Alweer
is het academisch jaar voorbijgevlogen. Een bijzonder jaar, waarin ik vanuit
mijn huis overal over de wereld colleges gaf en overleggen bijwoonde. Zojuist
heb ik ze netjes in het repository opgeslagen, zodat mijn bazen in een
oogopslag mijn werk kunnen beoordelen via een paar getallen: zoveel
publicaties, zoveel lezingen, kennisproducten, gehonoreerde aangevraagde
budgetten etc. Kengetallen, waarmee mijn functioneren gekend wordt. Ook buiten
het werk zijn we gek op het kwantificeren. Een willekeurige greep uit de NOS
Nieuwssite.
De
nieuwbouw van een prestigeobject, zoals een nieuw museum, parlementsgebouw,
wegknooppunt of metrolijn is weer zoveel % duurder uitgevallen dan was
afgesproken. Van de mensen die vorig voorjaar Corona hadden, hebben 10.000 tot
15.000 een half jaar later nog steeds serieuze klachten, waarvan 30% tussen de
20 en de 40 is. Het aantal transplantaties in 2020 van organen die na overlijden
zijn afgestaan, daalde met 4 procent ten opzichte van 2019. Meer psychologisch:
Geef je leven een cijfer tussen de 1 en de 10? Hoe goed functioneer je nu in
vergelijking met voordat je de aandoening had, of de therapie begon? De quantified
self, ik kan pas rustig gaan slapen als mijn smartwatch me vertelt dat ik
voldoende stappen heb gezet.
Ik tel
dus ik ben. In dit
interview uit 1958 (!) betoogt schrijver/filosoof Aldous Huxley (1894 – 1963) dat
we aan een combinatie van overbevolking en ongebreidelde technologische
“vooruitgang” onze vrijheid “vrijwillig” zullen gaan overdragen aan overorganisatie
(“bureaucracies of big business or big governments”): een gemechaniseerde quantified
world community. De twee meest gelikete
reacties onder het interview op YouTube: “Remarkable that we must listen to
an interview from 1958 to understand what's happening in 2021” (van
TimBimJim met 1,8k likes) en “Over 60yrs ago and Huxley saw it coming. Now it’s
literally happening in front of our very eyes and most people still can't see
it” (Lucius Domitius, 1,4k likes). Cijfers lijken noodzakelijk om duidelijk te maken waar
we het over hebben. Zijn ze niet ook, in lijn met Huxley, een waan van feitelijkheid, waarmee we zand in
de ogen strooien van hen die trachten door te denken?
Ja en nee. Ja, we verheffen cijfermatige data – inclusief het schijn-telbare, zoals een cijfer voor geluk, tevredenheid, gezondheid, sportiviteit, etc. – vaak boven elke andere vorm van data. In de hiërarchie van data, informatie, kennis, wijsheid bestaat data dan automatisch uit een cijfer. Dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend, data kan ook een kwalitatief gegeven (feit) zijn. Zelfs “feiten” zijn altijd in verandering. “Vaste” feiten zijn dat vooral omdat ze relatief aan de tijdschaal waarop wijzelf veranderen “onveranderlijk” lijken. Het aantal publicaties per jaar zegt feitelijk niets over de inhoud, het ziekteverzuimpercentage binnen je team gaat niet vanzelfsprekend over de sfeer binnen je team. We vergelijken vaak appels met peren, omdat we in de cijfers uit het oog verliezen waar ze naar verwijzen. Een publicatie in het ene wetenschapsgebied is echt iets heel anders dan in een ander vakgebied. Er zijn studies waarin praktisch iedereen of juist niemand aan de slag komt in het vak waarvoor opgeleid wordt. Er zijn studies waarin een jaar na afstuderen praktisch iedereen of niemand aan de slag komt. En 5 jaar later kan dit anders of zelfs omgekeerd zijn.
Enkele weken geleden lazen we in de Volkskrant dat in
Nederland enkele honderden tot duizend pas afgestudeerde medisch
specialisten geen passend werk kunnen vinden, ondanks dat bij het UVW “slechts”
140 werkloze specialisten staan geregistreerd (verschil omdat jonge
specialisten tijdelijk andere banen vervullen). Kennis van de werkelijkheid
achter de cijfers leert ons dat in het organisatie/verdienmodel van
ziekenhuizen de zorg wordt geleverd met structureel specialisten in opleiding.
Afgestudeerde specialisten kunnen daardoor alleen instromen bij uitbreiding van
de zorg, of vertrek van huidige specialisten.
Nee. Om
cijfers te begrijpen – om er mee te kunnen redeneren – heb je inzicht nodig,
dan zijn ze zeker nuttig. Verbouwingen die steeds duurder uitvallen,
bijvoorbeeld, zijn een gevolg van de aanbestedingsprocedures, die bouwers
verleidt irreëel goedkoop te bieden, om dan als de klus eenmaal binnen is, op
te plussen. Publiceren om het publiceren, opleiden om het verdienmodel,
aanbestedingen winnen (wetenschap, bouw) om het winnen, het zijn allemaal
voorbeelden waar het zicht op de werkelijkheid achter de cijfers verloren is
gegaan. Met een gewonnen aanbesteding, heb je nog geen bouw- of
onderzoeksproject gerealiseerd. Integendeel, “paren” zoals winnen en werken,
publiceren en kennisontwikkeling zijn door on-inzichtelijke fixatie op cijfers
uit elkaar gegroeid.
Maar nu
is het bijna vakantie en genieten we van Bauke Mollema, die deze week een
lastige etappe in de Tour de France won na een solo van ca 40 km. Waar elke
profrenner tegenwoordig een ‘kastje’ op zijn/haar stuur heeft waarop via de joules
afgelezen kan worden of iemand op de limiet rijdt, of nog meer energie kan
leveren tot de finish, moet Mollema als hij fietst niets hebben van dit soort
cijfers. Hij rijdt op ervaring en vooral intuïtie. Wens ik jullie allen een
hele fijne vakantie, met veel intuïtie en vrijheid!
PS na de
vakantie kom ik terug met mijn blog. Graag wil ik mijn dank uitspreken aan mijn
blogredactie (Gerard, Victorine, Deborah en Thorvald) en in het bijzonder de
“hoofdredacteur” Gerard Kok