vrijdag 27 april 2018

Stemvork!

Soms droom ik dat ik er na het wegrijden achter kom dat de wegennet beheerder s'nachts alle borden en tekens heeft veranderd. Het voorrangsbord betekent dan bijvoorbeeld stoppen. Haaientanden staan overal waar je juist mag doorrijden. Auto-onderdelen en ziekenhuisbedden zouden, zo vrees ik, snel "uitverkocht" zijn.

Sinds ik een smartphone heb, heb ik een stemtoon in een app - Guitartuner -  die een prachtige A van 440Hz laat horen. Hiermee stem ik altijd en overal mijn gitaar (of bas). Kortom, het is een handig stukje gereedschap. Er zijn ook stemapparaten op de markt die je op de kop van de gitaar zet. Ze geven aan of een snaar de juiste toon produceert. Je eigen gehoor wordt hierbij buiten spel gezet, en het is zeker niet precies genoeg, omdat stemming afhankelijk is van veel meer factoren dan alleen de losse snaren, maar dat terzijde. Nu ben ik altijd al erg voorzichtig met het doen van updates van mijn apps (meestal sla ik ze consequent over), maar nu sta ik in de studio voor de opname van een nieuwe CD met mijn lief en een paar vrienden, als ik er achter kom dat mijn digitale stemvork is ge-update tot een perfect werkende chromatisch stemapparaat, maar zonder stemvork. De oren van de muzikant zijn dus nu volledig buiten spel gezet.

Zo heb je iets, zo ben je het kwijt. Digitale techniek is prachtig, maar helaas enorm onbetrouwbaar. Stel je voor, je komt na een nacht heerlijk geslapen te hebben bij je auto, en het rempedaal zit rechts en het gaspedaal links. Een update, met vriendelijke groeten van Volkswagen. Of dat de fabrikant van je piano - bijvoorbeeld Steinway of Grotrian Steinweg -vannacht heeft besloten een update te doen, waarmee de toetsen nu precies anders om zitten: rechts de bassen en links de hoge tonen. Natuurlijk gebeurt dat niet, hoor ik u zeggen. Waarom gebeurt dit dan vrijwel continu bij updates van apps?

Handige stukjes gereedschap worden door mensen geassimileerd in hun handeling-repertoire. Tijdens het ermee leren werken past een mens zich aan aan de mogelijkheden en grenzen van zo'n gereedschap en uiteindelijk ontstaat meesterschap. Als het gereedschap voortdurend verandert, verdwijnt het meesterschap naar de achtergrond. De techniek zelf staat centraal. Natuurlijk kan het didactisch heel goed zijn om eens een gereedschap andersom te gebruiken, om eens met de niet dominante hand te tennissen, of de hockeystick andersom te hanteren. Vanuit de disruptie die dit hiermee oproept, kan soms een "doorbraak" geforceerd worden in het "normale" gebruik. Maar duurzame ontwikkeling is feitelijk onmogelijk als de houdbaarheid van een tool of van een voor jou relevant aspect daarvan bij iedere update van de app een vraagteken is geworden.

Mijn gemopper over het ontbreken van een goede stemtoon doet de sfeer bij de opnames geen goed. Zo goed en kwaad als het gaat, stem ik op de opnames van vorige week zaterdag en besluit in de pauze naar de muziekwinkel te gaan. Ik wil een gewone, ouderwetse stemvork. U raadt het al: uitverkocht!

vrijdag 20 april 2018

Recalcitrant!

“You only live once, and the way I live, once is enough.” (Frank Sinatra)

Na een heerlijk concert door studenten van het Prins Claus Conservatorium, loop ik vanaf de Oosterpoort met een van mijn dochters rond middernacht naar huis. Amerikaanse muziek, Bernstein en Gershwin. Thuis nog even een Sinatra luisteren. Van leven ga je dood, maar het leven is verdomd mooi: “You only live once, and the way I live, once is enough.” (Frank Sinatra). Hij heeft een punt. Zie het als een onderzoek. De "onderzoeksgroep" bestaat uit de 106 miljard mensen die vanaf het ontstaan van de mensheid hebben geleefd met daarvan afgetrokken alle mensen die nu nog leven. En het slechte nieuws is, het maakt niet uit wat je doet, fitness, leven in een klooster, als kettingroker of als geheelonthouder; de dood is het onontkomelijke resultaat van leven. Met mijn vrouw drink ik dan nog maar een glas wijn, en we gaan naar bed.

