Als een vuur verspreiden alle nieuwe technologieën zich, in alle richtingen, van mobiliteit tot luchtvaart, van ICT tot genetische manipulatie, en van AI tot stedenbouw. Allemaal technologieën - complexe niet organische "bestanden"- die als ze niet actief gevoed worden, snel zouden vervallen, en weer door de natuur zouden worden overwoekerd en geïncorporeerd. Wij mensen hebben er wereldwijd een 24/7 dagtaak aan, om al deze systemen van grondstoffen en energie te voorzien. Ondertussen eten deze systemen onze planeet op: de mensgemaakte massa weegt naar schatting in 2050 twee keer zoveel als alle levende organismen bij elkaar (alle planten en dieren). Dat is niet vol te houden. Wij mensen zijn geen plaag, wij voeden een plaag: het artificiële. De olifant in de kamer mag niet langer genegeerd worden! Hoe zit dat?
Als een vuur niet gevoed wordt, dooft het uiteindelijk altijd vanzelf uit. Alle tijdelijke “bestanden”, die niet gevoed worden, doven uit. Indien het levende organismen betreft, staat uitdoven gelijk met sterven. Niet levende (anorganische) systemen zoals vuur, orkanen, weersystemen, rivieren, verdwijnen (of gaan over in iets anders) als ze niet meer gevoed worden. Een rivier zonder wateraanvoer, zal uiteindelijk opdrogen en veranderen in een dal, een vuur zonder grondstof en zuurstof in as. De complexe systemen die wij als mensheid zijn gaan bouwen, blijven slechts dan in stand, zolang wij ze onderhouden, wat is, van grondstoffen en energie voorzien. Wij voeden mensgemaakte systemen, zoals wegennetten, luchtvaart en ICT.
Veel wordt letterlijk en figuurlijk aan de lopende band
geproduceerd en dat vereist ondertussen meer grondstoffen en energie dan wij
uit onze planeet kunnen ontginnen. Bovendien genereert dit tal van schadelijke
gevolgen, op vele gebieden: fysisch (uitstoot, broeikasgassen, toxicologisch),
psychologisch, sociologisch, cultureel, ecologisch (uitsterven van soorten,
verdringing van natuur, etc.).
Niet zozeer het aantal mensen, al zijn 8 miljard mensen er best
erg veel, vormt het probleem. Het massaal actief voeden van al onze systemen,
vormt het werkelijke probleem. Mensen, net als alle andere dieren, vallen met
betrekking tot de omzet van energie en grondstoffen keurig binnen Kleiber’s
Law. Dit houdt in dat dierlijk leven naarmate het in massa toeneemt,
relatief minder grondstoffen en energie (metabolisme) nodig heeft om in leven
te blijven. Energie = c.m^0,75. Een muis heeft relatief een veel sneller
metabolisme dan een olifant. Deze laatste heeft een m (massa) die 100.000 keer
zo groot is dan die van de muis, maar hij “slechts” gebruikt 5623 keer meer energie.
Met andere woorden, de olifant ’s metabolisme is 1/18 dat van de muis.
Anorganische systemen gedragen zich met betrekking tot energie en omvang (massa) niet volgens Kleiber’s Law. De exponent ligt vaak beduidend boven de 1 (in plaats van op 0,75). Deze systemen woeden als een vuur (windhoos, orkaan) en doven pas uit als het systeem niet meer gevoed wordt. Ook steden gebruiken bij groei exponentieel meer grondstoffen en energie.
Als mens zijn wij in de directe betekenis geen plaag. Biologisch
hebben wij een kwalitatieve reproductie strategie: we planten ons
heel traag voort, meestal slechts 1 kind per dracht, hebben een lange draagtijd
en daarna ook nog een lange tijd om volwassen te worden. Tegenover deze
kwalitatieve strategie, staat een kwantitatieve reproductie strategie.
Niet alleen (corona) virussen kennen deze strategie, ook bijvoorbeeld muizen
volgen zo’n kwantitatieve strategie: ze zijn al heel jong
vruchtbaar, kunnen na een korte draagtijd enorm veel nageslacht produceren.
Overigens is verspreiding niet waar Kleiber’s Law over gaat, maar wel waar het
al dan niet een plaag zijn over gaat.
Dus, mensen reproduceren kwalitatief. Toen kwam … het schrift, de
drukpers, de massaproductie en copy-paste. Anders gezegd, via onze artificiële
kinderen – de complexe systemen die wij overal om ons heen produceren,
verspreiden en onderhouden – zijn wij indirect wel degelijk een plaag. Deze
systemen worden door ons koste wat het kost voorzien van grondstoffen en
energie, en ze vreten letterlijk en figuurlijk alles op. Dat moet en kan
anders. Zodra ze niet meer gevoed worden, doven ze uit. Het ligt dus echt aan
ons, aan ons gedrag. Juist hierom is dit een gedragskundige/psychologische
kwestie.
Hoe eenvoudig het ook klinkt, we zullen ons echt op onszelf,
elkaar en onze ecologische omgeving moeten gaan richten, en onze technologische
output moeten gaan minimaliseren. Dat begint met het inzicht dat deze
output ons tot een plaag maakt. Detech technology. Dat is echter
veel lastiger dan het klinkt, want juist door reproductie technologie hopen wij
onze tijdelijkheid stevig te kunnen vestigen in de eeuwigheid. Het ons manifesteren via foto’s
en het beschrijven van belevenissen op de sociale media, bouwt voort op deze illusoire
droom. Hiermee voorzien we een hele digitale werkelijkheid, met een gigantische
mondiale voetafdruk, continu van grondstoffen en energie. Zo zijn wij dealer en
verslaafde tegelijk, materiaal en energieverslaafden. Positief gezegd maakt
onze reproductietechnologie ons tot scheppers, waardoor we ons soms haast Goden
voelen. Negatief gezegd, maakt het ons tot … een plaag.
Hoe kunnen we afkicken? Alles onderzoeken en alleen het goede
behouden? Het halve pakket is waarschijnlijk geen keus. Laten we serieus
beginnen na te denken over afbouwen van technologie. Tijd om in te zien dat wij geen goden zijn, en dat we grote stappen moeten zetten naar ons opnieuw schikken in de natuur, in plaats van ons verschuilen achter onze technologie, hoe trots we daar ook op zijn. Daartoe kunnen we aan de
slag met onze InnerDevelopmentGoals, desires, to become whole!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten