vrijdag 26 januari 2018

Componeren van emoties

Kunst/cultuur appelleert aan emotie. Kunst die op grote schaal aanspreekt, verwoordt vaak juist de nieuwe collectieve emoties van dat moment, zoals de Beatles in de jaren 60. Recenter kreeg in Je suis Charlie een gevoel van vreedzame en tegelijkertijd strijdbare verontwaardiging tegenover terrorisme heel kort vat op miljoenen Europeanen. Hoe gaat dit in zijn werkt?

Volgens de psycholoog Paul Ekman zijn er 6 universele expressies van emoties: woede, walging, angst, blijheid, verdriet en verrassing. Juist omdat de gezichtsexpressies bij deze emoties overal ter wereld gelijk lijken, wordt verondersteld dat de onderliggende emoties evolutionair in onze biologie zijn verankerd. De directe koppeling aan (neuro)fysiologische processen wordt dan als oorzaak gezien van de expressie, zoals bij angst de verwijding van de pupillen en bloeddruktoename door de corticosteroïde reactie (HPA-as).

Natuurlijk zijn er veel meer gevoelsbelevingen, zoals onbestemdheid, heimwee, knusheid etc. Dergelijke complexe (dwz samengestelde) emoties vormen de verbinding tussen onze biologische oorsprong en diverse culturele processen. Aristoteles legde meer dan 2000 jaar geleden de basis van deze theorie, en nog steeds is er naar mijn mening geen betere. Volgens Aristoteles zijn de primaire emoties aangeboren, ze vormen de eerste natuur. Maar vervolgens vormt ieder mens tijdens het leven de tweede natuur, die veranderbaar en daarmee veel belangrijker is. De tweede natuur, je cultureel geïntegreerde persoonlijkheid, vorm je door al denkend en handelend te worden wie je wilt zijn, vertrekkend vanuit de primaire emoties die gelden als motivator ofwel brandstof. Als leidraad zijn er de deugden, zoals moed en rechtvaardigheid. Als je moedig wilt zijn kan je door denken en oefenen je angst gebruiken om stapje voor stapje bovenop de angst de moed tot tweede natuur te maken. Hierbij ontstaan tal van nieuwe complexe emoties, zoals eergevoel, respect en hoffelijkheid. De 6 primaire emoties vormen dus een basisalfabet waarmee wij tal van gevoelens kunnen componeren, door denken en cultureel geïntegreerd doen. Aristoteles maakte hiermee ruim baan voor het positieaspect, voor nurture!

Ontsproten uit de primaire emoties, ontstaan en evolueren dus complexe emoties, net als taal, kunst of wetenschap. Complexe emoties produceerden, terugkomend op de inleiding, bijvoorbeeld Beatle-mania en #je-suis-Charlie. Kunst brengt nieuwe emoties tot expressie. Aan het begin van de 20ste eeuw ontstonden in de moderne industriële wereld bv gevoelens als onbestendigheid en verlatenheid, naar mijn mening prachtig verklankt in de opera "Das tote stad" (Erich Korngold, 1920). Later in de twintigste eeuw keren deze emoties terug, nu gecombineerd met een nieuw gevoel van ambiguïteit tussen het hebben en verliezen van controle, bv in de kunst van Basjan Ader en weer later de muziek van metalband Rammstein.

Nieuwe emoties kunnen individueel pijn veroorzaken. En daaraan worden soms psychiatrische diagnoses gekoppeld. Diagnoses die met de emoties ontstaan, belangrijk worden en weer in relevantie afnemen. In de 19de eeuw was hysterische conversie een veel voorkomende respons van vrouwen uit de gegoede (Weense) burgerij op het functioneren in het Victoriaans keurslijf. In de klinieken lagen verlamde patiënten zonder lichamelijke oorzaak. Maar als er brand uitbrak in de kliniek, bleken ze meestal snel weg te kunnen komen. Tegenwoordig komt dit zelden voor (hoewel de somatiforme stoornis als een eigentijdse variant hierop geldt). Net als kunst haar oorsprong (ten dele) vindt in het uitdrukken van emoties, bestaat een deel van de klinische psychologie/psychiatrie in het behandelen van te sterke effecten van (of juist afsluiten voor) de evoluerende emoties.

vrijdag 19 januari 2018

Leren van architecten: de dingen de baas!

Onze relatie met (slimme) technologie is nog jong. Techniek is levenloos en ontwikkelt altijd entropisch. Dat wil zeggen, een apparaat dat eenmaal uit de fabriek komt, krijgt niet zomaar extra functionaliteiten. Naast de verbrandingsmotor waarmee bijvoorbeeld een auto uit de fabriek komt, is niet zomaar op een dag een ander aandrijfsysteem ontwikkeld, bijvoorbeeld een elektromotor. Entropisch wil zeggen dat de mate van complexe samenhang (geordende structuur) afneemt, bv doordat onderdelen stuk gaan.