Uit mijn slaap gehouden door de oosters klinkende klanken uit de "homo" kroeg aan de overkant - homo, ik ben er op gaan letten en heb er nog nooit een vrouw binnen gezien - besef ik dat niets is wat het lijkt. De macho's aan de overkant hebben niets met homo's. De homoseksuelen onder mijn dierbaarste vrienden beoordelen juist niet op geslacht en denken dus hetero. Op de wc lees ik snel in dit nachtelijk uur in het blaadje van Eigen Huis dat we moeten uitkijken met koken in huis. Nu mensen niet meer binnen roken, is koken de nummer 1 onder de fijnstof leveranciers. En net als roken, is fijnstof dodelijk.

Vrijdagochtend vroeg plaats ik mijn wat technische blog over logica. Op de NOS app lees ik: "drinken slecht voor de gezondheid, beter helemaal stoppen". Ik denk terug aan Sinatra en denk "leven slecht voor gezondheid, beter helemaal stoppen". Ik download het onderzoeksartikel en zie dat er 600.000 mensen nodig waren om een klein maar significant effect aan te tonen bij meer dan 1 glas alcohol per dag. Mooi denk ik, mijn blog over logica net geplaatst hebbend, dan is eindelijk bewezen dat mensen rustig anderhalve fles wijn per persoon per week kunnen drinken, zonder enig gevolg. Want met 600.000 man is zo'n beetje ieder miniem effect aantoonbaar. Maar uiteraard wordt deze falsificatieconclusie niet getrokken. Populisme en relnichterij zijn veel te leuk, ook voor journalisten en wetenschappers!

Niets is wat het lijkt. Als je beter kijkt, is iets toch net weer iets, of soms zelfs geheel anders dan we dachten. Enkele jaren geleden kwamen de resultaten naar buiten van een enorm grote studie naar de intellectuele ontwikkeling van kinderen over een groot aantal jaren. Het bleek toen dat kinderen van "oudere vaders" (10 jaar of meer leeftijdsverschil met de moeder) een significant lager IQ hadden. Het onderzoek was in de jaren 50 begonnen. In die tijd was het datingsgedrag heel anders dan nu. Mensen verloofden op jonge leeftijd, de man was gemiddeld 2 jaar ouder dan de vrouw en bij de meeste stellen was de huwelijksnacht het startsein voor een gezin (Sinatra was ongelooflijk frivool). Als een man 10 jaar of meer ouder was dan zijn vrouw, had dat ruw genomen 2 redenen: (1) hij was machtig en rijk en dus aantrekkelijk voor de aantrekkelijkste vrouwen, of (2) hij was slechts aantrekkelijk voor de vrouwen die dreigden "over te blijven" (toen oude vrijster genoemd) en geen betere konden krijgen. Het lager IQ was overigens slechts 1 IQ punt, dus betekenisloos op individueel niveau (want aanzienlijk kleiner dan de standaard meetfout).

Wat zegt zo'n significant maar onbeduidend verschil? Nog minder dan een populistische schreeuwer in de politiek. Maar bij hele grote getallen komt zelfs het kleinste verschil boven water. Kennelijk werd het leeftijdsverschil iets vaker bepaald door vrouwen die soms zelf (biologisch/genetisch) iets minder aantrekkelijk waren en met "biologisch" eveneens ietwat "inferieure" mannen voortplanten, dan door lady Universe vrouwen die een machtige man schaakten. Maar het leeftijdsverschil argument zelf en de leeftijd van de man als oorzaak, is natuurlijk onzin.

