Zolang we overal en ook nog zonder schroom kunnen lezen dat
technologie de manier waarop we leren, leven en liefhebben blijvend nog meer zal
veranderen, is er weinig hoop. Zolang mensen gestigmatiseerd worden als
conservatief, of patiënten met technologieangst, als ze weerstand voelen tegen
het rücksichtslos gelijkstellen van technologische innovatie met “vooruitgang”,
valt er nog veel te winnen. Een wereld, of planeet, wel te verstaan. Zodra ik
op LinkedIn kom, bijvoorbeeld, worden de gesponsorde posts (ja, ik heb een
gratis account) op mijn netvlies gebombardeerd van Tech-bedrijven, die nog
snellere en betere in-cloud-oplossingen beloven, of met de nieuwste AI
technieken beloftes doen die mij, mijn werk, brand of whatever, onsterfelijke
populariteit zal brengen. 8 miljard sneeuwwitjes kunnen makkelijk door
technologie uit hun slaap gekust worden tot evenzoveel goden, toch?
Ongelofelijk, maar het kan echt anders! Het zou echt mogelijk
zijn dat bedrijven serieus technologieontwikkeling inzetten om af te bouwen. Detech
technology, terug naar een schaal waar iedereen zelf mee verder kan. Om ons daarmee
weer onze eigen – regionale – mogelijkheden terug in handen te geven, om ons
aan te passen aan de lokale (en communale) omstandigheden. Niet 24/7 en 12
maanden overal hetzelfde klimaat, dezelfde temperatuur, dezelfde lichtval, en
overal dezelfde volledig gestandaardiseerde muziek uit de devices, die
uiteraard 24/7 als houvast biedende (fop)spenen ons gevoel van
(schijn)veiligheid bieden. Ook zou het perfect denkbaar zijn, dat de vrije
journalistiek niet perse op de eerste rij zit om de dwaasheid te beschrijven van
het exploiteren van de ruimte, de diepte, of de maan (of verder), om daarmee grondstoffen
aan te vullen die onze uitgeputte planeet niet meer kan ophoesten. Ook denkbaar is dat we niet
met z’n allen geen tijd meer hebben om voor onze kinderen en ouderen te zorgen,
omdat het "echte" leven in onze illusoire wereld vooral achter beeldschermen
plaatsvindt.
Het kan anders, maar als ik dan bijvoorbeeld de protestborden van BBB in de weilanden zie, met daarop de bewering dat met deze partij “elke dag beter” zal worden, besef ik dat er nog veel te doen is. Nog meer monocultuur, industriële veeteelt? Hoe blind kan je zijn? Elke dag als we wakker worden, zijn er een aantal hectaren bos verdwenen, en zijn er een aantal hectaren woestijn bijgekomen. En dat gaat al vele decennia zo. Of bedoelen ze met beter nog meer economische groei?
Gelukkig is er een flink aantal mensen dat zich verzet tegen het onmogelijke economische imperatief van oneindige groei uit eindige middelen. Mooi, er is een flinke beweging bezig met vechten tegen de heersende economische modellen. Maar in mijn ogen blijven deze modellen bijeffecten, schimmen, zolang de feitelijke crisisveroorzaker – de gerealiseerde veel te grote planetaire voetafdruk: technologie – niet zelf wordt aangepakt. De abstracties daarachter zijn geduldig, buigen wat mee, maar we moeten echt stoppen met heel veel zaken die we normaal zijn gaan vinden, van iedereen een eigen auto tot overal snelwegen, van internet tot AI, en van volledig data-driven zorg, tot robotica. Tegelijkertijd snap ik ook wel dat ik op Don Quichot lijk, die de strijd aangaat tegen de dingen zelf. Waarschijnlijk een strijd tegen windmolens. Wijzen naar politiek of economie als oorzaak van de polycrises, houdt het gerealiseerde monster buiten schot, op wat speldenprikjes na tegen fossiele brandstoffen. Hoewel wellicht makkelijker te strijden tegen de vermeende economie, hebzucht of politiek waarmee de materialen over de hele planeet verhandeld worden, geloof ik niet dat deze abstracte zaken bedacht zijn. Ze emergeren, als bijproducten van onze innovatiedrift, die welbeschouwd vaak voortkomen uit de beste intenties om het leven voor velen een beetje makkelijker te maken.
Echter, nu is het tijd voor schroom, we hebben teveel betrokkenheid op de directe omstandigheden – de ecologie – van teveel mensen afgenomen, zeker in de rijke wereld. Hierdoor zijn we, op ademhalen na, ongeveer alles gaan uitbesteden aan devices die het beter zouden kunnen dan wijzelf. Ik durf te stellen, dat we beter af zijn, als we weer veel meer de handen uit de mouwen gaan steken, elkaar de hand toereiken en omhelzen, zonder schroom!