donderdag 11 november 2021

Transities (3, slot): Arbeid als transitie domein

De wereldberoemde filmmaker Godfrey Reggio stelde in zijn legendarische Qatsi-trilogie dat het echte probleem met onze wereld niet de mensen zijn, maar de techniek die ze zijn gaan beschouwen als even vanzelfsprekend als de lucht die we inademen. Al in de jaren 70 – de tijd dat Godfrey Reggio met componist Philip Glass werkten aan deel 1, de film Koyaanisqatsi (Life Out of Balance), beschreef hij dat taal niet langer in staat was de wereld te beschrijven waarin wij leven en werken: “Language and place gives way to numerical code and virtual reality”. In de twee vervolgen (2. Powaqqatsi: Life in Transformation en 3. Naqoyqatsi: Life as War) gaat hij verder met te stellen dat competitie, winnen, roem, en de status van geld – kortom, het leven als spel – verheven zijn tot kernwaarden. Tenslotte stelt hij dat in deze wereld, die niet langer door gewone taal kan worden beschreven, numerieke code en virtual reality in een explosief tempo ontwikkeld worden en dat technologie hierin een rol speelt als geciviliseerd geweld: technologie is oorlog!

De podia in onze wereld – waarop we de kunsten en onze verbondenheid etaleren en eren – zijn geglobaliseerd, de taal (beeldtaal, Engels, code) en de technologieën in onze wereld zijn dat evenzeer. Zoals een vis zich geen voorstelling zou kunnen maken van een leven zonder water, is het voor ons praktisch onmogelijk om ons een leven voor te stellen waarin technologie niet onze alomtegenwoordige bestaansgrond vormt. De kleding die we dragen, de vloerbedekking, tegels, of het asfalt waarover we met onze schoenen lopen of wielen rollen, de elektriciteit waarmee we onze wereld verlichten en devices voeden, het cement, beton, of de kunststoffen en staalconstructies waarmee we onze habitat materialiseren, het gas en andere fossiele brandstoffen waarmee we ons verwarmen, verplaatsen of reinigen; technologie is overal om ons heen. De problemen waarmee we ons geconfronteerd weten, denken we zonder nadenken aan te moeten pakken met – opnieuw – innovatie, zonder te beseffen dat de innovatie van gisteren (en eergisteren) een hoofdrol spelen in de dreigingen van vandaag en morgen. Onze arbeid – onze ijver – is onze verbinding met onze bestaansgrond, zowel materieel (technisch), als ideëel (zingeving). Juist hierom zou arbeid een sleutelrol kunnen spelen bij het keren van de toekomst.

Voorwaarde is dan dat we inzien dat technologie vooralsnog het probleem is, ondanks het gegeven dat ze nog steeds vooral gezien wordt als de potentiële oplossing. Reggio: “The miracle of technology is literally eating up the planet for profits, it has a life on its own”. Kapitalisme op steroïden; net zo reëel als de wapenwedloop is de technologie wedloop, en ontwikkelingen gaan inderdaad razendsnel. Sterker, in termen van Reggio: technologiewedloop is wapenwedloop en dus is er sprake van geciviliseerd geweld. Om het ingewikkelder te maken, omdat technologie het probleem is, zal ze alsnog ook de oplossing moeten worden. Dus in zekere zin klopt het dat we onze hoop op technologie hebben gevestigd.

Het allergrootste probleem met technologie is de natuur, inclusief onze eigen (psychologische) natuur: verslaving, obesitas, depressie, etc. We zullen, deels ten koste van technologie, de natuur weer moeten gaan toelaten, onbeheerst en wild. De natuur moet toenemen, technologie moet afnemen. We moeten extreem kritisch zijn over elke innovatie, en die niet alleen laten bepalen door grote bedrijven of andere economische grootmachten. Kennisinstellingen trachten op de eerste rij te zitten, maar dragen daarbij zeker niet automatisch bij aan het keren van het tij. Arbeid kan bijdragen aan het opbouwen en onderhouden van lokale verbondenheid, van betrokkenheid op de lokale gemeenschap en op het vervullen van de eigen levensvervulling. Virtuele (social media) verbondenheid kan hier aan bijdragen, maar zal in de praktijk meestal juist vaak het omgekeerde bewerkstelligen: mensen uit hun hier en nu halen, vanuit de flow van verbondenheid en inspiratie naar een afstandelijke oppervlakkigheid van algemeenheden en objectivering van onze verschijningsvormen. Met elkaar, lokaal, bouwen aan onze leefomgeving – decent work – zou een transitie richting de Sustainable Development Goals van de United Nations kunnen bewerkstelligen en daarmee klimaat-, diversiteit-, forest-, en de demografische transitie kunnen bewerkstelligen! Bouwen aan evenwicht in diversiteit in plaats van in eenheid, om veelkleurig menselijk te kunnen zijn, zowel zwak en kwetsbaar, als verbonden door taal in plaats van door data. Al werkend – divers, verbonden, lokaal en kleinschalig – kunnen we beginnen de oorlog te verlaten!

1 opmerking:

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...