Op zaterdag gaat mijn jongste zoon werken. Hij vertelt me dat de opbrengsten van alcohol veel lager zijn dan de kosten. Hij krijgt de wind van voren. De illusie dat we alles in kosten-baten plaatjes kunnen stoppen. Dat voor 600.000 mensen alles precies hetzelfde is, en het leven zich hetzelfde laat reguleren. Waarschijnlijk zijn er bijvoorbeeld 100.000 mensen die juist 3 jaar langer leven, omdat ze met de alcohol de stress aanzienlijk beter kunnen reguleren. Als er dan ook 100.000 mensen 3,5 jaar korter leven, omdat ze de alcohol net iets slechter kunnen verwerken, is het significante verschil al verklaard. Wat voor de ene mens goed is, is voor de ander slecht en omgekeerd, en dit kent subtiliteiten die tamelijk extreem kunnen worden. Populisten walsen daar overheen, maar wetenschappers toch niet? Zonder alcohol zouden vele deals tussen verschillende landen en culturen niet tot stand zijn gekomen, en zou de economie volstrekt anders draaien. De mens is als apensoort uniek vanwege het vermogen tot samenwerken en coalities sluiten met onbekenden, en alcohol speelt hierbij als "vredespijp" sinds mensenheugenis een grote rol. Mijn zoon, een meester in het debat, lacht vriendelijk, en merkt op dat ik recalcitrant ben. Vrolijk lachend gaat hij de deur uit, en merkt met een knipoog op dat je van leven dood gaat. Hij heeft gelijk, volgende week ben ik weer ernstig!

vrijdag 13 april 2018

Een argument is meer dan slechts een opinie!

Al vele decennia zijn de sociale wetenschappen in de ban van de statistische methode. Op zich is er niets mis met deze methode, maar een serieus bijeffect van een grote fixatie op enquêtes, likertscales en normaalverdelingen is dat het argument nogal eens vooral als opinie wordt gezien en dus niet of nauwelijks als wetenschap. En dat terwijl de wetenschap waar de statische (kwantitatieve) methode aan wordt ontleend, de wiskunde, juist volledig op het argument is gebaseerd. Wat is er aan de hand?

Een mooi voorbeeld is in mijn blog vorige week terzijde langsgekomen. Een psychologieprofessor (Angela Duckworth) doet onderzoek naar talent en onderzoekt de hypothese dat iedereen binnen normale fysieke, cognitieve en neurologische grenzen in staat is een top talent te worden. Ze stelt dat de "grit" factor (zéér veel oefening en motivatie) altijd aan de basis van toptalenten ligt. Als x, dan y (x -> y). Als mensen hard oefenen, en in eerste instantie een ambitieuze ouder/leraar hebben, wordt een vaardigheid ontwikkeld. De professor verifieerde haar hypothese door een aanzienlijk aantal toppers te "testen". Vervolgens blijkt dat ze allemaal heel veel geoefend hebben, vooral onder aanvankelijk externe motivatie. Zelfs Mozart "past" in het schema: voordat vader Mozart zijn wonderkind aan de wereld toont, heeft hij al tientallen uren oefening gehad. De statistische analyses zijn zonder meer foutloos uitgevoerd, en niet voor niets zijn de resultaten onder andere geplaatst in hoog aangeschreven tijdschriften.

Argumenteren kan altijd worden teruggevoerd op vier afleidingen, twee juiste, en twee onjuiste. De in het talentonderzoek gebruikte afleiding is de juiste modus ponens: x, dan y. Maar x, dan y betekent niet automatisch y, dan x (een buitengewoon vaardig iemand heeft altijd veel geoefend). Immers, het kan ook dat de vaardigheid is komen aanwaaien, dat het in de genen zit, of dat iemand genetisch is gemanipuleerd, of desnoods van een andere planeet komt. Deze onjuiste omkering wordt "affirming the consequence" genoemd. Het is een veel gemaakt foute afleiding, ook in statistisch onderzoek, hoewel soms in de discussiesectie wordt genoemd dat correlatie niet gelijk is aan causatie en dat een alternatieve verklaring voor y niet uitgesloten mag worden.