Een mens en met hem/haar alles wat leeft, ontwikkelt precies omgekeerd: neg-entropisch. Een paard, bijvoorbeeld, leert vanaf een bepaald moment een nieuwe aandrijflijn in te zetten: galop naast de draf. In de ontwikkeling van planten en dieren zijn er talloze momenten van switch (nieuwvorming), bv van stam naar zijtak bij een plant, of van éénwoordzinnen naar complexe zinsstructuur (syntax) bij een mens. We groeien soms letterlijk uit onze huid, jas, of stam. Groeien is noodzakelijk om de nieuwe fase in te gaan. Het niet meer passen, de imperfectie, zet aan tot transformatie. Dit gaat meestal goed, maar kan ook het begin zijn van transformatiefouten, zoals tumorontwikkeling. Of meer onschuldig, het kan blijken dat het op een gegeven moment moeilijk of onmogelijk is om echt moeilijke pianoliteratuur te spelen op een klassieke vleugel met een op een keyboard aangeleerde techniek/vingerzetting met het spelen van boogiewoogie muziek. Met andere woorden, techniek kan onderdeel worden van de ontwikkeling zelf. Daarom is het belangrijk hier goed bij stil te staan.

Hoewel ieder technisch device (auto, huis, etc.) entropisch is, is de ontwikkeling van "dingen" (mensgemaakte devices) neg-entropisch. Auto's ontwikkelden zich in 130 jaar van paard-loze koetsjes tot autonoom rijdende vergaderruimtes. Maar de ontwikkeling (neg-entropy) van dingen berust altijd op mensen (organisch leven). Deels doelgericht, deels toevallig, geleid door behoeften en aanbod. Om de aansluiting te houden op onze veranderende behoeften, ontwikkelen we bv ons huis via verbouwingen. Techniek leeft omdat wij het belevendigen. Dat geldt ook voor smart-Technology, zelfs op een enorme schaal.

Toen lang geleden de landbouwers bestuur en beveiliging nodig hadden, ontstonden de eerste "steden". Eerst als vestingen (kastelen), op logistiek handige plekken. De vereiste verdedigbare schaal bracht voor het eerst het verticaal (gestapelde leeflagen) bouwen. De evolutie van de eerste handel en bestuurscentra naar de moderne metropolen heeft vele duizenden jaren geduurd. Daarbij zijn ook vele doodlopende paden ingeslagen. Net zoals er prachtige steden of stadsdelen zijn, met zeer inspirerende architectuur, waar inwoners (of zelfs bezoekers) tot grote hoogten en inspiratie komen, zijn er ook sloppenwijken en urban-spawn, waar het slechtste in mensen ruim baan krijgt (criminaliteit). Een schaal die niet door mensen bewoond ofwel van leven voorzien kan worden, verdwijnt, omdat de mens de ontwikkeling van dingen draagt. Als je niet kan bijdragen, ben je gevangen in het bouwwerk, denk aan een gevangenis.

Waar de overgang plattelanders naar stedelingen relatief geleidelijk is gegaan, is de overgang van de pen-en-papier generatie naar de digitale generatie revolutionair gegaan. Terwijl ook hier techniek de menselijke ontwikkeling kan faciliteren of juist in de weg kan staan. Mijn punt is dat we te weinig idee hebben welke ontwikkelingen ons en onze kinderen helpen, en welke wellicht juist remmend of zelfs gevaarlijk zijn. Om hier inzicht in te krijgen, zullen goede kaders moeten worden ontwikkeld. Kaders zoals stedenbouwkundigen die hebben, bijvoorbeeld verticaal bouwen boven een bepaalde schaal, zodat de infrastructuur (publiek vervoer, wandel en fietspaden) horizontaal hanteerbaar blijft, om zo het goede en niet het slechte in de gebruikers aan te wakkeren.

Van ontwikkeling weten we wel het een en ander. Menselijke ontwikkeling begint met magisch denken, fantaseren, dromen en opgaan in spannende, nieuwe werkelijkheden. Door diverse ontwikkelingsstappen en groeispurts - transformaties - kan dit uiteindelijk leiden tot (bijna) voltooide levens, vol, inzichten, kunst en vergezichten. Helaas zijn verdriet, gemis en pijn hier onlosmakelijk mee verbonden.

