Mijn
lief komt thuis van een dagje koopjesjagen met handenvol kledingtassen, en zegt
blij dat ze enorm veel bespaard heeft, maar dat de lopende rekening wel bijna
leeg is. Mijn dertienjarige dochter belt, het regent dat het giet, ik stap in de auto om haar met fiets en al van school te halen. Op de radio terug horen
we dat een aangeprezen product goed is voor het milieu. “Minder
slecht”, zegt mijn dochter, “goed zou zijn het hele product niet
gebruiken”. “Of jou niet op te halen met de auto”, sneer ik terug. “Dan zouden
al mijn kleren direct in de was moeten, slijtage, chemische schoonmaaktroep,
afvoerwatervervuiling”, grapt ze ad rem terug. Met zo’n gele poncho wil ze niet
gespot worden… We raken in gesprek, want ze heeft een punt. Vandaag kan iets
minder schadelijk lijken, terwijl dat met de kennis van morgen weer heel anders
ligt. Maar dat we niet het best mogelijke kunnen doen, betekent natuurlijk ook
weer niet, dat we dan maar niets moeten doen, en moeten doorgaan op de
ingeslagen weg. Hoewel, optimaliseren van verkeerde oplossingen is nog
kwalijker.
Mijn
dochter zit op een groene school, waar land- en tuinbouw centraal staan. In
Nederland is er een verhitte discussie over stikstofproblematiek, onder meer
ten gevolge van intensieve industriële veeteelt. Tegelijkertijd is er een
groeiende business van landbouwrobotica, gericht op grootschalig georganiseerde
en volledig top-down gecontroleerde landbouw. Echter, de meer duurzame bewegingen in
de landbouw, en dat geluid horen we in deze discussie ook steeds vaker, gaan
juist over de overgang naar veel meer kleinschaligere land- en akkerbouw,
waarbij juist ook een hogere mate van biodiversiteit kan helpen om
bestrijdingsmiddelengebruik te verkleinen. Dus met door AI-gestuurde lasers de
onkruiden laten wegbranden in grootschalige velden lijkt heel effectief en
efficiënt, maar is wellicht juist het optimaliseren van de verkeerde
processen. Kleinschalige landbouw in bio-diverse omgevingen, zal veel
makkelijker met hart en ziel geschieden, dan werken in de onmenselijk grote
eentonige monoculturen. Maar zelfs als je toch zou kiezen voor dat laatste, en
daarmee onmenselijke arbeid door robots overbodig maakt, is het nog steeds de
vraag wie de robots moet onderhouden, want ook onder monteurs is gebrek aan
arbeidskracht. En als al deze technische ontwikkelingen ons ergens heen brengen
waar we niet zouden moeten zijn met het oog op een duurzame toekomst (zeg maar
de Sustainable Development Goals), kunnen we ons beter richten op andere zaken.
Dan
begint mijn dochter te lachen. “Weet je nog, papa, dat mama die oude mevrouw
wel even zou helpen de drukke straat over te steken, en dat ze aan de overkant
aangekomen mama vriendelijk bedankte met de opmerking dat ze daar eigenlijk
helemaal niet naar toe wilde?” Ja, eigenlijk is het helemaal niet zo
ingewikkeld: om beleid te bepalen heb je overzicht nodig (afstand) en inzicht
in de psychologie. Soms is handwerk, ook al kan het veel sneller met machines,
gewoon fijn om te doen, een afwisseling van te veel inactiviteit, of sturen op
afstand. Niet alles dat kan, moeten we ook per se willen. En veel gevolgen van
acties die als goed voor het milieu worden aangeprezen, zijn
dat niet.
Neem
het thuiswerken. Dankzij communicatietechnologie als Zoom en Teams werkten we bij Corona door en reden we minder. Het effect was aan het eind van
de pandemie vooral nog te merken bij het treinverkeer; al in februari 2022 werd
gemeld dat er meer snelwegdrukte was dan voor de pandemie (mensen wilden liever
niet in de trein, vanwege nog geldende “vrijheidsbeperkende” maatregelen). Nu, begin juli, meldt
de NOS dat wordt verwacht dat het blijvend drukker is op de Nederlandse wegen dan voor Corona. Door ook thuis te kunnen werken, zal op termijn wonen en werken nog makkelijker
niet meer uitsluitend afhankelijk zijn van de afstand tussen wonen en werken,
en dus … nog meer mobiliteit. We reizen nu per persoon meer kilometers dan ooit
tevoren, ondanks (en feitelijk juist dankzij) digitale connectie.
Dan
ga ik nu, na een dag thuiswerken en mijn dochter ophalen, toch nog naar
Enschede, alwaar ik vanavond nog een college geef over … optimaliseren van de
verkeerde processen! Maar mijn tank is bijna leeg en mijn lopende rekening ook.
Dan zal ik toch maar met de trein gaan, en heeft mijn vrouw inderdaad met haar
koopjes toch nog iets verdiend, voor het milieu!