Een modus ponens kan dus worden geverifieerd: een extreem vaardigheidsniveau volgt altijd op veel oefening. Een juiste afleiding die in de statistische methode vaak buiten beeld blijft, is de modus tollens:  x -> y; er is geen y, dus geen x. Het vinden van een zeer ambitieuze ouder/leerkracht die een 'normaal' kind niet succesvol maar methodisch goed op de piano traint, falsifieert de hypothese dat talent altijd uit motivatie en hard oefenen volgt. Ook een hoog vaardigheidsniveau zonder veel oefening falsifieert deze theorie. Dit is geen mening; het is een logisch feit! (Idioot) savants en wonderkinderen die buitengewone vaardigheden op een zeer hoog prestatieniveau op bv YouTube demonstreren, falsifiëren de theorie van Duckworth. Hun vaardigheden (y) komen niet voort uit motivatie en oefenen (x). Duckworth maakt zo twee denkfouten: (1) x -> y is gelijk aan y -> x ("affirming the consequence") en (2) het niet toepassen van de modus tollens. Hoe hard we ook ons best doen, we kunnen een muis niet leren brullen, net zomin als dat we een tijger niet tot vegetarisme kunnen bekeren! Maar vanwege de lage status van de niet-statistische methode, produceren sociale wetenschappers tijdschriften vol goed uitgevoerd kwantitatief onderzoek, waarin argumenten en meer waarschijnlijke alternatieve hypothesen regelmatig ten onrechte worden afgedaan als 'meningen'.

De Wason taak illustreert de specifieke tekorten in de menselijk argumentatie. Proefpersonen krijgen 4 kaartjes (op de ene kant een cijfer, op de andere kant een letter) te zien: "A", "4", "C" en "5". De regel luidt: indien aan de ene zijde van de kaart een klinker staat, staat op de andere kant een even getal. De vraag is: Welke kaart(en) moet je minimaal omdraaien om de regel te controleren? Kaart "A" moet worden omgekeerd. Dat doet bijna iedereen goed (modus ponens). Meer dan de helft van de mensen draait de kaart "4" ten onrechte om (x, dan y is niet gelijk aan y, dan x; denkfout "affirming the consequence"). Kaart "C" hoeft evenmin omgedraaid te worden (denkfout "denying the antecedent"). Kaart "5", tenslotte, wel! Slechts 5% van de mensen doet dit! Het betreft de modus tollens: geen y (even getal), dus geen x (klinker). Als op de achterkant van de 5 een klinker staat, is de stelling gefalsifieerd. Zowel het niet toepassen van de modus tollens, als het toepassen van de "affirming the consequence" is in het talentonderzoek aan de orde. Een goed argument is meer dan slechts een opinie!

vrijdag 6 april 2018

Toptalent

Wij hebben een prachtig Honours- en excellentieprogramma bij Saxion. Ik voelde me dan ook vereerd toen ik mee mocht denken over het thema toptalent  binnen onze programma's. Tijdens de bespreking wordt snel duidelijk dat “talent” een ingewikkeld begrip is. Stiekem zoek ik wat definities op het internet. Scrollend door PubMed stuit ik op een paar recente wetenschappelijke publicaties. De inhouden verbijsteren me! Conclusies zoals: "Het toptalent heeft niet de beste maatschappelijke posities", "geluk speelt een grotere rol dan talent in het bereiken van de top" en zelfs een psycholoog die ontkent dat talent überhaupt een rol speelt: een Mozart worden is een kwestie van doorzettingsvermogen!

Ondertussen praat het gezelschap verder. Men stelt dat het belangrijk is om de Honours studenten een programma aan te bieden dat is gericht op persoonlijke ontwikkeling, zodat ze hun talent kunnen ontdekken. Maar we hebben het toch over toptalenten? Anders kom je toch niet in een "top-talent " programma? Ik probeer het te begrijpen: als je tijdens de propedeuse zeer goede cijfers haalt, kom je in een persoonlijk ontwikkelingstraject. Als je dan geluk hebt, wordt daar je talent ontdekt. Heb je dat talent op 18 jarige leeftijd dan nog niet ontdekt?

Studenten die gemiddelde of lagere cijfers halen, komen niet in aanmerking voor zo'n programma. Ik durf de weddenschap wel aan dat sommige van die studenten marginaal presteren, omdat ze naast hun algemene studie druk zijn met een al wel ontdekt talent. Bijvoorbeeld in sport, kunst, toneel of muziek. Deze studenten hoeven niet geholpen te worden een talent te "ontdekken", maar kunnen wellicht best wat hulp gebruiken om hun intrinsiek gedreven talentontwikkeling efficiënt met hun studie te combineren. Chargerend gesteld kom je in aanmerking voor een Honours programma als je niets anders hebt om je druk over te maken dan je algemene opleiding en je goede cijfers haalt. In het top-talent programma wordt dan op zoek gegaan naar jouw talent. Dit klinkt als een cirkelredenatie.