Smartphones en sociale media zijn enorm geliefd. En verslavend! Zijn ze slecht? Absoluut niet zonder meer. Als je met #Stormpoolen thuis komt omdat al het treinverkeer plat ligt, zie je hun potentie! Kunnen ze gevaarlijk zijn? Absoluut! Kinderen kunnen wel degelijk ontwikkelachterstand oplopen, bijvoorbeeld door over-stimulering van korte termijnbeloning en daarmee uitstel of afstel van de ontwikkeling van planning / executieve functies. Maar we blijven mensen en dus neg-entropisch. Ook hieruit kunnen mooie dingen ontstaan. Zijn er uit de sloppenwijken ook niet juist prachtige mensen opgestaan, bv als kunstenaar of wetenschapper? Wat vanuit het ene perspectief achterstand is, is vanuit een nieuw (nog te ontdekken) perspectief wellicht een sprong voorwaarts. Maar laten we wel onderzoeken hoe we de aantrekkingskrachten van sociale mediaplatformen kunnen inrichten zodat we geen "urban spam" krijgen. Facebook niet afzweren, maar transformeren, met elkaar, als echt sociaal medium, net als een stad. Waar niet kan worden bijgedragen, worden we gevangen. In een game, kan je beter worden, competenter, en als in een sport, winnen. Inderdaad blijken sommige games bij te dragen aan de ontwikkeling van de executieve functies. In sociale media kunnen sommige mensen een reputatie opbouwen. Echter, velen verdoen wellicht hun tijd, komen tot stilstand, zitten gevangen, als in een sloppenwijk. Laten we als architecten en stedenbouwkundigen doen en gaan nadenken over schalen, brein en technologie!

 

vrijdag 12 januari 2018

Lector Brain & Technology: De waan van perfectie

Lector Brain & Technology: De waan van perfectie: Mensen hebben elkaar nodig. Volkomen zelfstandig kan niemand overleven. Denk bijvoorbeeld aan overleven in de jungle. Dit zal al snel leide...

De waan van perfectie

Mensen hebben elkaar nodig. Volkomen zelfstandig kan niemand overleven. Denk bijvoorbeeld aan overleven in de jungle. Dit zal al snel leiden tot het volledig worden geregeerd door de almaar dreigende onlusten. Wij hebben elkaar continu nodig. In een plattelandssamenleving bestaat "elkaar" daarbij uit een groep bekenden (de slager, timmerman, dokter, onderwijzer, etc.). In de stad is "elkaar" (grotendeels) een abstractie geworden. Het gevoel van en streven naar autonomie is dan ook illusoir. Verstedelijking en automatisering dragen in aanzienlijke wijze bij aan de "abstrahering" en instandhouding van deze illusie. Immers, in de steden werden we anoniem en delen we soms dezelfde voordeur met meer dan 1000 stadsgenoten, om vervolgens binnen een straal van een kilometer uit tal van winkels te kunnen kiezen om in de eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. 

In de reële wereld hoeven we met bijna niemand meer rekening te houden. We kunnen doen en laten wat we willen, op "onze eigen tijd". Winkels zijn praktisch 24/7 open (dus ook geen continuïteit meer aan de kant van het personeel) en door webshops en internetbankieren werd de ontkoppeling tussen noodzakelijke fysieke verbondenheid en het kunnen voorzien in behoeften nog definitiever. In tegenstelling tot de reële wereld, is het de virtuele wereld waar we nergens meer omheen kunnen. Dankzij de automatisering werken we (groten)deels thuis en worden ook onze collega's meer en meer een abstractie op afstand. Kortom, we neigen ons te begraven in anonimiteit en leven in de illusie dat we autonoom zijn, omdat de Ander geen eenduidig adres en gezicht meer heeft. Een virtuele reflectie. We zijn van iedereen in het algemeen afhankelijk en daarmee niet meer van iemand in het bijzonder.

Een probleem is dat we hiermee de buitenwereld via technisch/ICT en sociale netwerken tegemoet treden. Een vriend wiens verjaardag ik afgelopen weekend bijwoonde, verweet me dat ik sinds ik een blog schrijf veel stiller ben geworden op verjaardagen. Vroeger ging ik de dialoog aan met vrienden en collega's, tegenwoordig is het een monoloog via Google. Via de sociale media staan we onszelf toe in contact te treden met anderen. Contacten aangaan in ons reële bestaan is zoals betoogd, minder noodzakelijk geworden.

