Afgelopen 2 weken mocht ik 9 keer ongeveer dezelfde lezing
geven. Negen keer een (stom) verbaasd publiek. Waarom? Telkens vraag ik me af,
hoe het kan, dat we er allemaal zo omheen draaien. Ja, de meeste mensen weten
ondertussen dat we zoveel grondstoffen van onze planeet omzetten in energie en
producten, dat de gevolgen voor mens en natuur (en via massavernietigingswapens
zelfs de planeet zelf) desastreus (kunnen) zijn, en dat de situatie elke dag erger wordt.
Maar wat precies dit alles veroorzaakt, daar hebben we het niet over. Ja, ons
eigen gedrag, zucht naar macht en rijkdom, onze psychologie dus. Of onze
bestuurssystemen, geldzucht, economie. Als we het er al over hebben, dan
isoleren we het probleem tot klimaat, of iets specifieker, (betekenis)economie,
of, nog iets specifieker, fossiele brandstoffen. Durft dan niemand het gewoon
te zeggen?
Sterker nog, de precieze oorzaak wordt keer op keer
aangehaald als onze enige redding. Onze minister Dijkgraaf, bijvoorbeeld, een
wereldbefaamd fysicus, durft openbaar te beweren dat wetenschap in de cockpit
van het bestaan zit. In deze blog probeer ik het ook eens, de olifant in de kamer in niet te benoemen, maar dat is niet eenvoudig. Ik denk aan XR
(Extinction Rebellion), naar de acties op de A12 tegen fossiele brandstoffen.
Alsof fossiele brandstoffen niet slechts een topje van de ijsberg zijn. Alsof
elektrificatie van het wagenpark automobiliteit volhoudbaar maakt. Alleen al
voor het wegverkeer, zijn er zo ongelofelijk veel kilometers asfalt, fundering
daaronder, met drainagesystemen, vangrails, verlichting, continue hulpdiensten
enzovoort, enzovoort nodig, dat de brandstof waarmee de elementen over dit
systeem zich verplaatsen, een druppel op een gloeiende plaat zijn. Met in gedachten de Jevons paradox - als een systeem of technologie efficiënter wordt, wordt de winst (op den duur zelfs meer dan) opgesoupeerd door het
toegenomen gebruik – weten we dat minder energetische kosten zullen leiden tot
nog meer (auto)gebruik, en daarmee onherroepelijk tot nog meer kilometers
asfalt.
Wat is ons bestaan? Wat is onze essentie? Terwijl ik deze
vragen stel, besef ik, dat ik de olifant toch al weer heb genoemd. Tegelijkertijd
geloof ik, dat als we serieus ons collectief menselijke probleem op de
geglobaliseerde planeet durven te benoemen, dat we vanzelf ook terecht zullen
komen bij de aanleidingen van psychologische en zeker ook economische aard.
Maar als een land, bijvoorbeeld, letterlijk wordt aangevallen door een
vijandige natie, of een natuurramp, heeft het niet de eerste prioriteit om
psychologische verhandelingen te houden over “in-crowd thinking”, of “zondebok
mechanismen”, net zo min als verhandelingen houden over economische
instabiliteit, of kapitalisme, of perspectiefloosheid. Wat nodig is, is hulp,
handen, middelen. Achteraf zijn al deze verhandelingen wellicht alsnog nodig, om op verhaal
te komen.
De koe bij de horens. Wij, mensheid, vallen onszelf aan
met het omzetten van onze innovatieve inventiviteit in technologie. Technologie
is de olifant. Bij het woord energietransitie, denken we aan een andere
(“schonere”) vorm van energie voor … onze technologische devices! We denken
niet aan betere energie voor de ecologie: de natuur, onze eigen voeding, een
voedzaam klimaat voor de bossen, etc.. Alles wordt ingezet om een enorm uit de
hand gelopen technologisering te voeden. Van snelwegen tot digitale snelwegen. Ze
is haast letterlijk een gigantische afgod die haar grip op ons steeds meer alomvattend
krijgt (“Moloch”). Als mensheid zetten wij onze planetaire voetafdruk door
inzet van technologie: (landbouw) industrie, mobiliteit, vermaak en data-industrie. De gevolgen zijn materieel voor iedereen zichtbaar. Maar ook psychologisch en
economisch zijn de ontluisterende gevolgen al lang niet meer te overzien, van
(energie en materie) verslaving tot ongelijkheid, van eenzaamheid en
perspectiefloosheid, tot massale algoritmische onderwerping aan
middelmatigheid. Als iemand al heel voorzichtig vraagtekens plaats, staan we in
de rij om te roepen dat technologie ook heel veel heeft gebracht…
Waarom? In moeilijke omstandigheden,
zijn mensen in staat gebleken de omgeving aan te passen aan hun mogelijkheden. Beperkingen
oplossen door techniek. We zijn een technische soort. Dat de omstandigheden nu
moeilijk zijn, behoeft geen betoog. Dat we daarom roepen om versnelling van
innovatie, tja, het is logisch. Maar als je de omgekeerde U begrijpt (zie
figuur), weet je dat het nu gaat om vertragen en verbinden. Technologie?
Hooguit Detech technology!
Helaas niet verrassend in zo'n wereld dat bijvoorbeeld Nederland een Minister-President heeft die geen leider is maar een opper-manager die vooral handig is in het recht lullen (of ontwijken, of vermoeien van tegenstand) van wat krom is, om het gemankeerde egoïstische hebzucht-systeem dat duidelijk al meer wringt maar vooral voort te zetten, met als 1 van de vele 'toppunten': “Visie is als de olifant die het zicht belemmert”. Maar als je zijn gewoontes, terminologie en trucjes een beetje doorhebt, kun je het 'grotendeels dom doorgaan en af en toe met wat geld schuiven' binnen veel meer organisaties ontdekken.
BeantwoordenVerwijderenHelaas wel, Ruud... Maar er is hoop op verbetering!
BeantwoordenVerwijderenZeker, er broeit wat. En over bestuurders/politici: https://youtu.be/Vwn2cJc-IF0?si=OnWBw0_09Ouwfma1&t=41
BeantwoordenVerwijderen