De (wetenschappelijke) literatuur brengt zeker geen helderheid! Gelukkig voor mijn collega's en mij, zit ook de literatuur vol cirkelredeneringen. Een paar “leuke”. Mensen als Steve Jobs en Bill Gates hebben een hoog maar niet extreem hoog IQ. Ze hebben hun positie bereikt door op het goede moment op de juiste plaats te zijn. Twee denkfouten: 1. de hoogte van het IQ staat gelijk met de grote van je talent en 2. een toptalent is "normaliter" niet afhankelijk van het goede momentum (kruispunt van tijd en plaats). Ook een andere studie "toont aan" dat de beroemde grootheden niet het meest talentvol zijn. In de conclusie stellen de wetenschappers dat de wereld beter af zou zijn als de meest talentvolle mensen aan de top van hun disciplines zouden zitten. Deze conclusie wordt op geen enkele wijze met bewijs of argumentatie gestaafd. Zou, als Bill Gates nog slimmer was geweest, de mensheid niet volledig digitaal gemachineerd zijn? Onzin! Hooguit was de ICT en later AI revolutie door andere mensen in gang gezet. Ook dan zaten topgenieën ingewikkelde filosofische of mathematische stellingen te bediscussiëren of bewijzen, te musiceren, of helemaal niets te doen.

Ondertussen ben ik helemaal het spoor bijster. Waar hebben we het eigenlijk over? Wat is talent? Op mijn laptop vind ik een boek geschreven door een professor in de psychologie (Angela Duckworth) die “bewijst” dat een toptalent vooral het resultaat is van langdurige toewijding. Iedereen kan een Mozart worden, als hij of zij maar vroeg genoeg begint en keihard werkt. Door toppers te interviewen worden deze ideeën geverifieerd. Ja, ze hebben er allemaal hard voor gewerkt, en hun ouders waren zeker net zo ambitieus. Met een halfuurtje YouTube valt Duckworth's theorie in duigen. (Idiot) Savants tonen talenten die onder-gedetermineerd zijn door leren en ervaring. Van rock drummende peuters tot complex hoofdrekenende tieners, via virtuoos rockgitaar, of Rachmaninov spelende kinderen op een goedkoop keyboard, zonder enige scholing. Hoeveel je ook oefent, een muis leer je niet brullen en een tijger bekeer je niet tot vegetarisme. Talent is wel degelijk ook in aanleg gegeven.

Dan probeer ik alles samen te vatten. Iedereen heeft talent, zaken die hij/zij zou kunnen ontwikkelen tot een topniveau. Echter, waar de spotlights op gericht zijn, is tijd- en plaatsafhankelijk. Of je toevallig op jouw moment met jouw talent op de juiste plek bent, is een kwestie van toeval. En natuurlijk, er zijn algemene persoonskenmerken, zoals doorzettingsvermogen en ambitie. Vooropgesteld, we hebben een prachtig Honoursprogramma. Maar de talent kwestie is ingewikkeld. Voor mij is een Honoursprogramma niet alleen voor studenten die "toevallig" op het juiste moment in de juiste omstandigheden zijn om tijdens het eerste algemene jaar hoge cijfers te behalen. Maak het programma dan toegankelijk voor iedere student, ook voor de student die zelf kiest voor extra. Talent en prestaties zijn soms niet lineair aan elkaar gekoppeld. Sommige studenten gaan veel beter studeren als er meer van ze gevraagd wordt. Of als ze meer aandacht krijgen. Ook mogelijk is een Honoursprogramma voor studenten die naast hun studie met talenten bezig zijn. Nu bestaat dit voor topsporters. Laten we dit uitbreiden. Daarnaast is een excellentieprogramma waarin er als het ware een plusniveau van de opleiding wordt geboden, ook een goede zaak. Kortom, onze discussie gaat door!

PS ons mooie Saxion Honoursprogramma is niet gebaseerd op cijfers!

Monopoly (SROI2)

Vorige week schreef ik over SROI en het bordspel “ Villagers ”. Mijn zwager wees mij op het beroemde spel Monopoly . De in 1866 geboren Amer...