Echter, doen alsof is virtueel veel eenvoudiger dan fysiek. Mooi opgemaakt, zorgvuldig geredigeerd, als blogger of vlogger, thuiswerker, of "gewoon" als Facebook gebruiker zwaaien we naar elkaar vanuit onze illusoir perfecte levens. We houden de schijn op dat we perfect zijn. En onze eenzaamheid en verdriet slikken we in. De eerste "officiële" psychologische ziektebeelden zijn inmiddels benoemd: selfitis (iemand die dagelijks meerdere selfies maakt; Balakrishnan & Griffiths, 2017). En bloggers en vloggers lopen een verhoogd risico op een burn-out! Mens en techniek, hand in hand. Imperfecte techniek is irritant, of zelfs gevaarlijk en wordt dus uitgebannen. Maar mensen ontwikkelen zich door fouten, vallen en opstaan en dus door onvoltooid en imperfect te zijn. Door ons te spiegelen aan onze technische hulpmiddelen - techniek is perfect en dus zijn wij dat ook - sluiten we ons meer en meer af, of buiten.

We kanaliseren gevoelens van onbestemdheid door met de vinger te wijzen naar imperfectie ver buiten ons. Als een talentvolle voetballer bijvoorbeeld een hartafwijking heeft en dientengevolge een hartstilstand krijgt (Nouri), moet iemand daar de schuld van krijgen. Heeft die ene medisch specialist 15 jaar geleden wel gezegd dat voetballen een risico was, is de vraag die ik in de casus Nouri serieus in een respectabele krant gesteld zie! De roep om meer regels, zodat dergelijke "misstanden" vermeden kunnen worden, wordt telkens verder opgestuwd. Zijn we op weg naar een risicoloze "brave new World"? Kom op, leven is een risico en het vermijden ervan wellicht nog meer. Nogmaals, wij ontwikkelen ons door risico te nemen en ja, dat gaat meestal goed, maar in tegenstelling tot techniek zit er op geen enkele mens een garantiecertificaat. Laat staan op zijn/haar gedrag!

Nogmaals, mensen hebben elkaar nodig, vooral als het even wat minder gaat. Niet alleen door #trots te posten op de sociale media als we prijzen in de wacht slepen, of gelauwerd worden, maar vooral als we bang zijn, of onzeker. Of ziek. Niet virtueel, maar fysiek elkaar steunen, van mens tot mens. Maar de waan van perfectie misleidt ons niet alleen, ze schreeuwt ook om elke vorm van imperfectie via regels buiten te sluiten. Hiermee sluiten we een voor ontwikkeling noodzakelijk deel van onszelf buiten. Techniek en onze levens zijn dermate verstrengeld, dat we niet kunnen zien dat wij in tegenstelling tot techniek juist in imperfectie groeien, ontwikkelen en mens zijn. Wat een verkeerd advies lijkt, kan later heel goed uitpakken en omgekeerd. Als we perfectie eisen, sluiten we leven buiten. Als de buurvrouw alleen nog een advies mag geven als ze daartoe geaccrediteerd is, is onze illusoire autonomie volledig aan illusoire banden gelegd!


Balakrishnan, J., & Griffiths, M. D. (2017). An Exploratory Study of “Selfitis” and the Development of the Selfitis Behavior Scale. International Journal of Mental Health and Addiction, 1-15.

vrijdag 5 januari 2018

Lean en serendipiteit, twee geloven op één kussen?

Enkele weken geleden betoogde ik dat recruitment tools gebaseerd op machine-leren hooguit werknemers selecteren die perfect aansluiten bij de werknemers die nu al aan het werk zijn. In periodes van verandering (en crisis) is dat, zo betoogde ik, niet voldoende. De Beatles werden bijvoorbeeld afgewezen door Decca, omdat ze niet zouden passen in de richting die popmuziek volgens Decca uitging. Ze sloten dus (nog) niet perfect aan op de succesvolle artiestenportefeuille ("medewerkers") van de popmuziek. Parlophone zag er wel iets in, hoewel anders, en gaf ze ze een kans. De rest is geschiedenis.

Laten we eerlijk zijn. Natuurlijk zijn er waarschijnlijk veel meer momenten dat er behoefte is aan continuïteit dan aan revolutie. Dus zijn genoemde tools wellicht praktisch best inzetbaar. Maar ze zijn gebaseerd op fundamenteel onjuiste aannames, bv dat mensen constant zijn en bedrijven continu ontwikkelen. Echter, er bestaat een wetenschappelijk verantwoorde aanpak om de prestaties van een bedrijf systematisch te verbeteren, de lean methodiek. Hiermee kan de efficiëntie van een bedrijf of onderdeel hiervan systematisch en meestal geleidelijk worden verbeterd. Een mooi voorbeeld is Toyota, die zo bv met relatief lichte materialen onverwoestbare gordels (en andere onderdelen) maakt. Men zegt wel eens dat mooi vakwerk en zelfs kunst bestaat uit 90% transpiratie en 10% inspiratie. Lean gaat volledig over transpiratie. Inspiratie gaat over dromen, toeval, eigenheid en fascinatie. In inspiratie  geeft de mens zich bloot. Transpiratie delen we met dieren en kan geoptimaliseerd worden. Mieren gedragen zich in vele opzichten zeer lean, maar individualiteit is daarbij non-existent. Ook robots kunnen lean werken, en wellicht is de lean methodiek een opmaat naar een refrein met breder ingevoerde robotica. Een mechanischere ijverig samenwerkende mensheid.

Echter, de lean verbeter systematiek staat haaks op nieuwvorming, innovatie, out of the box denken en direct de mogelijkheden benutten van toevallige vondsten (serendipiteit). Lean en eigenheid (genialiteit) gaan vaak niet samen. Sterker, de globale mondiale wereld heeft enorm veel behoefte aan slimme systematiek (lean), maar tegelijkertijd staat de culturele identiteit van bevolkingsgroepen als bron van zingeving onder druk. Dit geeft op diverse schalen conflicten, van zelfdoding tot terreur en van subversieve tegenbewegingen tot afgestompt en fatalistisch gedrag. Echter, transpiratie en inspiratie hoeven niet te vloeken.

De twee lijnen moeten worden gecombineerd. Lean verbeteren, en tegelijk volkomen vrij dromen, experimenteren en innoveren, bv in een innovation space. Dat laatste gebeurt op de R&D afdeling (Research and Development). Echter, vaak worden ook deze afdelingen lean gemaakt en dan gaat het soms helemaal mis. Dan worden multinationals soms aan alle kanten ingehaald door kleine, wendbare nieuwkomers, zoals Kodak. Maar nogmaals, twee methodieken in 1 bedrijf zijn mogelijk en wenselijk. Geïnspireerde ideeën moeten optimaal worden uitgevoerd, anders heb je er net zo weinig aan als aan het omgekeerde. Een idee kan de lean-lijn in zodra het in de vrije speelruimte is ontstaan. Als een product vervolgens niet meer nodig is (markt verzadigd, behoefte eraan verdwenen door een andere oplossing, etc) kan het terug naar het innovatielab.

Beide lijnen verdragen elkaar niet vanzelfsprekend in één biotoop. In de systematiek van psycholoog Carol Graves is lean "blauw" (overal regels en afspraken over, alles structureren) en innoveren "geel" (dromen, onderzoeken, experimenteren). Water en vuur. Daar zit het gevaar. Je kan dromen (inspiratie) niet lean organiseren, net zomin als dat je niet dromend een productielijn kan organiseren. Wel kunnen we van mieren leren zonder ze te worden. In mijn eerdere blog "niet willen discrimineren leidt tot discrimineren", betoogde ik dat neurotypische ontwikkeling een andere methodiek vereist dan neuro-atypische (autistiforme) ontwikkeling. Niet omdat de ene of de andere "soort" verkeerd of juist goed bekabeld zou zijn. Maar omdat iets dat verschillend is dat ook mag zijn. Samenwerken in één bedrijf - 1 wereld - is noodzakelijk. Natuurlijk kan de ene soort de andere definiëren, opsluiten of "opeten". Veel volkomen lean georganiseerde bedrijven halen vernieuwing binnen door jonge nog geïnspireerde start–ups op te eten. Dat is zeker een oplossing. Maar een school moet effectief werken, èn ruimte bieden aan vernieuwing en kan en mag zich dus niet 100% verlaten op lean, of juist op inspiratie (denk aan de kunstopleidingen een halve eeuw geleden). Leren op 1 school, maar in 2 methodieken, de standaard "LEAN" methodiek, en de open innovation methode. Kinderen kunnen kiezen, telkens opnieuw.

In het kort, bedrijven hebben continuïteit nodig. Echter, soms moeten ze razendsnel nieuwe kansen kunnen benutten, en kan continuïteit dodelijk zijn, omdat het de wendbaarheid wegneemt. Denk aan Kodak, die de revolutie (discontinuïteit) van analoge fototechniek naar digitale communicatiemedia fataal werd. Ondanks dat ook Kodak een R&D afdeling had met zeer veel nieuwe, digitale patenten! De kennis was er, maar de massa was te veel Lean, te zwaar geworden. Juist hierom is investeren in een inclusieve organisatie en samenleving - neurotypische meerderheid in harmonie met een neuro-atypische maar relevante minderheid - van belang. Nogmaals, gaan we ontwikkelen? Gaan we het dilemma te lijf?

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...