donderdag 27 januari 2022

Onzekerheid

Prachtig vond ik het, de Corona-persconferentie deze week. Een premier en een kersverse minister Kuipers, zeker niet de eerste de beste, die openlijk hun onzekerheid benoemen. Met dit virus weet je het nooit, het heeft ons al zo vaak verrast, we weten dat de samenleving nog langer op slot houden nog meer ongewenste gevolgen heeft, maar wat het virus gaat doen, we weten het niet.

Niemand weet dat, ook de “uitstekende” stuurlui niet die vanaf de wal roepen. En dat we het niet weten, ook het RIVM/OMT niet, blijkt al uit de talloze keren dat de voorspellingen niet uitkwamen, of dat het virus anders overgedragen werd dan aanvankelijk werd gedacht. En natuurlijk waren er telkens mensen, die op aspecten vooraf riepen wat achteraf meer accuraat bleek. Als er veel geroepen wordt, heeft er altijd wel iemand het terugkijkend "altijd" al geweten. Maar ook dit is … schijnzekerheid. We leven ons leven in fundamentele onzekerheid, ook al gaan veel dingen zoals we hopen, vrezen, of verwachten. Hoe meer onzekerheid, hoe meer we vasthouden aan onzekerheid reductie, zoals voorspellende technologieën (data-science, AI) en futurologen, die een technologische hemel op aarde beloven, ook al weten we ondertussen echt wel dat iedere nieuwe technologie weer een wereld aan nieuwe onzekerheden (problemen) op zal leveren. Wetenschap is uit twijfel geboren, maar goede wetenschap levert altijd maar weer meer vragen op.

Als er één psychologische grootheid is die we maar wat graag ontkennen, of zelfs elimineren, en die tegelijkertijd stilzwijgend een hoofdrol is toebedeeld in praktisch al ons individueel (en zelfs collectief menselijk) handelen, is het wel onzekerheid. Zeker, aan de basis van ons Westers denken – de wetenschappelijke methode – ligt de twijfel. Al mijn kennen, zo stelde René Descartes, is betwijfelbaar, ik kan niet op mijn zintuigen vertrouwen (het kan zijn dat ik droom en denk dat ik iets echt zie), niet op mijn kennis, maar wel op het feit dat ik twijfel: ik denk, dus ik besta.

Als je onzeker bent - draag ik wel genoeg bij, mag ik er überhaupt wel zijn – is het soms verleidelijk om te kijken naar wat je wel zeker weet. En dat is, verrassend genoeg, dat feitelijk niets is wat het lijkt. Juist, de onzekerheid. Neem al die tevredenheidsonderzoeken, die bedrijven inkopen om te laten zien hoe tevreden cliënten met hun producten zijn, of hoe tevreden werknemers met hun bedrijf zijn. Het zegt niets anders dan dat Marcom-afdelingen er actief in slagen om klanten of medewerkers op de juiste momenten slim opgestelde lijstjes te laten invullen. Daarbij, hoe tevreden bent u bijvoorbeeld met de zorg, als u net te horen heeft gekregen dat u terminaal bent? Hoe ongepast om het überhaupt telkens maar weer te (moeten) vragen. Tenzij je echt onzeker bent over je nut, wat juist als je niets meer voor een ander kan betekenen, wel weer begrijpelijk is. Vind je mijn colleges wel leuk? Misschien snap je er nu weinig van, maar valt het kwartje over 1 jaar, of over 5 jaar. Keurmerken, nog meer rules & regulations, fact-checkers of myth-busters, het is niet de weg hieruit. Onzekerheid is een veel machtiger wapen. Mensen die iets zeker weten, bedrijven die de tevredenheid met hun producten of werkgeverschap breeduit moeten etaleren, zij zijn wat mij betreft op voorhand al verdacht. Of juist niet, ze zijn onzeker en proberen dat met zekerheid te bestrijden.

De laatste jaren ben ik er op gaan letten. Bedrijven die met hun klanttevredenheidsscores of goed werkgeverschapskeurmerken te koop lopen, ben ik steeds meer gaan mijden, net als futurologen, die met prachtige visies zeker menen te weten welke kant de toekomst op beweegt. Zelfingenomenheid met je eigen zekerheden, verraadt steevast dat er geen plek is voor onzekerheden, en dat in geval van individuele uitzonderingen je op niets meer hoeft te rekenen dan “standard procedure”. Aandacht en individueel maatwerk kan juist niet met keurmerken worden afgekocht. Zekerheden betreffen alles in het algemeen en vaak niets en niemand in het bijzonder. Zekerheid is niet te koop, behalve dan de zekerheid dat we het met al onze onzekerheid moeten zien te redden.


donderdag 20 januari 2022

Creep

Nu is de lockdown bijna voorbij! Ken je dat, dat je ergens heel lang op wacht, en dat je telkens hoopt dat het gebeurt, maar dat als het dan eindelijk zo ver is, je er eigenlijk al helemaal niet meer zo’n zin in hebt?

