De blog
over onzekerheid van vorige week leverde veel discussie op in mijn (werk)
omgeving. Onzekerheid is zowel een belangrijke (de belangrijkste?) motivator om
controle en beheersing na te streven, met alle potentiële rampzalige globale
gevolgen, als dat het de drijfveer is om onze menselijkheid in verbinding en
met compassie uit te dragen. Ontkenning, haar elimineren door haar te
overschreeuwen en een nietsontziende beheers-industrie/economie dus enerzijds,
en anderzijds erkenning door erkenning van onze beperking en te komen tot de
noodzaak van genade.
Haat –
de ultieme haat, zo leerde ik lang geleden van hoogleraar filosofie Cees
Struyker Boudier (1937-2015) – is feitelijk iets negeren, doen alsof het er
niet is, zoals wij in onze cultuur doen met onzekerheid. Daarentegen is
onzekerheid erkennen – het een onderdeel van ons zijn maken – juist het
omgekeerde, een basis om te komen tot verbondenheid, begrip, vergeven, te komen
tot liefde. We haten onzekerheid en we houden van haar, individueel komt dit
tot uiting in overschreeuwen tegenover kwetsbaarheid, collectief bijvoorbeeld
in wetenschap en industrie tegenover religie en kunst. Mensvisies gebaseerd op
(wetenschappelijke, grote systemen) reductie, tegenover visies gebaseerd op
verwondering, vrijheid en verantwoordelijkheid. In dit verband kunnen we
waarschijnlijk veel leren van indigenous cultures, die vaak veel
meer in harmonie met de natuur leven dan wij …
Ook
deze week werd dit mechanisme – onzekerheidsontkenning tegenover
onzekerheidserkenning – me een aantal keer pijnlijk duidelijk. Er hoeft maar
iets bedreigends te zijn, zoals nu de perikelen rondom de Voice of Holland,
en de roep om beheersing door regulatie komt zo’n beetje in ieder overleg aan
de orde: Wat hebben wij over ongepaste omgangsvormen tussen collega’s of tussen
docenten en studenten eigenlijk op papier gezet? Op 1 dag kreeg ik dit bij 2
afzonderlijke overleggen te horen.
Grappig,
eigenlijk, dat ik vorige week schreef dat een goed college misschien wel 1 of 5
jaar nodig kon hebben om opgepakt te worden. Juist nu moet ik denken aan de
colleges die ik in de jaren 80 volgde bij
prof. Struyker Boudier, waarin hij uitlegde dat individuele vrijheid en
verantwoordelijkheid wordt bedreigd door zowel wetenschappelijk reductionisme,
als de wereld van de grote systemen. Fascinerend vond ik de vrije keuzevak colleges
zeker, maar als bèta begreep ik het existentialistische gedachtengoed slechts zeer
matig. Dat is nu volstrekt anders; gezien de grote problemen – klimaat,
vermindering diversiteit op vele vlakken, etc. – kunnen we er niet meer omheen,
iedere wetenschapper – alfa, gamma of bèta – dient verantwoording te nemen, en
moet, net als tot begin 20ste eeuw vrij algemeen was, ook filosoof/ethicus
te zijn!
Ook in
de politiek wordt onzekerheid (toeval) als problematisch opgevat. Tweede Kamerleden
neigen met incidenten hun punt te maken naar de kiezers met de roep om beleid
en regulering. Alles vastleggen in rules & regulations,
gedreven door incidenten die de grenzen op scherp zetten, leidt echter niet tot
meer zekerheid. Dit is ook zichtbaar in zwenken tussen centralisatie versus
decentralisatie. Zodra ambtenaren op bijvoorbeeld gemeentelijk niveau de ruimte
krijgen om eigen beslissingen te nemen, is het land te klein: discriminatie
t.o.v. andere gemeenten. Juist COVID leert ons dat we wereldwijd rekening
moeten houden met toeval en onzekerheid.
Individueel
weten we wat we wel en niet mogen doen. De grenzen van wat binnen een bepaalde
(sub) cultuur geoorloofd is en wat niet, veranderen. Studentenverenigingen,
motorclubs, maar ook subculturen van bijvoorbeeld vluchtelingen vanuit
oorlogsgebied blijken soms behoorlijk andere dan de algemene normen te hanteren.
Bovendien schuiven de normen ook continu, wat in het flower power
klimaat van de jaren 60 en 70 normaal gevonden werd, zou nu tot een ophef
leiden, waar de huidige schandalen niets bij vergeleken zijn. Laat ik volkomen
helder zijn, afgedwongen/onvrijwillige seks keur ik volledig af, daar is geen
enkele onzekerheid over. Maar moet nu iedere flirt – wellicht ontstaan in onzekerheid/het peilen van wederzijdse interesse – door een omgangsreglement
worden vervangen?
Ik ben
er niet zo zeker van! Controle op overtreding van dergelijke regels (en
wetten) is met AI op bv sociale media zeker steeds meer haalbaar. Of met de
straatcamera’s bv automatisch registreren als mensen ongewenst een ander
nafluiten, en via gezichtsherkenning meteen beboeten. Maar dat brengt slechts één
zekerheid naar boven: totalitaire technologische controle! 1984 komt dichterbij.
We zien het gebeuren en kijken ernaar. Geef mij maar de individuele vrijheid, verantwoordelijkheid
en menselijkheid. Onzekerheid is de prijs die we daarvoor moeten betalen, maar
liever leven in onzekerheid dan functioneren in schijnzekerheid!
Beste Jan Willem,
BeantwoordenVerwijderenIk ben het helemaal met je eens. Reglementen en procedures zijn slechts een hulpmiddel tot een doel, maar verworden al snel tot doel op zich: " Als we regels maken, doen we het goed". Schijnzekerheid inderdaad.
Veiligheid op de werkvloer vraagt om psychologische veiligheid. Daar zorg je voor door oog en oor te hebben voor het welbevinden van je collega's en elkaar aan te spreken.
Maakt werk ook nog eens veel leuker.
Dank, Marcel, zo is het, en de menselijke maat raken we helaas steeds meer kwijt in al die systeemaanpakken ...
VerwijderenEen schijnzekerheid waarin dingen op papier kloppen, risico's lijken te zijn voorkomen, zorgt juist voor aangeleerde hulpeloosheid en een stroperig fragiel systeem waarin creative lichtvoetigheid die we hard nodig hebben als risico is ingekapseld.
BeantwoordenVerwijderenKlopt, Ruud, van systemen worden we enorm lethargisch!
Verwijderen