De tijd tikt door en wacht op niemand. Is dat zo? Of hebben we het dan over de klok? Staat de tijd stil als er geen enkele klok meer tikt? Of is tijd “gewoon” de causale (voor-na) structuur van gebeurtenissen? Als iemand een eeuw terug wil in de “tijd”, bedoelt die dan niet te zeggen dat er toen gebeurtenissen hebben plaats gevonden, waarvan die onderdeel had willen uitmaken? Of als we verlangen een week terug in de tijd te gaan, of zoals in het beroemde Beatles liedje, een dag, betekent dat dan dat we de gebeurtenissen waar we deel van uitmaakten anders zouden willen laten verlopen?
In Set me Free (the curse) zing ik over de vloek die het verleden nalaat in het heden. Ik verlang daarvan vrij gezet te worden. Voor mij was de vloek het lijden van mijn ouders in de oorlog, hun gevecht met religie en zichzelf, en misschien ook mijn eigen anders zijn als kind, waarmee ik het er niet makkelijker voor ze op maakte. Toen ik de song schreef en opnam in 1982, voelde ik me zowel bevrijd van mijn eigen “vloek” (ik was een vreemd kind geweest, dat nu een “normale” wereldburger was geworden als muzikant en muziekleraar), als bezwaard met het verleden, dat zichtbaar haar sporen naliet op een wereld die steeds meer op George Orwell's 1984 ging lijken in mijn ogen, die steeds dwingender iedere burger in een technocratisch keurslijf aan het dwingen was, waarbij de natuur en het natuurlijke verdrongen werden.
Het is bijzonder om stil te staan bij ons idee van tijd. Datgene dat we doen, is gebaseerd op gedachten, patronen, emoties die al verleden zijn op het moment dat we het doen. De toekomst is een verwachting, op grond van ons vermogen om vanuit het verleden te extrapoleren. Onze angst voor crises, overstromingen, natuurrampen, oorlogen en epidemieën, proberen we vlot te trekken door nog meer controle uit te oefenen in ons heden, dat natuurlijk vrijwel direct onderdeel wordt van het verleden, dat juist in de technologische versnellingen waarin we ons bevinden steevast sterker en op steeds meer gebieden haar sporen nalaat voor ons nageslacht. De handelingsruimte in een wereld die zo globaal en tegelijkertijd exact met microchips en nanotechnologie wordt “gecontroleerd”, wordt steeds kleiner. Het valt dan ook te verwachten, dat begin twintigers nu en in de nabije toekomst, sterk zullen verlangen om vrij gezet te worden van de (technocratische) erfenis die onze generatie en de generaties daarvoor hebben achtergelaten.
David Attenborough spreekt van het omarmen van de wildernis. De natuur weer toelaten, zal helpen onze eigen eindigheid weer te gaan accepteren. Want het verkwanselen van de oneindige natuur waaruit we voortkomen en het niet accepteren van onze eigen sterfelijkheid (eindigheid) zijn twee zijden van dezelfde medaille. We vertrappen de natuur om onze individuele eindigheid een paar jaar uit te stellen, maar als we het leven op de planeet voor complexe primaten (waaronder homo sapiens) onmogelijk hebben gemaakt, dan zijn wij geen onderdeel meer van de oneindigheid. Voor mij is tijd niets meer en minder dan datgene dat wij doen in tijd-ruimtelijke relatie (3D + historisch dus 4D) met de natuur waar we uit voortkomen en waar we tegelijkertijd deel van blijven uitmaken, in een complex universum, dat we nooit zullen controleren. Een natuur en universum, die ik niet begrijp, die voor mij wild en vreemd is, en waarvan ik me afvraag of ik me daaraan zou durven overgeven... Maar je niet overgeven is op lange termijn geen optie. Dus zou ik nu minder dan in 1982 de vrijheid niet meer buiten mezelf zoeken: Ik durf te proberen los te laten in plaats van de gebiedende wijs Laat me vrij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten