In de vroege ochtend loop ik met mijn hond Miep door de velden achter onze boerderij. Ik denk aan de titel van een platform, waar ik een paar jaar geleden een paar keer een column voor schreef. Geluk Centraal. Ik zie de zon naar de hemel stijgen. De zon centraal, denk ik, en dan geluk centraal. Ik mijmer door, Miep is ondertussen vrolijk aan het rondneuzen. Zonder zon geen leven, zonder geluk geen vrede. Maar vrede is, net als leven, allerminst stabiel. De dag, bijvoorbeeld, wordt door de nacht overrompeld, de muis door de kat, het ene leven door het andere leven. Zoals het zonlicht noodzaak is, moet je er niet inkijken, en je er onbeschermd niet te veel aan blootstellen. Dat geldt ook voor geluk, het nastreven is zinloos en leidt onherroepelijk tot het omgekeerde. Al zijn we gelukkig, we willen altijd meer, of beter, we verlangen meer. Want boven geluk worden we geregeerd door verlangen. Verlangen kan vervuld worden, maar bevrediging lijkt een magische beker, die elke keer weer meer behoeft. Zonlicht en ook geluk centraal stellen is uitstekend, zolang we ze maar nooit onbeschermd en dus onbemiddeld (rechtstreeks) nastreven.
Miep en ik op het strand, foto Victorine de Graaf- PetersMiep leeft altijd in het moment, zo lijkt het, en dat werkt aanstekelijk. Hier wandelend in de vroege ochtendzon, kan ik me richten op een werkelijkheid (-2 graden, prachtige late winter/vroege voorjaarsochtend, rijp op het gras en de bladeren). Dit is mijn universum. Is dit geluk? Ja, maar er is ook verlangen. Ik weet dat ik straks weer door de vensters van mijn internet explorer andere werkelijkheden zal aanschouwen, die mijn gedachten en leven op dat moment vasthouden, kapen misschien wel, terwijl Miep naast me in haar mand ligt te dromen. Op mijn sociale media – LinkedIn, de NOS-newssite, WhatsApp en sinds kort Signal – word ik straks onherroepelijk weer bij de “actualiteit” getrokken, van verwarring tussen dictatuur en democratie, of tussen democratie en bureaucratie, of was het nu niet feitelijk technocratie. Maar, denk ik nu we nog heerlijk aan het wandelen zijn om half acht in de ochtend, dit is mijn wereld, die aansluit op de dromen waaruit ik een uur geleden in bed ontwaakte, en de hoogstpersoonlijke gedachten die direct bij het ontwaken in mijn hoofd aanwezig waren. Mijn lief en ik werden wakker van de wekker, en we zeiden praktisch gelijktijdig, we zijn er!
Tijdens de wandeling hield me dat vast. Kan dat, er zijn? Zijn, zonder verlangen naar meer, of anders? Is dat misschien juist de zin van leven, de Cynische Rede, zoals filosoof Peter Sloterdijk het noemde. In het kader van 200 jaar Immanuel Kant's Kritiek van de zuivere rede schreef hij begin jaren 80 dit boek, waarin Cynisch van Kyno (hond) kwam, van het leven in het moment. Het cynisme komt van de oude Grieken, waarin een paar honderd jaar voor Christus bijvoorbeeld Diogenes de keizer van wijsheid had voorzien, en vervolgens in ruil mocht wensen wat hij wilde. Zijn verzoek was kort. Liggend in de zon op het gras, verzocht hij de koning twee stappen opzij te doen, zodat hij van de zon kon genieten.
Zou ik Miep willen zijn? Nu al voel ik de verontwaardiging die ik straks zal voelen, bij het lezen van berichten uit die andere – virtuele – werkelijkheid, met daarin Trump, of onze eigen kortzichtige overwegend rechtse politici. Miep leeft niet met de illusie dat zij de toekomst kan veranderen. Met mij lijkt ongeveer mijn hele sociale netwerk bubbel zich druk te maken om zich uit te spreken. Als vrede niet van de natuur is, en hoewel universeel verlangen onverzadigbaar is, wat mis ik dan?
Miep kijkt me vol vertrouwen aan. André Hazes klinkt in mijn hoofd: Zij gelooft in mij. Ik mis geloof. Weggedrukt door afleiding via ontelbare schermen met doorkijk naar telkens andere informatie-werkelijkheden. Geloof kan verlangen haar wil opleggen. Geloof is willen. Ik denk aan mijn lief, zij laat zich veel minder dan ik afleiden door al die virtuele schreeuwerige werelden. Zij is een blijmoedig mens, zij gelooft in vreugde. Geloof Centraal?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten