtuele approval van
“vrienden”, zijn ze gaan leven voor hun “flessenpost” boodschappen. Soms staat
dit schoolsucces regelrecht in de weg, anderen weten dat te combineren. Maar
iemand die een nieuwe therapie geregistreerd wil krijgen, moet hiertoe door tal
van ethische (en wetenschappelijke) procedures, terwijl een Big Tech bedrijf
alles op de markt kan gooien, en kan rekenen op een warm onthaal: technology is
cool en de toekomst! Maar de effecten van nieuwe innovaties op menselijk
gedrag, kan je echt niet lineair vanuit wat je denkt te weten op voorhand
vaststellen. Dat moet blijken, nadat gedrag en innovatie in een nieuwe
configuratie zijn gekomen. En dat is lang niet altijd een verbetering: It’s
hard to predict, especially the future!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten