dinsdag 27 februari 2018

Panta Rhei?


Heraclitus, nee Deborah!

https://https://youtu.be/RgIVgBjUN-k 

Alles is proces, niets is blijvend, zelfs niet als je zou willen dat dat niet zo is. Voor deze gelegenheid gebruik ik voor de tweede keer  mijn blog voor mijn dochter, omdat de omstandigheden buitengewoon zijn en omdat ik het een indrukwekkende muzikale (en filmische) "uitdrukking" (prestatie) vind!

vrijdag 23 februari 2018

Wij hebben onszelf in de tang

In de krant las ik dat op 1 dag 3 burgemeesters zijn afgetreden, alle 3 omdat hun positie onhoudbaar was geworden. De redenen doorlezend - een opgepoetst CV, een misplaatste flirt en een te hoge kilometerdeclaratie - besef ik dat tegenwoordig slechts een heilige bestuurder kan blijven. Op de sociale media worden de mannen en vrouw uitgejouwd en door het slijk gehaald. Wat is dat toch, dat politici op voorhand gewantrouwd worden? Zodra een politiek bestuurder leiderschap vertoont spreekt Jan Publiek van "leugenaars en boevenbendes" Totdat er iemand in zo'n functie echt te kwader trouw is en populisme kiest om te manipuleren. Dan blijken hele volksstammen massaal overstag te gaan: "eindelijk iemand die voor de gewone man op komt, of die durft te zeggen waar het op staat".

De speelruimte van politici is buitengewoon klein in een door Ngo’s, multinationals en (internationale) verdragen geglobaliseerde wereld. Het is vooral keihard werken. De macht die men heeft is in ieder geval grotendeels illusoir. Politieke kleur - links, midden of rechts - doet er veel minder toe dan wij (het "publiek") geloven en de partijprogramma's doen geloven. Wellicht begint daar het "bedrog": de partijpolitieke propaganda houdt de illusie in stand dat politiek nog steeds de speelruimte van weleer heeft. Zoals in de tijd dat macht nog gecentraliseerd was (oude macht, volgens Foucault). Moderne macht is continu aanwezig en niet gecentraliseerd en bovendien nauwelijks politiek, maar vooral technologisch/wetenschappelijk/commercieel/ideëel, zoals ik vorige week betoogde. Hierdoor zijn de "verkiezingsbeloften" in feite grootspraak en dus al op voorhand gesneuveld. Daar kan niemand iets aan doen, hooguit de marketingmachines die overigens uitingen zijn van moderne macht. Ze hebben onze wereld (politiek, commercie, zorg en onderwijs) stevig in de tang. Ze houden een romantisch beeld van politieke macht in stand die  aan de partijen gekoppeld is. Echter, politieke kleur is ondergeschikt geworden aan de individuele eigenschappen van de betreffende bestuurder. Op de eerste plaats moet een politicus beschikken over zelfopoffering, gevolgd door een onuitputtelijke hoeveelheid energie, optimisme, een sterk gestel, en tenslotte, een goed verstand en uitstekende sociale vaardigheden. Dit geldt voor al onze bestuurders.

Zet politici tegenover sporters (bv voetballers) en popsterren en alles lijkt omgekeerd. Laatstgenoemden kunnen zich behoorlijk misdragen, alles wordt ze op voorhand vergeven indien ze het “kunstje” waar ze geliefd om zijn (dat tamelijk arbitrair is, maar dat terzijde) goed blijven doen. Toen rapper Boef enkele weken geleden de meest vreselijke dingen zei over vrouwen, waren er radiozenders die zijn liedjes niet meer wilden draaien. Maar andere Deejays vonden dat zijn muziek zo “keigoed” was, dat ze geen boycot accepteerden. De criteria waaraan een popster moet voldoen zijn opgebouwd uit toeval ("being at the right time at the right place"). Belangrijker, het publiek begrijpt de regels van het spel. Terwijl het ook als amusement gepresenteerd wordt door de media en campagnes, zijn de regels van het politieke "spel" dermate complex, dat het publiek er feitelijk weinig mee kan. Een gesimplificeerde versie wordt begrepen en publiekelijk breed uitgemeten, met als hoofd ingrediënten onbegrip voor wat ons eigenbelang niet direct bevredigd, onbegrip voor de noodzaak van consensus en uitvergroting van schandalen. In deze gesimplificeerde versie is er ook geen begrip voor dat politiek keuzes maken betreft en dat individuele stemmers dus regelmatig worden teleurgesteld ('not in my backyard’). Wat men wel begrijpt is dat iemand moet aftreden na bijvoorbeeld nepnieuws, of een misplaatste flirt. Het spel van onbegrip en verontwaardiging wordt dan ook lustig gespeeld en mag op continue media aandacht rekenen. Een politicus mag nooit op de vergevingsgezindheid rekenen die voor een sport- op popster gebruikelijk is*. Of het moet Trump of Berlusconi zijn, of nog erger, de roemruchte populisten uit het recente verleden…

Niet alleen dichten we politici controle en oude macht toe en begrijpen we hun complexe spel niet, dat als amusement aan ons wordt gepresenteerd. Ook kunnen de regels en voorschriften van politici ons echt raken (in tegenstelling tot sporters en popmusici; denk aan niet meer in de kroeg mogen roken, of niet meer met een dieselmotor in het centrum van de stad mogen komen). Daarnaast zien wij de geschiedenis nog steeds als te danken aan grote namen. Met andere woorden, wij laten ons voeden met het idee dat bekende sterren en politici de wereld maken zoals wij die kennen. Echter, geschiedenis is zeker zo sterk bepaald door positie (situatedness) als door predispositie, zo weten we nu.

Als publiek reageren we op entertainment vooral vanuit wat Kahneman systeem 1 noemt: emotioneel. In de arena van de (sociale) media zijn politiek en (ander) entertainment onze brood en spelen. Maar we hebben onvoldoende door dat de wereld is veranderd, dat we aan de halsband lopen van bijvoorbeeld de hightech industrie, dat de multinationale hightech reuzen (en in hun kielzog wetenschap en entertainment) een continue macht over ons uitoefenen, die wij notabene met al onze spaarcenten onderhouden. Wij leven op de pof voor dure auto’s, beeldschermen en de nieuwste smart-technology. Deze technology registreert voortdurend wat we doen, waar we zijn, hoelang we winkelen, etc. Niet de politieke bestuurders hebben ons in de tang, wij (de massa) hebben ons zelf in de tang. Kierkegaard stelde het al vast. Niet de politici, maar de massa is de leugen!

* Volgens breinonderzoek is ons brein is enorm doorontwikkeld dankzij het vermogen te roddelen en liegen.

vrijdag 16 februari 2018

Normaal of niet normaal, is dat de vraag?

Normaal of niet normaal, dat is de mores! Iets is normaal als het zich bevindt tussen 1 standaardafwijking onder en boven het gemiddelde. Daarbuiten is iets afwijkend, een stoornis of ziekte, of juist talent of gave. Volgens filosoof Michel Foucault (1926-1984) zijn normaalverdelingen instrumenten van de moderne beheersingstechnologie. De beheersingstechnologie ontstond in de architectuur, toen Jeremy Bentham in 1791 het panopticum bedacht, de koepelgevangenis. Gevangenen zaten in individuele cellen en konden vanuit het midden van het cirkelvormige complex continu door een cipier in de gaten worden gehouden. De geïsoleerde individuen werden zichtbaar gemaakt voor de corrigerende macht (denk aan Veenhuizen, het Pauperparadijs: Arbeid Adelt). Hiermee ontstond volgens Foucault de moderne macht, die continu aanwezig is en dus niet is gecentraliseerd, zoals de oude macht van vorsten en regenten. Om te begrijpen dat de mens-wetenschappelijke machtsconstructies hierop zijn gebouwd - stoornissen en risico's zijn zeker net zo zeer geproduceerd als "ontdekt" - eerst iets over normaalverdelingen.

Het concept normaal hangt samen met twee wiskundige concepten: de normaalverdeling en de centrale limietstelling. Mensen bezitten eigenschappen - variabelen - in een oneindige aantal. Verreweg de meeste eigenschappen zullen we nooit kennen. Ze doen er voor onze alledaagse werkelijkheid ook niet toe. Echter, via onze kennissystemen - waarneming en denken - transformeren we het oneindig aantal eigenschappen in een eindig aantal kenmerken (dus kennis): lengte, gewicht, intelligentie, vriendelijkheid, rijkdom, kracht, moed, talent in gebieden x1 tot xn enz.

De centrale limietstelling stelt dat de som van een groot aantal onderling onafhankelijke variabelen met een eindige spreiding - variantie - opnieuw een normaalverdeling vormt. Denk bij een normaalverdeling aan een klassieke schoorsteenklok, die in het midden het hoogst is en aan de linker- en rechterkant begint en eindigt. Indien je het oppervlak onder de curve in gelijke verticale kolommen zou meten, wordt ze van klein naar maximaal halverwege naar weer klein. Het hoogste punt - het gemiddelde - en grootste oppervlakte (68% in de zone rond het gemiddelde) zit halverwege. Zo'n verdeling is dus kenbaar. En aangezien bijna alles, hoe arbitrair ook, normaal verdeeld is (als er maar voldoende metingen gedaan worden), genereert het kennen van deze verdeling kennis van onze wereld. De lengte van bomen, grassprieten, mensen, of de leeftijd van bewoners van een bepaalde stad, of land, zodra je het gemiddelde en de variantie kent, is de verdeling kenbaar. Dat wil zeggen dat 68% van de mensen tussen 1 standaard afwijking onder en boven het gemiddelde zit. Zij zijn dus normaal. Wie erboven zit is knap, of groot. Ook volkomen arbitraire bij elkaar opgetelde eigenschappen zijn te vangen in een normaalverdeling. Merk op dat ethische etiketten zoals rechtvaardigheid geen eigenschappen van de verdeling zijn: als iets normaal verdeeld is heeft een kleine groep bijna alles, of bijna niks en de massa behoort tot de middelmaat.

Als het om rijkdom gaat, geldt uiteraard dezelfde verdeling. Hieruit kan dan weer worden afgeleid dat bijvoorbeeld de 1% rijkste mensen meer bezitten dan alle andere mensen samen. Vul voor rijkdom een willekeurige andere eigenschap in (pech, ellende) en de verdelingen kunnen opnieuw gemaakt worden*. In feite is dit "spel" van verdelingen rond toegekende eigenschappen een eigen leven gaan leiden, waaraan bijvoorbeeld de menswetenschappen hun positie en macht minstens ten dele ontlenen. Het beeld van de gezonde, normale mens wordt geproduceerd ten koste van iedereen die daar van afwijkt. En juist deze moderne macht is overal aanwezig, in de leefstijlbladen, in het onderwijs, in de psychologie, in de Cito scores en in de verzekeringspremies. De normaalverdeling produceert kennis produceert macht, als  in Orwell's 1984, waarin Big Brother (dr. Psych) helpt weer normaal te worden of doen via een ondoorzichtige maar altijd aanwezig macht.

Zodra je geboren bent, wordt je in rijen en verdelingen geplaatst en daarmee gekend. Meestal zit je ergens in de 68% marge rond het midden van de normaalverdeling. Net als in de koepelarchitectuur uit de inleiding is er geen ontsnappen mogelijk, je bent normaal, of abnormaal. Juist omdat de normaalverdelingen (standaarden) door iedereen individueel zijn geïnternaliseerd, zijn we allemaal onderdanig aan deze verdelingen. En als je net als in de koepelinrichting van Bentham altijd gezien kan worden, maar nooit weet wanneer er gekeken wordt en je aangesproken wordt in de cellen van je individuele bestaan, heeft verzet geen zin. Anders dan de gevangenen van weleer zijn wij onze eigen en elkaars cipiers: we weten direct wanneer we te dik zijn, of te veel drinken, of ergens te oud voor zijn geworden. We spreken elkaar mi hier ook steeds onbeschaamder op aan, met name via de sociale media. Vergelijk een flitspaal met oude macht, die ontweken kan worden, en trajectcontroles met moderne macht: ontsnappen kan niet.

Menswetenschappen zijn zeker niet waardevrij. Integendeel. Ze verzwijgen meestal dat de verdelingen artefacten zijn van de mathematische beschrijvingen van eigenschappen en dat ieder mens ook beschreven kan worden in eigenschappen waarin hij/zij behoort tot de absolute top (of minimum, ik moet eerlijk zijn). Toegegeven, waarschijnlijk vindt de mensheid op dit moment al die zaken niet relevant waarin jij een topper bent. Maar neuro-atypisch, of rijk, of intelligent zijn (volgens een IQ test), is in laatste instantie ook arbitrair.

Wat niet arbitrair is, is dat we nu ook via digitale surveillance altijd bekeken worden en aan virtuele verdelingen worden toegekend, waarop grond van onze behoeften ook voor adverteerders en dienstverleners zichtbaar worden. Er is geen ontsnappen aan. Geslacht, gewicht en interesse in mode geeft ontvankelijkheid voor afslankpillen en sportschool. Maar psychologen en psychiaters die hun eigen standaarden en  stoornissen creëren via normaalverdelingen en afwijkingen daarvan, zijn niet veel wetenschappelijker dan de sjamanen van weleer!

*in de Volkskrant van 13 december jl. stond een artikel Waarom zijn zoveel mensen arm, en maar zo weinigen rijk? Simpel: het is een natuurwet met daarin een uitleg van de vondst die volgens de krant bijna onopgemerkt was gebleven van Marten Scheffer en Bas van Bavel over dat in de natuur extremen ongelijk (lees normaal) verdeeld zijn. Dat verbaast mij dan weer, de centrale limietstelling is al zeker 150 jaar volkomen bekend en Foucault schreef hierover in de vorige eeuw boeken vol.

vrijdag 9 februari 2018

Bio- en techno-deterministische praatjesmakers

Al sinds mensenheugenis is in onze samenleving een volwassen mens verantwoordelijk voor zijn/haar eigen daden. Ons rechtssysteem is hierop gebaseerd. Iedereen weet dit. Als iemand bijvoorbeeld de verkeersregels overtreedt, brengt dat ons meteen in beroering, al is het door iemand in stilte een asociale idioot te noemen. Echter, uit neuropsychologisch onderzoek komt naar voren dat mensen vaak beslissen op grond van iets anders dan ze denken. Bijvoorbeeld een topkeeper zegt de bal vanaf de penaltystip te zien aankomen en dan te kiezen welke kant op te duiken. Onmogelijk, zo is uit breinonderzoek gebleken; de tijd om het beeld van de bal te verwerken en daar de motorische output op te baseren is te kort. In praktijk blijkt de positie van het standbeen en de kijkrichting van de penalty schieter bepalend te zijn voor de duikrichting van de keeper. Bio-deterministen stellen dat de menselijke vrijheid sterk wordt bepaald door biologische structuren, vooral het brein. Een paar titels van populair wetenschappelijke boeken: "Wij zijn ons brein" en "De vrije wil bestaat niet". Als bijvoorbeeld een verkeershufter ons op de snelweg aan de verkeerde kant inhaalt, is er activiteit in nucleus caudatus voordat we ons boos voelen. Echter, het feit dat we niet altijd weten op welke aspecten we onze keuzes baseren, betekent niet dat we niets te kiezen hebben. De keeper, bijvoorbeeld, kan ook niets doen, of altijd naar dezelfde kant springen, etc. Feitelijk is dit dus niet een argument dat er geen vrije wil bestaat. Toch is deze manier van redeneren niet alleen naïef, maar wel degelijk in potentie gevaarlijk. Waarom?

Het verleidt mensen ertoe om iemand die afwijkend gedrag laat zien van tweede tot derde persoon te "verheffen". We hoeven dan niet met, maar "slechts" over iemand te praten. In feite is dit wat de "klassieke" psychiatrie al eeuwenlang doet. En natuurlijk zijn sommige mensen niet toerekeningsvatbaar, bijvoorbeeld ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking. Ook kinderen worden nog niet volledig verantwoordelijk gesteld voor hun daden. Maar als iemand langdurig verdrietig is en het leven niet meer wil, kan hij/zij bij een psychiater een oorzaak halen (diagnose depressie, bijvoorbeeld). Vervolgens wordt de dokter hiermee verantwoordelijk voor de behandeling/genezing. Als dat dan niet lukt, dan mag de dokter desgewenst ook de ziekte met de persoon doen laten verdwijnen (euthanasie). Deze manier van denken, afwijkend gedrag is een indicatie van een stoornis, een ziekte, waaraan iemand lijdt en die in potentie door een goede dokter behandeld moet kunnen worden, kan toegepast worden op elke stoornis die je kan bedenken. Maar - en daar wordt het nog gevaarlijker - ook op iedere religieuze, politieke, artistieke uiting of overtuiging die we niet begrijpen. Het zal wel in het brein zitten, is er een dokter in de zaal?

De wereld wordt door veel futurologen voorgesteld als eenduidig op weg in 1 richting: een technologische heilstaat waarin de mens maximaal door smart Technology wordt ondersteund en ontlast (lastige en foutgevoelige taken worden door slimme techniek van ons afgenomen). De heilstaat gloort aan de horizon, als het goud aan het eind van de regenboog. Maar techniek dicteert en globaliseert. Het risico in zo'n wereld is dat we allemaal aan elkaar gelijk worden. Wie hierin toch een afwijkende eigen weg zoekt, loopt het risico derde persoon te worden, iemand waar niet mee maar over gesproken wordt. En daar komt het biologisch determinisme weer mooi van pas: Vast iets in het brein van deze persoon. Nogmaals, is er een dokter in de zaal?

Waarom wordt het zo weinig gezegd: we zijn niet op weg naar een technologische heilstaat. Mensen hebben om mens te kunnen zijn niet per se smart technologie nodig. Ontwikkeling is niet eenduidig van slecht naar beter, veel oplossingen die beter leken bleken achteraf enorme schaduwzijden te bezitten, die uiteraard van te voren niet zichtbaar waren. Mensen hebben een vrije wil, en zijn hiermee verantwoordelijk voor hun eigen daden en keuzes. Uitzonderingen hierop zijn zeer uitzonderlijk. Nogmaals, al kiezen we op grond van andere zaken dan we denken, het blijven onze keuzes. Stel je voor dat we het principe loslaten van eigen verantwoordelijkheid, dat aan ons rechtssysteem ten grondslag ligt. We zouden gegarandeerd in een afschuwelijke dystopie terechtkomen. Een auto rijdt niet zonder motor, maar in de motor ligt niet het doel van de rit verankerd. Zolang we afgerekend worden op wat we in de wereld doen of laten, op tijd weglopen bij een conflict, bijvoorbeeld, zijn wij niet ons brein, en zullen we het met onze vrije wil moeten blijven doen. Wij zijn de essentie van ons eigen leven, en kunnen dat niet uitbesteden, niet aan technologie en niet aan bio-deterministen.

vrijdag 2 februari 2018

Neurotypische Spectrum Stoornis: NSS

Afgelopen zaterdagavond om 21:00 uur sprak ik op het Kopfestival in het Burgerweeshuis in Deventer. Over hoe we met inzichten uit de moderne fysica en neurowetenschap verliefd worden en andere vormen van (tijdelijk) radicaliseren kunnen begrijpen. Vanuit een neurotypisch ("normaal") perspectief, zo is me meerdere keren te kennen gegeven, valt het niet altijd mee mijn gedachtengang te volgen en de formele systemen te begrijpen en toe te passen op zoiets schijnbaar alledaags als verliefd worden. Maar ik heb ondertussen wat ervaring, en het publiek volgt me geduldig.

Tijdens mijn lezing denk ik na over een parallel lezing door een psychiater in een andere zaal over of autisme een stoornis of een andersheid is. Ironisch, denk ik. Af en toe word ik als "ervaringsdeskundige" gevraagd om iets over "onze" andere manier van denken te vertellen, waarbij ik steevast tracht te laten zien dat autistiform, of liever, neuro-atypisch niet a-priori een stoornis is, maar slechts een andersheid. Ik vertel dan dat veel out of the box inzichten juist een andere manier van denken en oriëntatie vereisen. Nu toon ik (hoop ik) dergelijke inzichten, terwijl een psychiater/filosoof op hetzelfde moment spreekt over autisme. Gaat hij uit van een stoornis of andersheid, denk ik. Luistert mijn publiek nu naar een gestoorde, of niet? Even denk ik aan Schrödingers kat (dood en tegelijk levend) en ik glimlach.

Mijn verhaal loopt door, met humor waar gelukkig om gelachen wordt, probeer ik mijn aandacht te focussen op mijn lezing, maar mijn hoofd is in de andere zaal. Een timmerman ziet alleen maar verbindingen en een psychiater alleen maar stoornissen, denk ik. Een kwestie van framing, de lijst bepaalt tot op grote hoogte de waarde van het schilderij. Als ik spreek over dynamische systemen en gekoppelde differentiaalvergelijkingen zie ik de mensen schrikken. Gauw maak ik een grapje dat je geen nerd of autist hoeft te zijn om mijn betoog te volgen, waarmee ik de andere zaal integreer in het hier en nu. Ineens schiet het door mijn hoofd: NSS! Neurotypische Spectrum Stoornis. Weer glimlach ik, en besef dat die onverklaarbare glimlachen voor mijn publiek mij waarschijnlijk tot een malle clown aan het maken zijn. Maar de parallelsessie in mijn hoofd gaat door, naarstig zoek ik de denkbeeldige DSM5 criteria:

NSS, incidentie 5 van de 10 mensen, slechts 3 op de 100 zijn volledig uitgesloten (zij hebben namelijk ASS): Verminderd vermogen tot het verkrijgen van één of meerdere preoccupaties, laat staan er in opgaan; Angst voor formeel redeneren, voorkeur voor smalltalk; Oppervlakkige kennis van alles in het algemeen, verminderd vermogen tot specifieke expertise; Illusie van normaal; Collectieve framing van andersheid als abnormaal of pathologisch; Illusie van controle... 

Dan steekt de zaalvoorzitter zijn hand op: nog 5 minuten. Acuut stop ik met dit tweede spoor. Ik ben niet gek, ik moet nu zorgen dat alle lijntjes bij elkaar komen en mijn boodschap overkomt. Het publiek geeft een groot applaus, en ik besef dat men eigenlijk heel tolerant is geweest. Uit de zaal komen diverse reacties, en men vindt deze andere manier van kijken erg inspirerend. Kom op, zeg ik tegen mezelf, laten we stoppen met die etiketten! Gelijk oversteken: ik geen ASS, zij geen NSS. Een diverse wereld is mooi, een wereld zonder framing.

Ik denk aan de angst van het publiek voor formeel redeneren. Onbegrijpelijk. Zelf ervaar ik rust in formele systemen. Als daarentegen een aspect (bv ongeregelde omgang met onbekenden) slechts voor een kleine groep personen (ASS) beangstigend is, terwijl het dat niet is voor de meerderheid, is dit logischerwijs niet collectief beheersbaar gemaakt. Die persoon moet het zelf regelen, autonoom, met als risico dat zo'n angst zelfversterkend in plaats van herkend en begrepen wordt door de anderen. Dan ontstaat een autistisch spectrum handicap (ASH) en is snelle diagnostiek en hulp geboden, vooral in onderwijs en opvoeding, omdat anders disfunctionele cognitieve en gedragspatronen kunnen inslijten, met levenslange consequenties.

Als ik het Burgerweeshuis verlaat ben ik overtuigd van de eenheid van de mens, autistiform en neurotypisch, wat een geweldig publiek heb ik gehad. Om 22:00 uur rijd ik door de regen terug naar Groningen. Kan een mens door een neurowetenschapper geholpen worden zijn vrijheid of verantwoordelijkheid over het hoofd te zien? In tegenstelling tot Swaab - Wij zijn ons brein - is mijn antwoord volmondig nee! Maar soms voelt het comfortabel te mogen leunen op de schouders van de neurotypsiche medemens, die instinctief omgangsvormen en relaties beheert waar ik me soms een vreemdeling zonder kaart voel. Schrödinger's kat spint in mijn hoofd vrolijk mee met het geluid van de ruitenwisser op de verlaten weg langs Raalte. Een aandoening of talent kan ons nooit ontslaan van het verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen leven. Na anderhalf uur kom ik thuis met het besef dat etiketten niet helpen; er is nog minder reden om van ASS te spreken dan van NSS, terwijl NSS niet eens bestaat...

Ik ben er weer!

Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...