Het is als die bekende sprookjesvogel, die in haar kooitje in het sprookjespaleis jarenlang droomt van de vrijheid, van vliegen over de prachtige heuvels die ze vanuit haar kooi nog net kan zien, van de interactie met al die vrije vogels, de ene nog bonter dan de andere. En dan, het diertje is al behoorlijk op leeftijd, laat haar eigenaar, de prinses die ondertussen koningin is geworden en druk is met haar vele plichten, het deurtje per ongeluk openstaan. Eindelijk vliegt het vermoeide bejaarde diertje het kooitje uit, het raam door, die prachtige droomwereld tegemoet, om te beseffen dat ze hier niet thuishoort. Ze begint te fluiten, een liedje van Radiohead: “But I'm a creep, I'm a weirdo, What the hell am I doing here? I don't belong here …” Het diertje keert, berooid van die prachtige droom, terug naar haar kooitje, haar veiligheid, en de volgende dag vindt de koningin het diertje met de pootjes omhoog. Het deurtje staat nog open …

Onze dromen zijn niet meer lokaal, plaatselijk, maar wereldwijd. Via Zoom en Teams, via Facebook en Instagram, via satelliet TV en grote namen zoals Radiohead en de Beatles zijn we wereldwijd verbonden, en kijken we via ons venster – het world-wide-web – naar dezelfde beelden, en delen we dezelfde dromen. Wat was ik graag een ster, speciaal, maar alles wat ik vanuit mijn kooitje zie is, in de woorden van Radiohead, “so fucking special”. En dat terwijl ik mijn hele leven heb gehoord dat ik anders was. Wil ik eigenlijk wel weer terug naar kantoor? Ben ik niet gewend geraakt aan mijn thuiskantoor, waar vanuit ik tijdens mijn lockdown lezingen heb gegeven in Canada, Amerika, Engeland, China, Rusland en India ? Wil ik überhaupt weer elke dag 2 uur in de auto zitten? Wil ik weer voor echte collegezalen staan, waar mensen soms hun desinteresse in mijn passies niet onder stoelen of banken steken. Wil ik wel terug naar de kleinere schaal, de menselijke maat?

Technologie, verbondenheid, eenheid is aantrekkelijk, maar ik weet uit ervaring dat voor mij geldt “in diversity we stand”. Ik hoefde niet gek te zijn, ik ben juist steeds gewaardeerd omdat ik een beetje anders was. Echter, in praktijk dragen de grootschalige (BigTech) systemen in onze wereld in toenemende mate bij aan het omgekeerde, “in uniformity we stand”, aan uniformiteit. Over de hele wereld gebruiken we dezelfde smart devices en apps, zoals Instagram, TikTok en WhatsApp. Hierdoor kijken we op een tamelijk geüniformeerde wijze naar elkaar en onszelf; beelden, memes en andere “interessante” (dus vaak “extreme”) content, die vaak razendsnel viraal gaat. Het heeft ons een nieuwe status gegeven, die van wereldburger.  Onze studenten kunnen hun kennis en vaardigheden overal inzetten: ze zijn wereldwijs wereldburger. We zijn globaal herkenbaar voor elkaar geworden. Dit heeft twee kanten. 

Positief kan worden vastgesteld dat de Babylonische spraakverwarring nu echt is overwonnen. Negatief kan je stellen dat we gekoloniseerd worden door (Big) technologie en de wereldtaal (basic) Engels. Zeker is dat diversiteit in deze uniformerende bewegingen onder druk is komen te staan. Dat geldt voor biodiversiteit en culturele diversiteit, maar ook voor neurodiversiteit. Steeds meer mensen kunnen in het werken met de wereldwijde (beeld)taal en apps - en met de samenhangende teloorgang van fysieke kleinschalige verbondenheid in plaats en taal – niet meer overal meekomen. Zo krijgen bijvoorbeeld steeds meer mensen een diagnose, zoals ASS, dyslexie, of AD(H)D. Het continu moeten aanpassen aan nieuwe technologische mogelijkheden vertaalt zich daarnaast regelmatig in burn-out, bore-out, vereenzaming, of vervreemding.

