vrijdag 15 juli 2022

Transgenerationele Kunst

A bird, so lonely alone…

Zo begon de song Funeral’s Wedding Day (Jim Rensson and the Crew), over hoe het streven om vrij te willen blijven van de systeemwereld anno 1980, uiteindelijk vanzelf zou omslaan naar confirmatie, en afscheid van de vrije onschuld… Net zoals veel generatiegenoten, voelde ook ik begin jaren ’80, in de overgang van tiener naar twintiger, vervreemding van de ontstane grote en complexe systeemwereld. Een wereld die zichtbaar werd in attaché koffertjes, blauwe pakken en stropdassen, steeds meer en grotere auto’s en  versobering van het openbaar vervoer, grote prestigieuze en vooral spiegelglazen gebouwen, de opkomst van megasteden en daarmee een onstuitbaar opkomende systeemwereld. Er was die andere kant, onze kant, de verloren generatie, de punk en new wave, die een kleinschaliger en vooral veel meer geïmproviseerd bestaan voorstond, jeugdig, en uitdagend. In verbondenheid met elkaar hadden velen van ons bijvoorbeeld een rat als huisdier, een verschoppeling die bij nadere kennismaking beslist een loyaal en vriendelijke huisgenoot kon worden. Ook wij voelden ons uitschot, overbodig geworden door automatisering. Maar, vreemd genoeg, was de computer en ook de synthesizer van ons, ze stonden aan “onze” kant; wij waren een jonge generatie van alternatievelingen, computernerds, muzikanten, kunstenaars, die de vervreemding van het grootschalig systeem tot in het diepst van ons wezen voelden. In deze context schreef ik de muziek Whirling Dust, die mijn band Jim Rensson and the Crew uitbrachten bij Plato, Dick van Dijk, over een liefdesrelatie in een toekomstloze systeemwereld, een afwijzing van die wereld, en de zekerheid hierin uiteindelijk te falen, hoewel de Ander dat wel zou kunnen en daardoor zou sterven:

I’m not a machine, though it’s 1995, I never change, nobody owes me … of course I’ve always known that we would get here in the end, we should get that number, I know I broke my word, but you can’t go on like this … you grow so thin, simulate take part, but keep your thoughts, nobody can really owe you, you look so bad, I love you … don’t let me watch you die. (Jim Rensson & the Crew, Whirling Dust, New Order)

There’s you, so fearful yet free…

Deborah de Graaf (studente time-based art & conservatorium) en Tessa van Merle (studente Time-Based art) gebruikten een paar songs van Whirling Dust - Autumn Night, Funeral’s Wedding Day en New Order – die de vervreemding het sterkst uitdrukten als basis voor hun conceptfilm New Order (2022). Deborah componeerde 2 nieuwe songs (Everything has Changed en Coming Home, die ik mocht inzingen, met Tom van Timmeren op drums, ruim 40 jaar later. Hoewel Tessa en Deborah vaak hun kunst vormgeven in virtual reality (en/of augmented reality), is dit een “traditionele” film. Hoewel de 7 scenes in de "galerij versie" door een randomgenerator in vele volgorde geplaatst worden (waardoor praktisch iedereen een "eigen" volgorde krijgt: 7!=5040) staan ze op YouTube in vaste volgorde. Het verre toekomstbeeld op Whirling Dust vanuit 1980 -  1995 - ligt nu alweer bijna 30 (!) jaar achter ons. Het verhaal draagt de “erfenis” van de clash tussen systeem en individu uit Whirling Dust naar het nu, waarin werkelijkheid en recente echo moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, als in Hugh Everett's meer werelden interpretatie: een spiegelwereld van virtuele en fysieke verbondenheid:

Your voice echoes on, Then we thought this would ever last, Now I’m forced to live, With shadows of the past (Everything has changed, by Deborah de Graaf, sung by Jim Rensson)

Ook hier speelt hoop – perspectief – een rol:

We will find joy, In our discomfort, Will be more, Than what we aimed for...  (Coming Home, by Deborah de Graaf, sung by Jim Rensson)

Voor mij is alles goed gekomen, ik ben gelukkig getrouwd, trots op mijn 6 kinderen, en heb ondanks (of dankzij) mijn neurodiversiteit zelfs in de systeemwereld een prima carrière mogen maken. Dat wil niet zeggen dat alles goed is, verre van dat, er is heel veel te doen! Kunst is een prachtige start!