De spraakverwarringen zijn wellicht voorbij, toch is er steeds meer behoefte aan geheimtalen. Cryptografie is als wetenschap nu belangrijker dan ooit, bijvoorbeeld om internetcommunicatie veilig te houden. En wij, wij zitten in onze wonderkooi. We horen hier niet, maar wat technologie brengt is “so fucking special” dat we steeds meer willen! Waar wachten we op, tot de lockdown voorbij is, of ons bestaan op deze planeet? Vliegen we ooit weer uit?


donderdag 13 januari 2022

Monteur

Zo aan het begin van het nieuwe jaar, is de eerste persoon die ik real life ontmoet de monteur die onze afzuigkap komt repareren. Gelukkig binnen garantietijd. We maken een praatje en komen heel snel op het coronabeleid. In de vakantie bedacht ik dat ten minste 4 grote thema’s er in onze wereld echt toe doen: 1. Noodzakelijke transities om ons voortbestaan op de planeet veilig te stellen, 2. Er is een afnemend vertrouwen in de politieke wil/vermogen om te doen wat nodig is, 3. Door continue technologische ontwikkelingen en het politieke en onderwijsklimaat, wordt de werkende klasse (LBO/MBO niveau) structureel ondergewaardeerd en 4. Er ontstaat een steeds meer radicaliserende “onderklasse”, inclusief complotdenkers.

Al direct vertelt de monteur dat hij het beleid niet meer kan volgen. Kortgeleden begroef hij twee van zijn beste vrienden, beide caféhouders (zelfmoord, ze waren het vertrouwen in de toekomst verloren; punt 2). Ondertussen stelt hij zonder onderzoek te doen vast dat er een nieuwe motor in de kap moet. Als ik vraag of het probleem niet in het controlepaneel zit, bestelt hij dat er ook maar meteen bij. Bijna overschrijden de kosten (250 euro) de aanschafprijs (punt 1).

Over een maand is het materiaal er, het is zo druk, dat de monteur eind februari terug kan komen. Hoewel ik hier wat geïrriteerd over ben – we wachten al vanaf eind november – besluit ik dat de hardwerkende monteur mijn waardering verdiend, niet mijn irritatie over het systeem (punt 3). We praten verder. Hij zegt te geloven dat de politici met hun beleid hele andere – geheime – agenda’s hebben. Volgens hem sterven er ondertussen meer mensen aan de gevolgen van het beleid, zoals zijn vrienden), of aan de gevolgen van uitgestelde zorg, dan aan Corona (punt 4, radicale gedachten).

Gelukkig is de techneut voor rede vatbaar: als je nee moet verkopen aan mensen die met ademnood bij de IC verschijnen, krijg je als beleidsmaker al snel de hele wereld over je heen, dus natuurlijk moeten bestuurders voorzichtig zijn. Te voorzichtig, vast en zeker, maar het echte probleem is dat er niet één waarheid is, en ook niet één wetenschap. Stel dat op een gegeven moment meer mensen (over)lijden aan uitgestelde zorg, dan aan Corona. Als je op grond daarvan radicaal het beleid omkeert – prioriteit verlenen aan mensen die om andere redenen dan Corona de ic’s nodig hebben – dan weet je zeker dat de situatie zolang Corona nog heerst, volledig uit de hand zal lopen. Geen politicus, viroloog, of wie dan ook verdient de schuld te krijgen van deze nare pandemie. Er is niet eens één probleem, laat staan één oplossing. Misschien is de grootste "fout" dat "wij" (politiek, wetenschap, media) te veel impliciet communiceren dat die er wel is!

De monteur oppert dat er veel meer IC-bedden moeten komen. "Maar dat is duur en, als de pandemie voorbij is, waarschijnlijk helemaal niet nodig ", werp ik tegen. “Minder systeemconnectiviteit?” "Met 8 miljard mensen kunnen we onmogelijk teruggaan naar een leven als jager-verzamelaars." Hij kijkt sip, ik wil ik hem niet, net als zijn vrienden, richting een depressie praten!

Ik stap in mijn rol als docent. “Veel instanties in onze wereld lijken de waarheid te monopoliseren, terwijl er noch 1 waarheid, noch 1 wetenschap is. Elk denkbaar perspectief levert een (iets) andere waarheid op, zoals die van de verspreiding van een virus, of van het behouden van levensgeluk (psychologie), enz. Maar multinationals (Big-tech bedrijven), politiek en wetenschap eigenen ‘vooruitgang’ ten onrechte toe, als de toekomst die zij voor ogen hebben, wat leidde tot achteruitgang in (bio -, neuro- en culturele) diversiteit, klimaatverandering, pandemieën, enz.” (punt 1)

Hier komt de monteur met een verassend inzicht: “Misschien moeten we de toekomst redden van dit soort opgedrongen vooruitgangsdenken”. Hij klaart op, pakt zijn tas en loopt naar de deur. Ondertussen vraag ik me af of hij niet een punt heeft, de ideologie van technologische “vooruitgang” – controle en overheersing, oneindige groei uit eindige middelen – is in zijn ogen wellicht een geheim complot, dat hem en zijn vrienden ontkent in praktisch alle aspecten die ertoe doen! Heeft hij een punt? Nu gaat het om mij. Ben ik ook voor rede vatbaar? Zijn “wij” (wetenschappers, politici, etc.) niet de echte complotdenkers met ons geloof in slechts één waarheid/wetenschap/vooruitgang/toekomst?

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...