De opnames die Tessa en Deborah van Jim Rensson and the Crew gebruikte, zijn New Order, met naast mij als singer-songwriter, Bert Bredeweg op toetsen, Erik Veldwijk op gitaar, Hans van Ees op bas, Ernie Hoffmeister op drums en als backing vocalisten Elly Van Eyk, Hannie Brouwer en Will Meyer. Voor Funeral’s Wedding Day en Autumn Night zijn veel eerdere “live” opnamen gebruikt met (ipv Ernie en Hans) Ron Stokking op drums en Wouter Kronenberg op bas en verder dezelfde bezetting. Op de nieuwe opnames naast mijn stem en basgitaar, Tom van Timmeren op drums, Deborah toetsen en gitaar: https://youtu.be/9ovPfb_XkBQ



 


vrijdag 8 juli 2022

Van SDG naar IDG: wat kan ik als individu of bedrijf zelf doen.

In “waarheidsvinding” wordt vaak gebruik gemaakt van het dialectisch model, de stelling (these genoemd), de tegenstelling of tegenwerping (antithese) om uiteindelijk tot de synthese te komen. Zoals ik wel vaker heb geschreven in mijn blog, ligt het in mijn aard om als iedereen de ene kant op kijkt, de andere kant op te kijken. Zo ben ik geknipt voor de antithese. Zo kon het gebeuren dat ik lang geleden afstudeerde op een zelfgebouwde compositierobot, en met een grote liefde voor technologie, ondertussen ben gekomen tot het inzicht dat technologie niet vanzelfsprekend het antwoord geeft op de grote uitdagingen (transities) waar we als mensheid voor staan om ons voortbestaan op de planeet duurzaam te bestendigen. Hoewel technologie op zich voor mensen noodzakelijk is en dus niet goed of slecht is in zichzelf, is ze zeker niet waardevrij (of neutraal). In ons huidige systeem is haar waarde op termijn vaak negatief (Pandora’s Box). Precies hierom stelt de door Oxford en Harvard gesteunde Zweedse beweging van de Inner Development Goals dat het noodzakelijk is als we de Sustainable Development Goals van de UN nog willen halen, we niet bij ieder probleem direct weer naar nieuwe technologieën moeten zoeken, maar in plaats daarvan naar ons eigen gedrag moeten kijken. Niet technologische innovatie, maar eerst gedragsmodificatie, reflectie.

Na 5 jaar bloggen, waarin ik vooral de antithese ruimte en vorm heb geven, wil ik de komende jaren proberen in lijn met de SDG-IDG gedachte te werken aan de synthese: mens (inclusief technologie) in harmonie met natuur en de noodzakelijke bronnen van de planeet. Dat wil dus zeggen met oog voor diversiteit, op alle gebieden - bio, cultureel, gender, neuro – en boven alles, met oog voor veiligheid. Samen met ons prachtige team van Employability Transision – we zijn dit jaar uitgegroeid tot een van de grootste human capital lectoraten van ons land – ben ik van plan om de komende jaren bezig te gaan met de synthese. Juist omdat genoemde opgave per definitie multidisciplinair is, past dit zo goed bij ons lectoraat, met daarin Human Capital, Toegepaste Psychologie en Technische Bedrijfskunde.

Om te komen tot synthese is het toelaten van zowel de these als de antithese noodzakelijk. Mijn collega lector Stephan Corporaal zegt het altijd zo mooi, we hebben enige onrust nodig om tot ontwikkeling te komen, en een leven lang ontwikkelen is noodzakelijk om als wereldburger en als werknemer in deze roerige tijden, waarin we op veel terreinen aan het eind staan van wat we van de planeet kunnen nemen, mee te kunnen gaan in de transitie naar duurzame verbondenheid met elkaar, met de natuur en met ons toekomstperspectief en werk. Hoe vervelend het ook is, het is waar dat we de onrust nodig hebben en moeten opzoeken. Vertaald naar de wetenschappelijke methode, is de onrust te vinden in het zoeken van de antithese, telkens opnieuw, het betwijfelen van wat ik eerder noemde het “dominante” imperatief. Eerlijk gezegd ben ik door telkens weer te wijzen op de schaduwzijde van bijvoorbeeld de digitale transformatie, of Artificiële Intelligentie, me de laatste paar maanden steeds meer een Don Quichotte gaan voelen, en werd de onrust in mijn eigen neurodiverse brein te groot. Zo eindigde ik mijn blog 2 weken geleden nog met me af te vragen wie ik eigenlijk geworden ben? Maar “If it doesn’t kill you, it makes you stronger”. Hoe heerlijk was het gisteravond om bij de afsluiting van het academisch jaar van ons team te ervaren dat ik juist ook gewaardeerd wordt om de antithese, ook als het politiek lastig is, en dat we met elkaar de zin hebben om van waarde te zijn en blijven en niet voor niets zo’n mooi en bloeiend lectoraat te zijn geworden. Fijne vakantie!


Ik ben er weer! Een jaar geleden hield het op. Als je spreekt van hoofd en hart, was ik volledig gaan samenvallen met mijn hoofd. De verbind...